1*
lf
O
B II
r-I r-l
IS
S
n
13
I
2)
2)
2)
2)
2)
i
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
ï-
Ss gs
iïiSg
15
h
Ss
2)
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
90,5
62,5
78,9
9,9
7,3
70,6(57,3 16,7
86,2
87,3 (86,-
82,-
0,7
61,4‘) 55,2
2,
87,7
86,4 81,5
83,5 83,7
74,7 81,2 85,8
84,5/79,9
78,9
67,3 75,4/59,5(29,2
83,- -
Wat de verschillende vakken betreft is ten aan
zien van de gemiddelden vast te stellen, dat alleen
de percentages voor Nederlandsche taal en han-
delseorrespondentie en voor aardrijkskunde steeds
boven het gemiddelde voor alle vakken te zamen
liggen.
De percentages der geslaagden over 194V42 voor
alle vakken te zamen geven, zoowel bij het open
baar als bij het bijzonder onderwijs, een daling
te zien.
Openb. gymnasia
Bijz. gymnasia
Openbare h.b.s.
Bijzondere h.b.s.
Openb. handols-
school
universiteit of
hoogeschool.
83,7
79,6
85,5
80,-
90,-
78,8 75,7
81,3 77.1
77,5
78.9
80.2
80,-
81,-
98,1
80,4 68,-
100,-
81,6
83.6
82,8
100,-
83,7
82,-
83,8
93,1
87,1
1,9 6,4
0,5 6,2 12,1 10,5
43,8 29,8129,5115,6 15,4 27,- 32,2 21,9
43,6 30,7|35,5;ll,6 21,- 27,5 26,7 25,4
78,3163,8'71,5 49,5
Aantal cursisten der handelsavondscholen, dat
aan het einde van het schooljaar slaagde,
in pCt. van het aantal, dat examen deed.
Mannen.
Leerkrachten naar het aantal lesuren. Ook dit
maal zijn de gegevens omtrent het aantal leer
krachten (bij het dagonderwijs) verdeeld naar het
aantal lesuren per week, nader uitgewerkt door
rekening te houden met de omstandigheid, dat
verscheidene leerkrachten aan meer dan één
school verbonden zijn. Bij deze bewerking was het
niet mogelijk, de verdeeling van de leerkrachten
naar de verschillende inrichtingen en richtingen
van onderwijs te handhaven. In het op blz. 16
opgenomen overzicht worden daarom slechts
de totale aantallen gegeven voor alle instellingen
bij het dagonderwijs te zamen. Voor zoover de
gegevens zijn verstrekt, is ten slotte rekening ge
houden met de lesuren gegeven aan andere in
richtingen dan de in den staat op bladz. 14 en 15
vermelde.
Door rekening te houden met dubbeltellingen
verminderde het aantal leerkrachten naar den
toestand bjj den aanvang van het leerjaar in 1942
van 575 tot 486, in 1941 van 605 tot 515, in 1940 van
i) Geen opgaven over 1926/’27 en 1927/ 28; over 1938/’34 van
een inrichting geen gegevens.
In 1942 bleef, in verband met de bijzondere tijds
omstandigheden, van een groot deel (bijna 1/s)
der geslaagden de gekozen bestemming onbekend,
waardoor vooral de percentages van hen, die een
universitaire opleiding kozen, een zeer scherpe
daling vertoonen. Opmerkelijk is evenwel, dat het
aantal leerlingen met bestemming middelbaar nij
verheidsonderwijs, opleiding voor middelbare akte
(anders dan aan een universiteit) en opleiding
voor analyst(e) of apothekersassistent(e) aanzien
lijk is toegenomen: van 93 in 1941 steeg dit aantal
tot 171 in 1942. Voorts vermeerderde het aantal
leerlingen, dat in den arbeidsdienst ging van 4 in
1941 tot 38 in 1942.
Verder trekt het de aandacht, dat in de laatste
jaren het deel der geslaagden bij de handelsschool,
dat zijn studie voortzet aan de lit. econ. afd. van
net h.b.s.-onderwijs, belangrijk is toegenomen; in
1940 en 1941 was dit ongeveer 20 pCt., in 1942 zelfs
meer dan 30 pCt., dus bijna 1ls.
‘j uvuuuuemc v<ui juivu.
2) Niet berekend wegens te kleine aantallen of geen candidaten.
3) Gemiddelde van 2 jaren.
Gemiddelde van 3 jaren.
Ned. taal enz.
Fr. taal enz.
Duitschet.enz. 87,9
Eng. taal enz.
Hand.w.sch.
Aardryksk.
Staatsinr.
Stenografie en
mach.schr.
Alle vakken
te zamen
90,2 88,9
76,6
88,9
89,6
84,6
95,2
90,-
71,4b 79,7
handels-, kantoor- of winkelbediende koos, weder
om met uitzondering van de bijzondere h.b.s.-en,
steeds grooter wordt. Vooral bij de gymnasia komt
een en ander sterk tot uitdrukking.
Aantal geslaagden voor het eindexamen
in pCt. van het totaai aantal,
met bestemming
handels-, kantoor- of
winkelbediende.
Vrouwen.
g
Sjj ój o2
Ég Ég
2-
855
8
Bestemming der geslaagden voor het eind
examen. Ten aanzien van de hierna te vermelden
cijfers dient te worden opgemerkt, dat van 1930/’31
at de gegevens betreffende de gymnasiale afdee-
lingen van alle lycea begrepen zijn in die der
openbare, ondersch. bijzondere gymnasia, terwijl
dit vóór dat cursusjaar voor enkele scholen niet
bet geval was en de gegevens waren opgenomen
in de aantallen der openbare, ondersch. bijzondere
hoogere burgerscholen.
Zoowel bij het gymnasiaal als bij het h.b.s.-
onderwijs is, behalve bjj de bijzondere h.b.s.-en,
gerekend naar het gemiddelde over 1937/1941, het
eel der geslaagden, dat naar een universiteit of
hoogeschool ging, lager dan de voorafgaande ge
middelden, terwijl het deel, dat de bestemming
Gemeentelijke scholen.
87,5 90,9
61,4"
88,2 67,1
70,4
85,1
84,8 i
90,8') 75,1'1(78,2 '78,6 95,-3> 89,-'I 2) I 2)
Ned. taal euz.
Fr. taal enz. 70.41) 90,4
Duitschet.enz. 79,2
Eng. taal enz.
Hand.w.sch.
Aardrfiksk. 92,2
Staatsinr. .73,5
Stenografie
Alle vakken
te zamen
92.8 90,5 82.1
75,93): 2)
83,2 87,5 92,3
75.9 (87,-
77.8 91,5 92,1
92.8 92,4 92,6
84,1 (85,-
83,64),87,-
75,8 (84,7 |88,5 87,5
Bijzondere scholen.
88,3 |82,4 178,3 85,74> 94,1 (97,51100,-
71111178» (7a c ot J) so Jll 31 I 2)
8L6 (89,1 94’,44) 78^5 (79,-|73,-
(82.4 77,8 80,6
73,8 81,9 85,6
2)
2) 2)
i) Gemiddelde van 4 jaren.
3) Gemiddelde van 2 jaren.