6
VERSLAG DEK DUINWATERLEIDING.
ADMINISTRATIEF OVERZICHT.
f 6.000,—, f. „Kinderbijslag”, rond f 23.600,g.
„Ongevallenwet”, rond f 1.400,cc. „Kosten der
telefoonaansluitingen”, rond f 600,—, dd. „Kosten
luchtbescherming”, rond f 4.800,ee. „Diversen”,
rond f 4.800,—, Art. VII „Afschrijvingen”, rond
f 26.500,Art. VIII „Oninbare posten”, rond
f 4.400,Art. IX „Uitkeeringen aan de Gemeente”,
rond f 7.600,en voor Art. X „Onvoorzien”, rond
f 126.000,in verband met de afwikkeling van
het proces Loudon/Jochems contra de Gemeente.
Lager waren: Art. I „Productiekosten”,
f 22.900,—, Art. II „Distributiekosten”,
f 5.300,Art. IV „Onderhoudskosten”,
Art. II
Art. IV
rond
rond
rond
f 35.800,o. a. de onderdeelen c, l, u en v van
Art. V, „Arbeidsloonen van algemeenen aard”,
rond f 900,„Bijdragen voor eigen en weduwen
en weezenpensioen”, rond f 900,—, „Ondernemings-
belasting”, rond f 25.000,en „Druk- en bindwerk,
schrijf- en teekeubehoeften, diverse bureau-onkos-
ten”. rond f 5.200,— en Art. VI „Renten”, rond
f 11.900,—.
De kostprijs van het water bij de verbruikers
bedroeg 18,4572 cent per m3 tegen 17,1115 cent in
1942.
De afgeleverde hoeveelheid water bedroeg circa
8,6 minder dan in 1942.
Het aantal pereeelen waaraan water geleverd
werd, bedroeg op 31 December 1943 circa 13,2
minder dan op 31 December 1942.
Het kapitaal vermeerderde door uitbreiding met
rond f 60.500,en verminderde door aflossing met
rond f 432.800,—.
Omtrent de rekening over 1943 kan het volgende
worden opgemerkt.
Het winstsaldo bedraagt f 224.909,65, dat is rond
f 433.475,minder dan in 1942.
De baten (zonder rekening te houden met Art.
III „Restitutie door de Gemeente van de kosten
van openbaren dienst” en met Art. VI „Verhaal
van pensioensbijdragen”) zijn circa f 338.900,
lager.
Meer brachten op de onderdeelen d, e, f en g van
Art. II, „Huur van opzetstukken met watermeter”,
„Vergoeding van kosten ingevolge art. 14, 3e lid,
laatsten zin, van het tarief”, „Werken voor reke
ning van anderen” en „Diversen”, respectievelijk
rond f 25,—, rond f 200,rond f 11.400,en rond
f 60,—.
Mindei’ brachten op Art. I „Opbrengst van het
duinwater”, rond f 265.900,de onderdeelen a, b
en c van Art. II, „Huur van meters”, „Huur van
aanvoerleidingen” en „Sluiten en heropenen van
dienstkranen en verzegelen van brandkranen”, on
derscheidenlijk rond f 47.600,rond f 26.600,en
rond f 2.500,Art. IV „Rente van kasgeld”, rond
f 2.900,en Art. V „Bijzondere inkomsten”, rond
f 5.100,—
De lasten (zonder rekening te houden met Art.
III „Kosten van openbaren dienst”) zijn vergele
ken met die over 1942 rond f 92.800,hooger.
Meer werd gevorderd voor Art. V „Algemeene
kosten”, o.a. voor de onderdeelen a „Jaarwedden,
eventueele wachtgelden en loonen hulppersoneel”,
rond f 9.700,b „Verlofgelden”, rond f 3.700,
c „Ziekengelden, bijslagen getroffenen”, rond