1 10 j! VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN, Viseh. j I 80 en meer en bleek 20 a 30 aan waterig materiaal te zijn toegevoegd, in den regel in den vorm van afkooksels van beenderen en peezen, of wel als bloedplasma. In 5 gevallen was te veel meel of een ander zetmeelhoudend bestanddeel verwerkt; in 6 worstmonsters was boorzuur in te sterke mate verwerkt, 5 maal bleek een synthe tische kleurstof te zijn toegevoegd. In enkele ge vallen werd in gebraden gehakt taptemelkpoeder aangetoond. Het hooge watergehalte werd in de worst veelal aangebraeht om een smeerbaar product te kunnen leveren. Daar de smeerbaarheid niet door vet, doch door water was verkregen, ging dit evenwel ten koste van de voedingswaarde (en de vleeschbon- nen) en kon dus niet worden toegelaten. Er zijn 42 proeessen-verbaal opgemaakt; in 61 gevallen werd volstaan met het zenden van een waarschuwing. Eenmaal is de aandacht van den Vleeschkeu- ringsdienst gevestigd op het bedrijf van een, door den Dienst reeds herhaaldelijk vervolgden markt koopman, die w’orst bereidde van een zeer infe rieure kwaliteit. Naar mij is medegedeeld werd de worst bereid van oude» bedorven darmen en afval stoffen, zooals baarmoeders, welke niet in vleesch- waren verwerkt mogen worden. Artikelen, bij Besluit als „waren” aangewezen. Wasehmiddelen. Door gebrek aan de benoodigde grondstoffen konden geen zeep en andere wasehmiddelen meer bereid worden, welke aan de eischen in het Wasch- middelenbesluit gesteld, voldoen konden. Wij heb ben ons er toe bepaald na te gaan of de samen stelling der producten beantwoordde aan de eischen, gesteld door de Sectie „Zeep” van het Rijksbureau voor Chemische Producten. Het resultaat van de gehouden enquête kon allerminst bevredigend worden genoemd; herhaaldelijk werden groote partijen aangetroffen, waarvan de hoeveelheid in water oplosbare „wasch-actieve” stoffen ver be neden de door genoemd Rijksbureau gestelde grens bleef In zulke gevallen volgde inbeslagneming en proces-verbaal. worst en op de samenstelling daarvan, alsook op de bereiding van conserven in glas en blik van sprot, schar, schol, tong, wijting en enkele soorten zoetwatervisch. Tegen een bereider van sprot in tomatensaus werd proces-verbaal opgemaakt, om dat deze waar was aangeduid als „Sardien”. Twee vischrookers, die bedorven paling hadden gerookt en in den laten avond langs den weg verkochten, zijn veroordeeld tot drie weken principale hechtenis. Regelmatig is toezicht gehouden op de inrichting van en de zindelijkheid in vischrookerjjen, inmake- rüen en andere bereidplaatsen van vischconserven. Indien deze niet voldeden aan de nieuwe eischen van het gew'jjzigde Algemeen Besluit (Warenwet) werd voor het aanbrengen van verbeteringen gezorgd, voor zoover de schaarsehte aan bouw materialen dit mogelijk maakte. Aan de Nederlandsche Visscherij Centrale werd op haar verzoek omtrent de inrichting der Vis- scherjjbedrijven inlichtingen verstrekt. Langs den weg en in winkels zijn 16144 partijen visch gekeurd, waarvan 146 zijn afgekeurd en wel 21 partijen versche, 25 gerookte, 16 gezouten en 78 partijen op andere wijze geconserveerde visch. Tabel H op bladz. 11 geeft een overzicht van de op de visch verrichte controle. Er kwamen 89 klachten binnen van handelaren in of koopers van visch, waarvan de volgende vermelding verdienen. Twee w’agons mosselen werden teruggezonden om er de doode exemplaren te doen uitzoeken en daarna de waar voor de kokerij te bestemmen. Een groote partij gerookte paling werd door den geadresseerde geweigerd, omdat zij eenige schim- melwoekering vertoonde. Wij hebben adviezen gegeven, waardoor de partij voor de consumptie behouden kon worden. Kleurstof van cellophaan deelde zich mede aan de daarin verpakte waar, zoodat het gebruik ervan verboden moest worden. Eenige klachten betroffen de vischworst van een te Ede (G.) ge vestigden conservenfabrikant, van wien talrijke leveringen wegens bederf werden afgekeurd. Ansjovispasta, die door gebrek aan enkele grondstoffen in samenstelling en in smaak van het normale product afweek, gaf reden tot klachten. Nadat op ons advies het gehalte aan thijm was verminderd, werden geen bezwaren meer vernomen. De aanvoer van viseh was, evenals in het vorige jaar, praetisch beperkt tot die soorten, welke door de kustvisscherij te Scheveningen werden ge vangen. Daarbij kwamen zendingen uit IJmuiden, eenige zoetwatervisch en in de herfst- en winter maanden de mosselen. Voor het publiek stonden in verschen toestand hoofdzakelijk slechts schar, schol en wijting ter beschikking; voorts gerookte schar, wijting, kleine haring, spiering en pos. Gerookte paling kwam niet in openbaren verkoop, maar werd alleen ter beschikking gesteld van het personeel van groote bedrijven. Voor de beoor- deeling der kwaliteit hiervan werd enkele malen de hulp van dezen Dienst ingeroepen. De belangrijke vangst van sprot deed een onge kende drukte ontstaan in de bereiding van sprot- filets, waarbij vele handen werk vonden. In den herfst ging men over tot het bereiden van groote partijen gezouten jonge haring. Laatstbedoelde visch, hoewel veel op sprot gelijkend, bezit in zijn jeugdstadium niet de goede hoedanigheden van sprot, is b.v. minder vet en vindt daardoor niet zoo’n gretigen aftrek. Het fileeren en verpakken van de sprot, schar en haring geschiedde aanvankelijk veel in huis industrie. Met het oog op het gevaar dat daaruit voor de volksgezondheid kan ontstaan, werd daar aan een eind gemaakt. Het fileeren geschiedde daarna in localen, die door groepen van de betrok ken fileerders waren gehuurd en ingericht. Hoe wel ook deze toestand niet ideaal is, kon toch beter toezicht op de uitoefening van dit bedrijf worden gehouden en werd voorkomen, dat zieke personen aan de bereiding deelnamen. Tegen een tiental personen, die het fileeren in hun woonkamers bleven voortzetten, werd een ver volging ingesteld. Toezicht is gehouden op de bereiding van visch-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1942 | | pagina 68