20
VERSLAG van den tijdelijken Gemeentelijken Dienst „Bureau Financieele
Afwikkeling Evacuatie-Aangelegenheden” te 's-Gravenhage over het
jaar 1943.
Moeilijkheden van het begin.
Er waren omstreeks de jaarwisseling 1942/1943
verder twee problemen bjj de „afdeeling Finan
ciën”, die alle aandacht vroegen, nl. het vraagstuk
van het personeel (Z) en dat der voorschriften (II).
Ad 1. Zooals reeds werd aangehaald, ving de
financieele afdeeling haar werkzaamheden aan
met 2 man en kreeg vooral in het begin
slechts uiterst langzaam versterking.
Er werden eenige ambtenaren van verschillende
takken van Gemeentedienst gedetacheerd, maar
verder moest men het doen met personeel uit de
meest uiteenloopende beroepen en bedrijven af
komstig. Slechts in gevallen van hooge uitzonde
ring bevond zich daaronder kantoorpersoneel,
waarvan het gevolg was, dat een zeer klein aan
tal deskundige ambtenaren een eigenlijk veel te
zwaar dak moest dragen. Intusschen bleef het
publiek toestroomen en begroef het Bureau onder
een lawine van werk en papier, zooals bijna met
zekerheid is te zeggen in de geschiedenis der
gemeente ’s-Gravenhage nog niet is voorgekomen.
Ad II. Op het gebied der financieele afwikke
ling bestonden in dat stadium slechts zeer sum
miere voorschriften, die de praktijk niet altijd
dekten. Om slechts één voorbeeld te noemen: de
kwestie der huurvergoeding van E-woningen (een
zeer groot en belangrijk object) was in het geheel
niet geregeld, het vraagstuk der transportkosten
slechts gedeeltelijk.
De moeilijkheden waren dan ook legio. In plaats
van het publiek tevreden huiswaarts te kunnen
zenden, moest in veel gevallen worden volstaan
met nietszeggende uitdrukkingen. Het was, vooral
voor de leidinggevende ambtenaren, een tasten en
zoeken naar maatstaven en instanties; zij pasten
analoge bepalingen toe, schiepen soms zelf voor
schriften, kortom, zij deden alles om het publiek
maar tevreden te stellen. Opgemerkt moet worden:
in veel gevallen is het gelukt, maar hun taak leek
schier onuitvoerbaar.
Over het algemeen werd er van de zijde van het
Rijk, met name van het Bureau Afvoer Burger
bevolking (B. A. B.), veel gedaan om de moeilijk
heden op te lossen. Nadat een bepaald voorschrift
aan de praktijk was getoetst of een leemte in de
richtlijnen was ontdekt, volgde meestal binnen niet
al te langen tijd een betere of een nieuwe be
paling, die dit zij ook vermeld niet steeds
even gemakkelijk uitvoerbaar scheen, maar die
tenslotte toch vaak in een behoefte voorzag.
waarin de huizen werden afgebroken) en voor
categorie
c. werkers uit het zg. „Sperrgebiet” (gebied tus-
schen verdedigingsgebied en de kust).
De woningen in deze gebieden worden onder
scheidenlijk aangeduid als R(emplacant), V(erde-
diging) en A(anvalszöne) woningen.
HOOFDSTUK I.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Korte geschiedenis.
Toen omstreeks October 1942 als een donderslag
uit helderen hemel het bericht in den Haag de
ronde deed, dat er op min of meer groote schaal
zou moeten worden geëvacueerd, stond het be
stuur van de Gemeente voor een opgave van groo-
ten omvang, waaraan ongekende moeilijkheden
waren verbonden. Terstond moest de beschikking
worden verkregen over een staf van personeel en
over een gebouw, dat als middelpunt van de uit
voering der opdrachten zou moeten dienen. Dat
het vinden van beide vooral in oorlogstijd
geen sinecure is, spreekt vanzelf.
Het gebouw werd gevonden (Copernicusstraat
159) en op 31 October 1942 deed de eerste groep
ambtenaren, bestaande uit 25 personen, haar
intrede in deze huisvesting.
Op dat moment was de aandacht practisch ge
heel gevestigd op den afvoer der burgerbevolking
als zoodanig en werd de oplossing van het vraag
stuk der financieele afwikkeling min of meer naar
een nabjje of verre toekomst verschoven. Een be
wijs hiervoor kan gevonden worden in het feit, dat
van het drietal ambtenaren van het Bureau Af
wikkeling Inkwartieringen en Vorderingen, dat
reeds op eenige ervaring op dit gebied kon
bogen (evacuatie kuststrook Mei 1942), er nog één
werd bestemd voor de behandeling van niet-finan-
cieele zaken. De „afdeeling Financiën”, zooals ze
toen nog genoemd werd, kreeg bovendien, na
eenige dagen in het gebouw Copernicusstraat in
één kamer te zijn gehuisvest, aanzegging om naar
andere bureauruimte om te zien en werd onder
gebracht in een klein heerenhuisje in dezelfde
straat.
Binnen 5 dagen bleek, hoezeer de feitelijke
afvoer der burgerbevolking verbonden was met de
financieele consequenties daarvan. De menschen,
die op eenigerlei wijze met het Gemeentelijk Eva
cuatie Bureau te doen kregen, stroomden letterlijk
het huisje, Copernicusstraat 98, binnen, met als
gevolg, dat de „afdeeling Financiën” (toen nog
onderdeel van het Bureau A. I. V.) vóór het be
gin van het verslag een nieuw onderdak moest
zoeken in het gebouw „St. Agnes”, Beeklaan 267a,
waarin ze de beschikking kreeg over een klein
zaaltje van 20 X 8 m.
Over de werkzaamheden van het Bureau Coper
nicusstraat kan niet verder worden uitgeweid,
omdat gedetailleerde gegevens niet ter beschik
king staan.
Alleen zij hier een enkel woord gezegd over het
gevolgd systeem der ontruiming:
a. niet-werkers moesten de stad verlaten, teneinde
plaats te maken voor categorie
b. werkers uit het verdedigingsgebied (gebied,