2 VERSLAG GEMEENTEPLANTSOENEN. VII. WANDELPLAATSEN EN PLANTSOENEN. Onderhoud. Het onderhoud van de openbare wandelplaatsen en plantsoenen en het onderhoud der beplantingen en paden op de beide Algemeene Begraafplaatsen geschiedden in eigen beheer. De onderhoudswer ken op de „De Voorde’s” te Rijswijk (Z.-H.) bleven uitbesteed. Helaas moet worden opgemerkt, dat een klein deel der burgerij en vooral de jeugd erger dan ooit de schendende hand slaat aan al het natuur schoon, dat in jaren door geduldige verzorging is opgebouwd. Van de zijde van het publiek wordt hiertegen weinig of niets gedaan. Zelfs de inge stelde extra-bewaking kon niet voorkomen, dat het gemeenschappelijk eigendom aan natuurschoon thans kennelijk de sporen draagt van oorlogsver- wildering. Met verwijzing naar het onder „Personeel” t.o.v. 75 werklieden medegedeelde, kon een deel (naar raming f 20.000,Lasten en f 40.000,Baten) der voor onderhoudswerken op de bedrjjfsbegrooting 1943 toegestane bedragen niet worden verwerkt. Om den achterstand eenigszins in te halen moest in het voorjaar 1944 los personeel in dienst geno men worden. Wandel-, rijwiel- en ruiterpaden. De gezamenlijke lengte en oppervlakte van de afzonderlijk gelegen wandel- en rijwielpaden be droegen op 31 December 1942 onderscheidenlijk 143 580 m en 418 842 m2. De ruiterpaden hadden op 31 December 1942 een lengte van 16 514 m en een oppervlakte van 33 593 m2. Aanleg vond niet plaats. Door bezettingsmaat- regelen is het ondoenlijk de verminderingen pre cies vast te stellen, zoodat pas als de vrede in het land is, de juiste lengte en oppervlakte van de wandel-, rijwiel- en ruiterpaden kan worden ver meld. Plantsoenbanken. Het onderhoud van de langs de afzonderlijk ge legen wandelpaden staande zitbanken geschiedde in eigen beheer. De hiervoor noodige grondstoffen konden door den oorlog niet, of in onvoldoende hoeveelheid en kwaliteit, worden gekocht. De slij tage is grooter dan ooit, zoodat dooi’ een en ander een onbevredigende toestand is ontstaan. Het totaal der aanwezige zitbanken op 31 De cember 1942 bedroeg 854 stuks. Uit de „Sperrgebiete” moesten banken worden weggenomen; zij werden elders opgeslagen om ze later weer te plaatsen. Stormschade. Stormweer van eenige beteekenis kwam in het afgeloopen jaar een enkele keer voor. Het weg ruimen van gevelde boomen en afgewaaide takken met het daaraan verbonden hakwerk, maar vooral het opnieuw aan de steunpalen vastzetten van den door den storm losgeslagen jonge boomen vorder den vervoer en werk. De uit een en ander voort gevloeide kosten bedroegen f 4.642,38, welk bedrag weer, zonder extra-credietverleening, uit de voor de gewone onderhoudswerken beschikbare gelden kon worden bestreden. Brandschade. Branden kwamen niet voor, zoodat uit dezen hoofde geen schade is geleden. Onbekend is of branden hebben gewoed in de afgesloten Oost- en Westduinen en in Petit St.-Hubert. Overigens wjjst het kleine aantal branden in jaren met veel neerslag op den samenhang tus- schen weersgesteldheid en brandgevaar. Plantengroei. De wintermaanden brachten weinig vorst, hagel en sneeuw. Beschadigingen door de invloeden van het winterweer kwamen dan ook niet voor. Het voorjaar, vooral tegen en tijdens het uitbotten der boomen, was zeer ongunstig door hooge droge winden, waardoor het jonge groen op niet be schutte plaatsen zwart waaide en vernield werd. De voorjaarsbloei van de geslachten als Prunus, Malus, Spirea enz., leed daaronder zeer. Ook de jonge rozenscheuten werden zwaar beschadigd. Gelukkig verliep de najaarsbloei vrijwel normaal. Het bloemhout bleef kort maar stevig en is goed uitgerjjpt, zoodat de bloeiverwachtingen voor 1944 gunstig zijn. Tegen de iepenziekte blijkt nog geen kruid te Aanleg. Het aanleggen van nieuwe plantsoenterreinen en het aanbrengen van nieuwe beplantingen ge schiedden in eigen beheer. Beplanting werd o.a. aangebracht om het sportterrein aan de Jan-van- Beersstraat en aan de Thorbeckelaan bij de Laan van Meerdervoort; boombeplanting o.a. langs de Vaillantlaan en langs de Prinsegracht. Plantsoen en boombeplanting o.a. in „Marlot” en in de stra tenplannen: „Oostbroek”, „Bezuiden Laakhaven” en „Uilennest”, terwijl ook aanleg plaats had in verband met het maken van een toegang naar de Algemeene Begraafplaats Westduin. Straatbeplantingen. De lengte der boombeplanting langs wegen, lanen, straten enz. bedroeg op 31 December 1942 262 649 m. In de Therèse-Schwartzestraat o.a. werd 245 m bijgeplant. Wat de juiste vermindering is dezer beplanting, is door de nog niet geëindigde militaire vorderin gen niet te controleeren, zoodat pas na het einde van de buitengewone tijdsomstandigheden de juiste lengte kan worden vastgesteld. Plantsoenterreinen. Op 31 December 1942 hadden de plantsoenterrei nen der Gemeente een gezamenlijke oppervlakte van 557.72.71 ha. Op en om het sportterrein aan de Jan-van- Beersstraat vermeerderde de oppervlakte met 0.42.30 ha. Ten gevolge van militaire maatregelen door de Duitsche Weermacht verminderde de opper vlakte op verschillende plaatsen, o.a. in de bouw plannen Segbroek I en II, Laan van Meerder voort IU, in de Scheveningsche Boschjes, op Zorg vliet, in de Boschjes van Pex enz. Pas na afloop van den oorlog zal het weer mogelijk zjjn de juiste oppervlakte te meten.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1943 | | pagina 116