I
15
VERSLAG van den Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting
van ’s-Gravenhage, over het jaar 1943.
I. ALGEMEEN.
18 personen
H
34 personen
houdswerkzaamheden te verrichten.
der Stadsontwikkeling en Volkshuis-
gedurende dit verslagjaar, evenals in
B
10
aan
den
van
Luehtbesehermin g.
Doordat het personeel, in verband met het sein
„luchtalarm”, den bij de dienstgebouwen behoorenden
schuilkelder moest betrekken, werden de werkzaam
heden 33 maal voor den duur van gemiddeld 40
minuten onderbroken.
Ter bestriding van den zeer hinderlijken galm in
den schuilkelder, werden de muren gedeeltelijk met
harmonicagewjjs gevouwen viltpapier bekleed en
werd de vloer met matten bedekt.
II. STADSONTWIKKELING.
A. STADSUITBREIDING.
1. Uitbreidingsplannen.
Uitbreidingsplan „Leyenburg”.
H-'t in het voorgaande verslagjaar ingezonden
gewijzigde plan tot herziening van het uitbreidings
plan „Leyenburg” werd door den Burgemeester vast
gesteld bij zijn besluit van 6 Januari 1943, Corr. no.
108720, Afd. 8. en B. en van 8 tot en met 21 Januari
1943 op de Gemeentesecretarie ter inzage gelegd.
Op 24 November 1943 werd een bij den Secretaris-
Generaal van het Departement van Binnenlandsche
Zaken ingediend bezwaarschrift tegen deze vaststelling
in de vergadering van den Baad van State, Afdeeling
voor de Geschillen van Bestuur, behandeld.
Aan het einde van het verslagjaar was de goedkeu
ring van den Secretaris-Generaal van het Departement
van Binnenlandsche Zaken nog niet verkregen.
Uitbreidingsplan „Rustenburg-Oostbroek”.
Het evenvermelde geldt ook voor de herziening van
een gedeelte van het uitbreidingsplan „Rustenburg-
Oostbroek”, dat aan vorengenoemd uitbreidingsplan
grenst en daarin werd betrokken.
Uitbreidingsplan „Ockenburgh, Mae. en
Escamppolder”.
De in het jaarverslag over 1942 gememoreerde, met
de noodige voortvarendheid ter hand genomen voor
bereiding van nieuwe plannen van uitbreiding, kwam
dit jaar niet gereed, mede in verband met de sedert de
vaststelling der oorspronkelijke plannen sterk gewij
zigde omstandigheden, waardoor de nieuwe plannen
dermate van de oorspronkelijke zullen verschillen, dat
zij niet meer strooken met de beslissingen, neergelegd
in het besluit van den Secretaris-Generaal van het De
partement van Binnenlandsche Zaken van 3 September
1942, B.Z. No. 1 V., waarbij het beroep van het Gemeen
tebestuur tegen de beslissing van Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland ongegrond werd verklaard.
In dit verband kan worden vermeld, dat op 22 Mei
1943 aan den Wethouder voor de Openbare Werken
en Bedrijven een nota werd gezonden inzake spoorweg-
aansluiting van diverse stadsdeelen in het algemeen
en van het Zuid-Westeljjk deel der stad in het bijzonder.
B(j schrijven van 9 April 1943, Corr. no. 114303, Afd.
S. en B. bracht de Burgemeester de waarschijnlijke
Dienstgebouwen.
Daar de dienstgebouwen in goeden staat verkeer
den, was het slechts noodzakelijk de normale onder-
Beheer.
De Dienst
vesting werd
1942, krachtens de Verordening no. 152 van 1941 van
I den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche
gebied (Verordeningenblad 1941, stuk no. 33), beheerd
j door den Burgemeester.
Personeel.
Op 31 December 1943 bestond het bij den Dienst
werkzame personeel uit 88 vaste, 5 tjjdelijke en 3
op arbeidscontract aangestelde ambtenaren, totaal
96 ambtenaren. Van het vaste personeel waren 5
ambtenaren gedetacheerd bij de Stichting „Centraal
Woningbeheer”.
Op dien datum waren voorts nog werkzaam 59
vaste, 7 lijdelijke en 25 losse werklieden, alsmede
13 werkvrouwen in dienst van den concierge, totaal
derhalve 91 werklieden en 13 werkvrouwen.
Evenals in het voorafgaande jaar werd ook in 1943
door bemiddeling van den Dienst bonlooze bijvoeding
aan de werklieden tegen kostenden prijs beschikbaar
gesteld.
In Februari van het verslagjaar bereikte Ir. H. van
Rees, Hoofdingenteur-Afdeelingschef, den 65-jarigen
leeftijd, in verband waarmede hem met ingang van
1 April d.o.v. eervol ontslag werd verleend, onder
gelijktijdige toekenning van de gouden medaille, ge
slagen op den kleinen stempel der Gemeente, als
blflk van waardeering voor de buitengewoon goede
wjjze, waarop h<j gedurende zijn diensttijd zijn taak
heeft vervuld.
Met ingang van 1 Maart 1943 werd aan E. J. Tim
merman, Technisch Hoofdambtenaar-Afdeelingschef,
eervol ontslag verleend wegens het bereikt hebben
van den pensioengerechtigden leeftijd in Januari
daaraan voorafgaand. Hem werd, om dezelfde redenen,
de zilveren medaille, geslagen op den grooten stem
pel der Gemeente, toegekend.
Eenige leden van het personeel werden in Duitsch-
land te werk gesteld, terwijl andere in krijgsgevan
genschap zijn weggevoerd, een en ander op last van
de Duitsche bezetting. Verder is hulp verleend
den Gemeentelijken Evacuatiedienst en aan
Gemeentelijken Tijdeljjken Dienst voor de Teelt
V oedingsgewassen.
Dientengevolge waren op 31 December 1943 aan
den Dienst onttrokken:
door tewerkstelling in Duitschland
door wegvoering in krijgsgevangen
schap
door detacheering bij andere diensten
Totaal