ft
I
VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.
Tabel E.
Totaal
613
546
9
1 168
90
48
138
Dit verbod is inmiddels 31 Juli 1943 ingesteld
krachtens beschikking van het Bedrijfschap voor
Granen, Zaden en Peulvruchten d.d. 5 Mei 1943.
Melk-
brood.
2 431
614
Bruin
brood.
Rogge
brood.
43
9
(Andere
j brood-
isoorten.
47 805
4 998
1 255
Witte
brood.
2 524
632
Aantal gewogen broeden
Aantal onderzochte monsters
al’gekeurde monsters
waarvan wegens:
a. te laag drogestofgehalte
b. te weinig melkbestanddeelen
c. andere redenen
2 524 monsters wittebrood dit gehalte 613 maal, van
2 431 monsters bruinbrood 546 maal onvoldoende
was, d.i. bij omstreeks 23 a 24 ’/o van de onderzochte
monsters.
Indien aangenomen wordt, dat de partijen brood,
waaruit geen monster werd getrokken, aan den
eisch voor het drogestofgehalte voldeden, bezaten
dus van alle partijen wit- en bruinbrood, waarvan
wegingen werden verricht, 1159 of 12,1 niet het
vereischte gehalte aan voedende bestanddeelen.
De samenstelling van het brood is in dit opzicht
derhalve vrijwel gelijk gebleven aan die van het
vorige verslagjaar, toen 12,5 "/o van de onderzochte
brooden een onvoldoende gehalte bleken te bezitten.
Van 43 onderzochte roggebrooden werden 9
afgekeurd.
Alle monsters brood zijn onderzocht op de aan
wezigheid van vreemde minerale bestanddeelen
door bepaling van het gehalte aan keukenzoutvrije
asch. Van 90 monsters wittebrood en 48 monsters
bruinbrood bleek dit aanmerkelijk hooger te zijn
dan het Broodbesluit toelaat, waarbij bovendien
rekening gehouden is met de voorgeschreven toe
voeging van koolzure kalk aan de bloem, alsmede
met den verhoogden uitmalingsgraad.
Terwijl het keukenzoutvrije aschgehalte bij witte
brood ten hoogste 1,- bjj bruinbrood ten hoogste
2,2 mag bedragen, bedroeg dit in veel gevallen
meer dan 5,- in één geval zelfs 18,- 8/o. Deze
afwijking bij het brood bleek deels te wijten aan
de verwerking van belangrijke hoeveelheden van
zoogenaamde broodverbeteraars, mengsels van
stoffen, welke worden geleverd om de structuur
en het uiterlijk van het brood te verbeteren, deels
aan het gebruik van mineraal talkpoeder als
strooimeel.
Het hooge gehalte van de grondstoffen van het
bomvrije koek en gebak ware gewenscht.
In verschillende gevallen, waarin ernstige aan
merking moest worden gemaakt op den toestand
van brood- en banketbakkerijen werden door tus-
schenkomst van den Dienst de benoodigde bouw
materialen ter beschikking gesteld; in één geval
had zelfs een volledige verbouwing plaats, waarna
de bakkerij in alle opzichten aan de eischen be
antwoordde.
Gebak, koek en suikerwerk.
Door gebrek aan de vereischte deugdelijke grond
stoffen werden veel koeken (zonder bon) en andere
banketbakkerswaren van zeer minderwaardige
kwaliteit verkocht, zoodat veelvuldig door het
publiek daarover werd geklaagd. In zes gevallen
was de hoedanigheid der waar zoover beneden peil,
dat een strafvervolging werd uitgelokt. Redenen
van de afkeuring waren: zeer hooge gehalten aan
minerale stoffen (tot omstreeks 40 ’/o), zanderig
heid, hoog gehalte aan ammoniak of soda, gebruik
van bedorven grondstoffen, bittere of alkalische
smaak e.d. Een algemeen verbod van verkoop van
brood aan rogge, waardoor het brood bij bereiding
op de gebruikelijke wijze klef wordt, heeft genoopt
tot het bezigen van de zuurdeeg-methode. Vele
kleine bedrijven echter ondervinden daarbij be
zwaren en voegen daarom zuren, nl. melkzuur of
azijnzuur, aan het deeg toe om de klefheid te
bestrijden. Een en ander bevordert echter ook het
gebruik van andere broodverbeterende grondstof
fen of wat als zoodanig wordt aangeprezen.
Wegens het afleveren van brood van een onvol
doende drogestofgehalte werden 266 processen-ver-
baal opgemaakt, te weten voor wittebrood 91, voor
bruinbrood 104, voor beide soorten brood van
dezelfde bakkerij 71.
Voorts werd nog 43 maal een strafvervolging
ingesteld wegens het verkoopen van brood, ver-
valscht met minerale stoffen (talkpoeder, gips,
krijt e.d.). Ingeval van zeer herhaalde recidive
werden de vonnissen aan den burgemeester der
betrokken gemeente toegezonden, met verzoek deze
openbaar te maken. Daaraan werd zonder uitzon
dering gevolg gegeven.
In de bakkerijen en de daarbij behoorende opslag
plaatsen werd geregeld aandacht gegeven aan de
voorhanden grondstoffen, nadat in den loop van
het verslagjaar door aanvulling van het Algemeen
Besluit (Warenwet) het voorradig hebben in bak
kerijen van grondstoffen, die voor de broodberei-
ding niet toegelaten zijn, strafbaar was gesteld.
Door deze controle werden herhaaldelijk ondeug
delijk samengestelde „broodverbeteraars” (meng
sels, waarin kaliumchloraat, minerale talk, sterk
zanderig tulpenbollenmeel e.d.) aan het gebruik
onttrokken. Voorts werden af gekeurd grondstoffen
van ondeugdelijke samenstelling, o.a. een als wijt-
poeder aangeduid meel, voor 72 uit minerale
bestanddeelen bestaande.