16
VERSLAG van de Stichting „Centraal Woningbeheer” te ’s-Gravenhage
over het jaar 1943.
I. ALGEMEEN.
Algemeen overzicht.
Werkwijze.
II. EXPLOITATIE DER NIEUWE EN
AANGEKOCHTE WONINGEN.
In verband met het ontbreken van een Algemeen
Bestuur en de onvolledige samenstelling van het
Dagelijksch Bestuur hebben geen vergaderingen
plaats gehad. Het Gedelegeerd Lid deed de loo-
pende zaken af.
Personeel.
In zijn schrijven van 18 November 1942, No. 106705,
Afd. 8. Z., deelde de Burgemeester mede, dat met
ingang van een nader te bepalen datum voor het
Stichtings-personeel dezelfde arbeidsvoorwaarden
zouden moeten gelden als voor het overige ge-
meentepersoneel, met dien verstande, dat in de
positie van het Bestuur ten opzichte van het per
soneel geen verandering behoefde te komen en hij
verzocht de daarvoor noodzakeljjke voorstellen tot
wijziging van de Statuten, het Reglement en de
Arbeidsvoorwaarden ter goedkeuring in te zenden.
Aan dit verzoek werd op 12 Februari 1943 vol
daan door het insturen van een voorstel tot wijzi
ging der arbeidsvoorwaarden, aangezien wijziging
der Statuten en van het Reglement niet noodza
kelijk bleek en daar het personeel der Stichting
reeds sedert 1 Januari 1937 in de salarisgroepen
der gemeentelijke salarisverordening is ingedeeld,
behoefde ook in dit opzicht in de personeelspositie
geen verandering te worden gebracht. Dit voorstel
was aan het einde van dit verslagjaar nog niet
door den Burgemeester goedgekeurd.
Het aan de Stichting verbonden personeel be
stond op 31 December 1943 uit 21 ambtenaren
(waarvan 1 in tijdelijken dienst en 2 op arbeids
overeenkomst), alsmede uit 5 vaste ambtenaren van
den Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisves
ting en 1 tijdelijken ambtenaar der Gemeente
secretarie, die gedetacheerd waren bij de Stichting.
Op 31 December 1943 was 1 ambtenaar tijdelijk ter
beschikking gesteld van den Evacuatiedienst.
Toepassing Verordening No. 145/1940.
Deze aangelegenheid verkeerde aan het einde
van het verslagjaar nog in hetzelfde stadium als
eind 1942, waarover het verslag over dat jaar
mededeelingen bevat. Aan het in Juli 1942 door den
Burgemeester tot den Commissaris voor de niet-
Commercieele Vereenigingen en Stichtingen ge
richte verzoek om ten aanzien van de toepassing
van deze verordening de Stichting „Centraal Wo-
ningbeheer” op één lijn te stellen met Vereenigingen
en Stichtingen, ingevolge de Woningwet toegelaten
als uitsluitend in het belang der Volkshuisvesting
werkzaam en haar van het register af te voeren,
werd nog niet voldaan.
In antwoord op een desbetreffenden brief van den
Burgemeester, d.d. 8 Januari 1943, Corr. No. 107553,
Afd. S en B., deelde de Secretaris-Generaal bjj zijn
schrijven van 19 Januari d.o.v. No. 344/M/P. Alg.,
Afd. Volkshuisvesting, mede, dat hij zich terzake
tot de bevoegde Duitsehe Instantie (Ir. Munster)
had gewend, van welke hij tot dusverre geen ant
woord had ontvangen. Alhoewel de Burgemeester
bij schrijven van 28 October 1943, Corr. No. 110205,
Afd. S. en B„ aan zijn verzoek rappeleerde, was aan
het einde van dit verslagjaar nog geen beslissing
gevallen.
Op 1 Januari 1943 bedroeg het aantal in het be
lang der volkshuisvesting gebouwde en verbouwde
verhuurbare gemeentewoningen 8171, benevens 108
winkelwoningen, 4 winkels en 157 pakhuizen, werk
plaatsen en stallen. Op 31 December 1943 waren er
7 852 woningen, 103 winkelhuizen, 4 winkels en 152
pakhuizen, werkplaatsen en stallen.
Tabel I
geeft een overzicht van het aantal wo
ningen enz. naar de complexen aan het
einde van het jaar.
Tabel II een overzicht der huurinning 1943.
Tabel III een overzicht der huurinning in de jaren
1939 t./m. 1943.
Tabel IV geeft enkele vergelijkende cijfers betref
fende gemeente- en vereenigingswo-
ningen.
Tabel V een overzicht van de onderhoudskosten
en onderhoudsreserve.
Samenstelling van het Bestuur.
In den loop van het verslagjaar 1943 is in den
aan het einde van 1942 bestaanden toestand geen
wijziging gekomen. Het Dagelijksch Bestuur be
stond aan het einde van het jaar uit den Wet
houder voor Openbare Werken, Ir. O. E. Ridder
van Rappard, ambtshalve voorzitter, het gedele
geerd lid, Ir. H. E. Suyver, den heer M. Berg,
Inspecteur le klasse ter Gemeente-Secretarie, als
vertegenwoordiger van den Wrethouder voor Soci
ale zaken en mejuffrouw Mr. A. C. Stas, Secre
taresse.