1 J VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN. ingesteld naar de samenstelling van regeerings- bloem en -meel van alle meelfabrieken en molens, welke de bakkerijen in het keuringsgebied ’s-Gra- venhage van grondstoffen voorzien. Een watergehalte hooger dan 16,5 de grens in het Meelbesluit gesteld, kwam slechts tweemaal voor (16,7 en 16,8 12 maal lag het tussehen 15,25 (het thans door de Stichting „Ned. Meelcen trale” gestelde maximum) en 16,5 Het aschgehalte van het regeeringsmeel, bere kend op de droge stof, bedroeg 1,6 en 1,7 van de regeeringsbloem 1,2 en 1,4 Uit dergelijke grondstoffen kan brood in de voor geschreven hoeveelheden worden bereid, dat vol doet aan de eischen, in het Broodbesluit gesteld. Taptemelk. Van dit zeer in belangrijkheid gestegen voedings middel zijn 5 655 monsters onderzocht. Daarvan werden 891 d.i. bijna 16 ondeugdelijk bevonden. Het meerendeel dezer ondeugdelijke monsters was met water vervalscht. De watertoevoeging was in veel gevallen zeer belangrijk, tot 170 deelen per 100 deelen onvervalscht product. Daarnaast werd nog een aantal monsters afge keurd wegens een te hoog vetgehalte. De voor raden, waaruit deze monsters waren getrokken, waren mengsels van melk en taptemelk; zij werden veelal in bussen zonder opschrift vervoerd en aan het publiek afgeleverd als „melk”, doch den keur meester als „taptemelk” aangewezen. Wegens aflevering van met water vervalschte taptemelk werd 197 maal proces-verbaal opge maakt, wegens vervoer van taptemelk met te hoog vetgehalte 80 maal. Vijftien maal werd door den Kantonrechter principale hechtenis opgelegd. Gepasteuriseerde en gesteriliseerde melk en taptemelk. Onderzocht zijn 148 monsters gepasteuriseerde melk, waarvan 32 in een of ander opzicht ondeug delijk waren. In 26 monsters was door onvoldoende koeling het aantal bacteriën veel te hoog; in 9 gevallen was de phosphatase niet vernietigd, derhalve de verhitting onvoldoende geweest. Coli- achtige bacteriën werden in 4 monsters aange toond. Het vetgehalte was 2 maal onvoldoende, watertoevoeging werd bij 1 monster vastgesteld. Er is 3 maal proces-verbaal opgemaakt tegen de bereiders van ondeugdelijke gepasteuriseerde melk; naar aanleiding van de overige ondeugdeljjk- bevindingen zijn waarschuwingen verzonden of nadere onderzoekingen verricht. Van 16 monsters gesteriliseerde melk bleken 4, van drie verschillende melkinrichtingen afkomstig, niet steriel. De gekeurde 3 monsters gepasteuriseerde en 1 monster gesteriliseerde taptemelk bleken alle deugdelijk te zijn. Melk. Van melk, vervoerd langs den openbaren weg en in winkels ten verkoop staande, werden 15 328 monsters genomen. Daarvan bleken 613, d.i. ruim 4 een lager vetgehalte te bezitten dan 2,4 (krachtens het Standaardisatiebesluit 1940 moet het vetgehalte der melk tussehen 2,4 en 2,6 “/o lig gen). Meer dan 2,6 vet werd aangetroffen in 39 monsters. Het gemiddelde vetgehalte van alle monsters bedroeg 2,53 (2,56 ’/o in 1941); in alle gemeenten van het keuringsgebied met uitzondering van Berkenwoude lag het gemiddelde vetgehalte tus- schen 2,45 en 2,58 ’/o (zie Tabel C op blz, 8). Een afwijkend vetgehalte van de gestandaardi seerde melk gaf 315 maal aanleiding tot het opmaken van proces-verbaal; in deze gevallen stond voor mij vast, dat de melk door toevoeging van taptemelk was vervalscht. In de overige ge vallen (297) werd met het geven van een waar schuwing volstaan of werd een nader onderzoek naar de oorzaak van de afwijking ingesteld. Aflevering door veehouders van door afrooming vervalschte volle melk werd nog 9 maal gecon stateerd, naar aanleiding waarvan steeds een strafvervolging werd uitgelokt. Ook dit jaar werden door de keurmeesters vele vervalschingen van melk door taptemelktoevoe- ging waargenomen, welke geschiedden onmiddel lijk vóór de aflevering van de melk aan de gebruikers; 47 maal werd daarvan proces-verbaal opgemaakt. In deze gevallen werd bovendien de vergunning, noodig voor het vervoeren van melk en taptemelk op hetzelfde vervoermiddel inge trokken, waardoor het vervalschen ter plaatse van aflevering onmogelijk werd gemaakt. Vervalsching van melk door watertoevoeging werd 340 maal geconstateerd. Door toevoeging van taptemelk, van water of van beide vloeistoffen waren in 1942 ruim 6,2 van de onderzochte partijen melk vervalscht (5 in 1941, 3 in 1939). Melk met zichtbaar vuil of met mastitis-strep- tocoecen bedeeld werd slechts zelden aangetroffen. Doordat alle melk moet worden teruggebracht op een vetgehalte van 2,5 ’/o, mag zij uitsluitend wor den geleverd aan enkele melkinrichtingen, welke voor dit standaardiseeren zijn aangewezen. Daar wordt de melk tevens van vaste verontreinigingen en ettervlokjes met de streptococcen practisch geheel ontdaan. Nog 21 monsters bevatten zicht baar vuil, 16 monsters mastitis-streptococcen. Melk met meer bacteriën dan 100 000 per cm3 werd 335 maal aangetroffen. Twintigmaal is der gelijke ondeugdelijke melk bij melkverkoopers voor de consumptie afgekeurd en tot veevoeder gede natureerd. Wegens het verkoopen of af leveren van ver valschte of ondeugdelijk samengestelde melk zijn 401 processen-verbaal opgemaakt, nl. wegens af wijkend vetgehalte 315 maal, wegens watertoe voeging 63 maal, wegens onvoldoende versch- heid 17 maal, wegens vermenging met pathologisch product van uierzieke dieren 3 maal; voorts zijn drie melkverkoopers vervolgd, die mengsels van melk en taptemelk afleverden van veel lager vetgehalte, dan waarop de kooper aanspraak kan maken. In 16 gevallen werd principale hechtenis opge legd. Voorts zijn talrijke overtreders, die bij de behandeling van hun zaak zelfstandig den melk handel bleken uit te oefenen zonder te beschikken over de vereischte bedrijfslocaliteit, uit den handel verwijderd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1942 | | pagina 65