u VERSLAG van den Gemeentelijken Crisis- en Distributiedienst van ’s-Gravenhage over het jaar 1942. komstig van andere overheidsdiensten, zonder in stemming van den desbetreffenden Chef, en waarbij werd verzocht bij de lagere organen dezelfde ge dragslijn te volgen. Als belangrijke stappen in de goede richting kunnen echter worden genoemd de invoering van de nieuwe loonschaal op 1 Augustus 1942 en de herwaardeering der functies op 1 No vember 1942, waarbij ambtenaren, die meer ver antwoordelijke en leidinggevende werkzaamheden verrichtten, op een beter salarisniveau kwamen. Deze factor is van niet te onderschatten beteeke- nis voor de praestaties, zoowel van het hoogere als het lagere personeel. De personeelssterkte van den Dienst is in den loop van het jaar 1942 meer dan verdubbeld. Zij bedroeg op 31 December 1942 884 tegen 345 manne lijke en vrouwelijke krachten op 1 Januari 1942. Aan het tijdelijke personeel werd uitbetaald een bedrag van f 1.171.328,99; ten behoeve van de Loonbelasting werd ingehouden f 70.496,91. Algemeen. Bij den aanvang van het jaar waren belast met de leiding van den Distributiedienst de Referen daris, Hoofd van de afdeeling „Bevolking, Verkie zingen en Burgerlijke Stand” der Gemeentesecre tarie, P. C. Wesseling, als Directeur en G. H. van Stejjn als adjunct-Directeur. Aan laatstgenoemde was in het bijzonder de zorg toevertrouwd voor de afdeeling „Handel, Instellingen en Bedrijven”. Ten gevolge van de gijzeling van den heer Wesse ling op 4 Mei 1942 werd de heer Van Steijn met de waarneming van het directoraat belast, waarbij de Referendaris, waarnemend Hoofd van de Af deeling „Bevolking, Verkiezingen en Burgerlijke Stand”, C. D. W. van Schaick, hem terzijde stond als waarnemend adjunct-Directeur. Op 15 Mei 1942 werd de heer Van Steijn in krijgsgevangenschap gevoerd, zoodat de heer Van Schaick als waar nemend Directeur optrad. De directe leiding van de afdeeling „Handel, Instellingen en Bedrijven” werd opgedragen aan den Commies ter Gemeente secretarie J. B. G. M. van Pelt en den Adjunct- Commies R. C. Boot. Op 1 Juni 1942 werd als waarnemend Directeur aangewezen de Referenda ris, waarnemend Hoofd van de Afdeeling „Onder wijs” der Gemeentesecretarie, D. E. Nieborg, ter wijl de heer Van Schaick wederom als waarne mend adjunct-Directeur optrad. Aangezien eerst genoemde voorloopig in het gebouw Pretorius- straat 123 zijn intrek nam en de directe leiding van de in dat gebouw gevestigde afdeeling der halve op dezen overging, werd de heer Van Pelt in zijn vorige functie van Chef van het Hoofdkan toor Goudenregenstraat teruggeplaatst. Door het inmiddels aan den heer Wesseling verleende ont slag uit Gemeentedienst en de hervatting van de werkzaamheden van den heer Van Steijn medio October 1942. werd de heer Nieborg definitief als Directeur van den Dienst aangewezen. Op 12 No vember 1942 werd als 2e adjunct-Directeur bij den Dienst benoemd de Referendaris C. D. W. van Schaick. Huisvesting. Het ruimtegebrek, dat blijkbaar onverbrekelijk aan den Distributiedienst is verbonden, noodzaak te in 1942 wederom tot het nemen van bijzondere en ingrijpende maatregelen. Medio Februari 1942 werd in gebruik genomen het gebouw van de openbare lagere school Aueu- bastraat 3, waarin voorloopig werd ondergebracht de afdeeling Textiel, weldra gevolgd door de af deling Schoenen. Eerstgenoemde afdeeling was oorspronkelijk zeer gebrekkig gehuisvest in de eenigszins uitgebroken woonhuizen Hazelaar- straat 97, 99 en 101; de gestadige uitbreiding van deze veelomvattende afdeeling vorderde belang rijk grootere ruimten, welke in het gebouw Aucu- bastraat 3 werden gevonden. Ook de afdeeling Schoenen, welke het winkelhuis Copernieuslaan 155 tot haar beschikking had, groeide er uit. Naast de oplossing van het ruimtevraagstuk was aan de overbrenging der afdeelingen een tweede voor deel verbonden, nl. de centralisatie, waardoor dus de verspreide ligging van de onderdeelen van den Dienst zooveel mogelijk werd beperkt. Ook ten behoeve van den Buitendienst van het Hoofdkantoor, den Accountantsdienst van het De partement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart en de Inspectie van het C.D.K. werden in het ge bouw Aucubastraat eenige lokalen beschikbaar gesteld. Toch bleek na eenige maanden de door de in schakeling van het gebouw Aucubastraat in totaal voor den Dienst beschikbare ruimte nog onvol doende te zijn. Dit vond mede zijn oorzaak in het feit, dat het met sprongen toenemende aantal pa tiënten van de afdeeling Ziekenrantsoenen, welke afdeeling door de uitbreiding van de afdeeling Bijzondere Arbeidsvormen en Arbeiders Buiten land inmiddels eveneens naar de Aucubastraat was verhuisd, een belangrijke opvoering van per soneel noodzakelijk maakte. Om aan alle moeilijk heden een einde te maken, werden pogingen onder- Personeel en salarleering. Ten gevolge van de uitbreiding van de door het C. D. K. gegeven voorschriften ten aanzien van de in distributie gebrachte artikelen eener- zijds en het vele verloop van het personeel ander zijds, berokkende de personeelsvoorziening ern stige moeilijkheden. Bij de vele te ’s-Gravenhage gevestigde Departementen en Rijksbureaux blij ken meermalen beter gesalarieerde betrekkingen te vaceeren, zoodat het niet alleen bezwaarlijk was om goed personeel te verkrijgen, maar vooral ook om het personeel te houden. In dit verband verdient de aandacht de rondzendbrief van den Secretaris- Generaal van het Departement van Binnenlandsche Zaken van 20 Augustus 1942, no. 67585, afd. Ambte naarszaken, waarbij mededeeling werd gedaan van het aan Rjjksdiensten en Semi-Rjjksdiensten opge legde verbod tot het aanstellen van personeel, af-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1942 | | pagina 435