2
I
I
I
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.
I
zjjn besluit van
S. en B. vastge-
uitbreidingsplan
overschrijding van den termen van 12 maanden, ge
noemd in artikel 38, lid 2, der Woningwet, waarbinnen
de nieuwe plannen ter vaststelling moesten zijn voor
gelegd en verstrijkende op 9 September 1943, ter ken
nis van den Secretaris-Generaal van het Departement
van Binnenlandsche Zaken, waarop deze in zijn schrij
ven van 18 September 1943, No. 6322 M/PBR. A'g.,
Afd. Volkshuisvesting, te kennen gaf, dat het niet in
zijn voornemen lag, na verloop van bovengenoemden
termijn, stappen te doen teneinde tot vaststelling, in
gewjjzigden vorm, van de niet goedgekeurde plannen
te geraken.
Uitbreidingsplan „Mariahoeve”.
Het bovenvermelde geldt eveneens voor het uitbrei
dingsplan „Mariahoeve”.
Uitbreidingsplan „Reigersbergen”.
In aansluiting aan het vermelde in het jaarverslag
over 1942 kan worden medegedeeld, dat de Secretaris-
Generaal van het Departement van Binnenlandsche
Zaken bij zijn besluit van 8 Januari 1943, B.Z. No. 1 V.,
het beroep van het Gemeentebestuur tegen de niet-
goedkeuring van het uitbreidingsplan „Reigersbergen”
door Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Hol-
land, ongegrond heeft verklaard.
Uitbreidingsplan „Binckhorst”.
Het door den Burgemeester bij
12 Augustus 1942, No. 94085, Afd.
stelde herzieningsplan van het
„Binckhorst”, werd door den Secretaris-Generaal van
het Departement van Binnenlandsche Zaken bij diens
besluit van 6 Januari 1943, B.Z. No. 1 V., goedgekeurd
en daarop van 19 Januari d.o.v. op de Secretarie ter
inzage gelegd.
Uitbreidingsplan „Oostduinen".
Het beroep, ingesteld tegen de goedkeuring van
dit uitbreidingsplan door den Commissaris der pro
vincie Zuid Holland bij zijn besluit van 10 Maart 1942,
B. No. 757/21 (2e afdeeling), Res. No. 126/1, zooals
vermeld in het jaarverslag over 1942, werd door den
Secretaris-Generaal van het Departement van Binnen
landsche Zaken bij beslnit van 7 April 1943, B.Z. No. 1 V.,
ongegrond verklaard, terwijl tevens het besluitvan den
Commissaris der provincie werd vernietigd, daar niet
kan worden erkend, dat dringende redenen de veran
dering van bestemming van den grond van open in
gesloten bebouwing zouden vorderen en dat moeilijk
valt in te zien, waarom ter plaatse slechts gesloten
bebouwing uit stedebouwkundig oogpunt verantwoord
zou zijn.
Uitbreidingsplan „Moerweg”.
Op verzoek van den Burgemeester werd advies
uitgebracht over een door den Raad van Advies
inzake Stadsuitbreiding en Architectuur vastgesteld
schetsplan voor een herziening van het uitbreidings
plan „Moerweg”, voor zoover gelegen ten westen
van den Moerweg en de spoorbaan naar Rotterdam.
Hieromtrent was aan het einde van dit verslagjaar
nog geen nader bericht ontvangen.
Uitbreidingsplan „Broekslootkade”.
Naar aanleiding van een dezerzijds aan den Wet
houder voor de Openbare Werken gerichten brief,
houdende beschouwingen inzake het uitbreidingsplan
„Broekslootkade” (tusschen Ketelstraat en Broeksloot
kade, Stuwstraat en Trekweg), werd van den Bur
gemeester opdracht ontvangen de voor de ter inzage-
legging van een ontwerp-herzieningsplan vereischte
bescheiden, in overleg met het Hoofd der Afdeeling
Stadsuitbreiding en Bouwtoezicht der Gemeente
secretarie, in gereedheid te brengen. De hieraan
verbonden werkzaamheden waren dit verslagjaar nog
niet geëindigd.
Uitbreidingsplan „Uilennest”.
In opdracht van den Wethouder voor de Openbare
Werken is een wijziging van het uitbreidingsplan
„Uilennest” in bewerking.
Uitbreidingsplannen van naburige gemeenten.
Uitbreidingsplan „Spoorbaan”.
Hiertoe gemachtigd door het toenmalig College
van Burgemeester en Wethouders, werden onder-
handelingen gevoerd met den Directeur d>*r Gemeente
werken van Voorburg over een wijziging van het
uitbreidingsplan „Spoorbaan”, zoodanig, dat zal wor
den voorkomen, dat uitzicht op de achtergevels der
bebouwing van de spoorbaan af, zou ontstaan. Aan
het einde van dit jaar was deze herziening nog niet
tot stand gekomen.
Streekplannen.
De werkzaamheden der Streekplan-Commissie voor
het gebied ’s-Gravenhage Rotterdam-Hoek van Holland
zjjn opgeschort.
2. Stratenplannen.
a. op terreinen behoorende aan de Gemeente.
Stratenplannen.
Over straataanleg op terreinen, eigendom van de
Gemeente, valt dit verslagjaar niets te vermelden.
b. op terreinen niet behoorende aan de Gemeente.
Stratenplan „Uilennest”.
Ingevolge door den „Bevollmachtigte für das
Wohnungs- und Siedlungswesen” aangebrachte wijzi
gingen in den aanleg van het stratenplan „Uilennest”
2de gedeelte, werd opnieuw met het Rijk, Gemeente
werken en de Provinciale Beleggings Maatschappij
overleg gepleegd, ten einde een regeling te treffen
inzake verdeeling en betaling van de kosten van
straataanleg en van verricht bijkomend werk, zoo
mede inzake betaling van de grootere oppervlakte
bouwgrond, in beslag genomen voor straataanleg ten
gevolge van bedoelde wijziging. Deze onderhandelingen
hebben nog niet tot het gewenschte resultaat geleid.
3. Onteigening en aankoop ten behoeve van de
stadsuitbreiding.
In den loop van het verslagjaar werden geen ter
reinen ten behoeve van de stadsuitbreiding onteigend
of aangekocht. Wel werd bij schrijven d.d. 9 Augustus
1943, No. 5772 aan den Burgemeester voorgesteld mach-
tigingte verleenen te onderhandelen over aankoop van
gronden tusschen den Ley weg en hetZuiderpark in het
uitbreidingsplan „Ockenburgh, Mae- en Escamppol-
der”, ter verkrijging van meer gronden voor andere dan
bebouwingsdoeleindeu, zooals zuiveringsinrichting
van de rioleering, school- en kindertuinen, sportter
reinen, definitieve volkstuinen, parkaanleg, wegen e.d.,