3
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
Boekenfonds, boekenbeurzen. Het Boekenfonds
verstrekte boeken aan 1026 leerlingen. Voor dit
doel is f 23.058,84 uitgegeven. De bijdragen der
ouders of verzorgers beliepen f 9.316,50.
De voorwaarden voor deelneming aan het Boe
kenfonds werden, voor zoover den eisch van het
gemiddeld cijfer van het toelatingsexamen betreft,
eenigszins verlicht. Overigens ondergingen de al-
gemeene werkwijze van dit fonds, alsmede van de
boekenbeurzen, geen wijziging.
Tentoonstellingen, excursies enz. De tijdsomstan
digheden noopten tot sterke beperking van het
maken van schoolreizen en excursies. In de plaats
daarvan werden in grootere mate bezoeken ge
bracht aan musea.
Jeugdconcerten. Het Residentieorkest gaf weder
om vier jeugdconcerten, te weten op 4 October
1941, 28 Januari, 3 Maart en 25 April 1942. Van
deze concerten werden het eerste en het derde
geleid door Frits Schuurman, het tweede door
Jaap Stotjjn en het vierde door Willem Andriessen.
Op het tweede concert traden als solisten op de
orkestleden J. en H. Stotjjn, J. Prins en J. van
Opstal, op het derde C. van LeeuwenBoomkamp
en op het vierde George van Renesse. Uitgevoerd
en toegelicht werden werken van Wagner, Dvorak,
Von Weber, Handel, Mozart, Saint-Saëns, Gade,
Wildschut, Liszt, Franck, Haydn. Beethoven en
Schumann.
Het aantal bezoekers (leerlingen en begeleiders)
bedroeg onderscheidenlijk 2 000, 1 984, 1997 en
1 984, waarin inbegrepen onderscheidenlijk 20(1, 480,
368 en 334 leerlingen van de hoogste klassen van
inrichtingen voor uitgebreid lager onderwijs.
Schooltooneelvoorstellingen. In den loop van het
schooljaar vonden de hieronder vermelde voor
stellingen in den Stadsschouwburg plaats: de 91e,
92e en 93e op 29 en 30 October 1941 des namiddags
en op 30 October 1941 des avonds „Maria Stuart”
(Gemeentelijk Theaterbedrijf Amsterdam), de 94e.
95e en 96e op 9, 11 en 13 December 1941, „Mariken
van Nieumegen” (N.V. Residentie Tooneel) en de
97e 98e, 99e en 100e onderscheidenlijk op 4 Fe
bruari 1942 des namiddags en des avonds op 24
Februari 1942 des namiddags en des avonds „Drie
koningenavond” (Gemeentelijk Theaterbedrijf Am
sterdam).
Toelatingsexamens, plaatsing van leerlingen. Het
afdrukken van de in vorige jaren in dit verslag
opgenomen opgaven betreffende de toelatings
examens voor de Gemeentelijke inrichtingen van
voortgezet onderwijs en de plaatsing van leerlin
gen moest op grond der ten aanzien van de uit
gave van het verslag voorgeschreven beperkingen
ditmaal achterwege blijven. Deze opgaven liggen
evenwel voor belangstellenden ter inzage aan de
afdeeliug Onderwijs, kamer 3,
liet voorbereidend hooger en middelbaar onderwijs
zijn ingaande 1 October 1941 opgelieven.
Bij besluit van den Burgemeester van 11 Mei
1942 werd een commissie ingesteld, welke tot taak
heeft, van advies te dienen omtrent de vraag,
welke boeken op moreele en opvoedkundige gron
den uit de bibliotheken van de openbare scholen
voor voorbereidend hooger en middelbaar onder
wijs dienen te worden verwijderd. Tot leden van
deze commissie werden benoemd de heeren Dr. J.
van Ijzeren, rector van het Gemeentelijk gymna
sium Laan van Meerdervoort 57 en G. de Haas,
directeur der Gemeentelijke Hoogere Burgerschool
Raamstraat 28. Als secretaris werd aan de com
missie toegevoegd de heer W. A. van Kesteren.
Op grond van de omvangrijkheid van de aan
deze Commissie opgedragen taak werd op haar
verzoek het aantal leden met twee uitgebreid. De
Burgemeester benoemde bij besluit van 1 Septem
ber 1942 als zoodanig de heeren H. Oberman, oud-
leeraar bij het gemeentelijk middelbaar onderwijs
te Rotterdam en H. van Loghem, leeraar bij het
middelbaar onderwijs in deze gemeente.
Aangezien de aldus samengestelde commissie op
4 September 1942 haar taak aanvaardde, vallen in
dit verslag nog geen mededeelingen omtrent haar
werkzaamheden te doen.
Gebouwen, meubelen, leer- en hulpmiddelen. De
staat, waarin zich de gebouwen, meubelen en de
leer- en hulpmiddelen bevinden, is over het alge
meen bevredigend. De vervulling van wensehen
ten aanzien van onderhoud, verwarming, het aan
brengen van verbeteringen en het treffen van
andere voorzieningen wordt ongunstig beinvloed
door de tijdsomstandigheden.
Onderwijzend en niet-onderwüzend personeel.
Voor de belangrijkste mededeelingen omtrent het
onderwijzend personeel wordt verwezen naar de
hiervoren afgedrukte verslagen van de colleges
van curatoren en de commissie van toezicht op
het middelbaar onderwijs.
De toewijding, welke de leden van dit, alsmede
van het niet-onderwijzend personeel bij de vervul
ling van hun werkzaamheden aan den dag legden
gaf alleszins reden tot waardeering en tevreden
heid.
Leerlingen. Hoewel vanzelfsprekend de invloed
van de tijdsomstandigheden, zoowel ter school als
in den huiselijken kring, niet naliet zich bij het
werk te doen gelden, konden gedrag, vlijt en vor
deringen van de leerlingen, over het geheel ge
nomen, worden aangemerkt als niet achter te
staan bij voorafgaande jaren. Bij de beoordeeling
der arbeidspraestaties mogen de gevolgen van
de huidige andere dan normale voeding zeker
niet over het hoofd worden gezien.
