I i
w
2
VERSLAG VAN DEN GEM. DIENST VOOR DE VISCHVOORZIENING.
f 14.586,59
Totaal
J. M. BORSTLAP.
K 1163
bSiL
Het Hoofd van den Gemeentelijken Dienst
voor de Vischvoorziening,
Aanvoeren van visch. De aanvoer is ten zeerste
afhankelijk van de weersgesteldheid, alsmede van
de toewijzing van brandstof voor de schepen. Een
belangrijke factor is ook de gelegenheid tot uit
varen in verband met de voorschriften, welke door
de „Kriegsmarine” worden vastgesteld. In het
laatst van 1942 veranderde de brandstoffen-voorzie-
ning zoodanig, dat de kustvissehers slechts ten
hoogste twee dagen per maand konden varen. De
enkele schokkers, die voorzien zijn van gasgenera
toren. kunnen het bedrijf geregeld uitoefenen.
Verder vindt alleen aanvoer plaats door de kleine
vletten, welke voorzien zijn van een benzinemotor,
doch voor dit type scheepjes moet het zeer goed
weer zijn om te kunnen visschen.
Garnalen. De garnalen zijn voorloopig nog buiten
de Gemeentelijke verdeeling gelaten, omdat aan
een billijke verdeeling nog te veel bezwaren ver
bonden zijn. Echter zal eerlang ook de verdeeling
van dit artikel ter hand worden genomen.
De garnalen worden versch in de Vischhal aan
gevoerd en voorshands verdeeld door het Aan- en
verkoopkantoor van Garnalen (onderafdeeling van
de Nederlandsche Visscherij Centrale) onder de
daarvoor in aanmerking komende belanghebben
den. Deze koken en pellen de garnalen en brengen
ze vervolgens onder het publiek, hetzij via de
vischwinkels, hetzij door uitventen.
Mosselen. Mosselen, welke uit Zeeland worden
aangevoerd, komen door middel en onder toezicht
van de Commissie voor de Vischvoorziening via
winkeliers en standplaatshouders onder het pu
bliek. Met het Centraal Verkoopkantoor van
Mosselen te Bergen op Zoom werd overeengekomen,
dat gedurende het mosselenseizoen (September 1942
tot April 1943) 118 ton of 118 000 kg per week zou
den worden aangevoerd. Echter werd de aanvoer
teruggebracht op 70 ton per week, daar de
scheepjes in Zeeland geringere olie-toewijzingen
hebben gekregen. Dit was wel te betreuren, gezien
de groote voedingswaarde van mosselen.
In het tijdvak 28 September 1942 tot 31 December
1942 bedroeg de totale aanvoer 1 161 942 kg mos
selen voor een waarde van f 63.372,47.
Ingehouden procenten. Gedurende het tijdvak
18 September 1942 tot en met 31 December 1942
werden de volgende procenten ingehouden, t. w.:
3°/o van de waarde der aanvoeren
van de schokkers en motorloggers,
die te Scheveningen aan de markt
kwamenf 7.910,63
3 ’/o van de waarde der garnalen 1,693,40
2 van de waarde der verwerkte
visch en vischconserven 4.982,56
die hieraan niet voldoen, worden eenmaal gewaar
schuwd en bij eventueele niet-betaling van verdere
verdeeling uitgesloten.
Tot zekerheid van de nakoming van hun ver
plichtingen moeten de deelnemende firma's in de
kas van den Gem. Visehafslag een waarborgsom
storten. Op 31 December 1942 was aan waarborg
sommen in de kas van den Dienst gestort:
f 61.316,65. Enkele firma’s hebben als zekerheids-
stelling een spaarbankboekje afgegeven.
Personeel. Aan het einde van het verslagjaar
bestond het personeel van den Dienst, het hoofd
inbegrepen, uit 19 personen.
Huur gebouwen. De Dienst heeft van de gemeente
's-Gravenhage de Vischhal aan de Dr.-Lelykade
no. 5 en het Haringafslaggebouw annex kantoor
gebouwen, gevestigd Visschershavenweg 23, beide
te Scheveningen, gehuurd voor een bedrag van
f 10,000,per jaar.
De plaatsen in het haringafslaggebouw worden
jaarlijks verhuurd. Daar er gedurende de laatste
jaren geen afslag van haring heeft plaats gehad,
waren hier geen inkomsten te boeken.
8e Uitvoeringsbesluit van het Visseherijbesluit
1941. Op 5 October 1942 werd door de Nederlandsche
Visscherij Centrale het 8e Uitvoeringsbesluit van
het Visseherijbesluit 1941 afgekondigd, waarin o.a.
werd bepaald, dat niet meer met visch gevent en
ook niet thuis bezorgd mocht worden. De visch
mocht alleen verkocht worden in vischwinkels,
vischhallen en op door de Gemeente aan te wijzen
standplaatsen. Uitvloeisel van dit besluit was, dat
alle visch, bestemd voor Den Haag of Schevenin
gen, naar de Gem. Vischhal gezonden moest
worden.
Ten einde ervan verzekerd te zijn, dat de venters
niet zonder controle zouden verkoopen, werd be
sloten, dat de Dienst eiken morgen den Eeonomi-
schen Dienst van de Politie telefonisch mededee-
ling zou doen, op welke plaatsen venters zouden
komen. Zij mochten niet vroeger dan om 2 uur een
aanvang maken met den verkoop. Van de Econo
mische Politie ontvangt de Dienst bericht, welke
personen op de aangewezen plaatsen zijn aanwezig
geweest, zoodat onmiddellijk is vast te stellen, of
een venter zijn toegewezen visch niet op de stand
plaats heeft verkocht en dezerzijds dienovereen
komstig maatregelen kunnen worden genomen.
Bovendien kreeg met ingang van 5 October 1942
elke winkelier, standplaatshouder of rooker (be
werker) tegelijk met de hem toegewezen visch een
officieel Gemeentelijk geleidebiljet, zoodat èn
onderweg èn op de standplaats èn in de vischwin
kels direct door de Polite kan worden geconsta
teerd of de visch clandestien is verkregen dan wel
officieel door den Dienst is toegewezen.