2
VHRSLAG GBMBBNIBWBRKEN,
Reconstructie historische gevels enz.
Ten einde na eventueele vernieling van histori
sche gevels enz. deze in den oorspronkelijken toe
stand te kunnen herstellen, is aangevangen met
het in teekening brengen van straatwanden in de
binnenstad.
Bijzondere scholen.
De roerende goederen van de bijzondere scholen
werden opnieuw geïnventariseerd.
Voor zoover werkzaamheden aan bijzondere scho
len werden uitgevoerd, werd daarop aan de hand
van de L.O.-wet 1920 het gebruikelijke toezicht ge
houden.
V oedsel voorziening.
Een plan werd opgemaakt voor den bouw van 5,
en vervangen door een vereenvoudigd plan voor
6 pakhuizen aan den Fruitweg voor den opslag
van 3 000 ton aardappelen. De vereischte vergun
ning voor den bouw is geweigerd.
Overige werken.
Van de overige in het verslagjaar uitgevoerde
werken zijn de voornaamste opgenomen in onder
staande rubrieken.
A. Eigendommen niet bestemd voor
den publieken dienst.
1. Gebouwen.
Voormalige schoolbioscoop Hoef kade 602.
Dit gebouw werd verhuurd aan de N.V. „Het
Residentietooneel”, in verband waarmede eenige
herstellingen uitgevoerd werden.
Vestinggebied.
De aan het Bedrijf opgelegde taak tot regeling
van de afbraak van een groot aantal objecten in
deze Gemeente ter vorming van een zg. „vesting
gebied”, waaromtrent reeds in het vorige verslag
een en ander werd medegedeeld, heeft in het af-
geloopen jaar een dusdanigen omvang aangeno
men, dat daarvoor practisch het geheele Bedrijf
ingeschakeld moest worden.
De moeilijkheden, die uit de verschillende sloop-
opdrachten voortvloeiden, waren zoo vele, dat
steeds op hoogspanning gewerkt moest worden.
Allereerst dient gewezen te worden op het on
gewone karakter van de opgedragen werkzaam
heden. Het Bedrijf toch is ingesteld op nieuwbouw
of onderhoud van voor deze Gemeente noodige
bouwkundige of waterbouwkundige werken, doch
niet op vernietiging op groote schaal van het be
staande.
In de tweede plaats speelde de factor „tijd” een
groote rol. Was tot nog toe afbraak van een of
ander object om saneerings- of verkeerseischen
noodzakelijk, dan kon de termijn, waarbinnen de
uitvoering moest plaats hebben, voldoende ruim
gesteld worden om alle daarbij te verwachten
moeilijkheden het hoofd te kunnen bieden. Bij de
onderhavige opdrachten evenwel werd steeds een
minimale en voor uitvoering onvoldoende tijd be
paald. Deze omstandigheid en het feit, dat vaak
geen rekening was gehouden met de soms zeer
hechte constructie van het object, alsmede met den
eisch, dat de uitvoering op zoo vakkundige wijze
diende te geschieden, dat het grootste gedeelte van
het afkomende materiaal zijn gebruikswaarde be
hield, veroorzaakten dikwijls een overschrijding
van den gestelden termijn.
Verder was daarbij het personeelvraagstuk van
groote beteekenis. Met sprongen steeg het aantal
bij de afbraak in dienst van de aannemers te werk
gestelde werklieden tot een top van 5 798 bereikt
werd. In normale omstandigheden is het verkrijgen
van personeel de zaak van den aannemer. Nu even
wel moest herhaaldelijk medewerking worden ver
leend om te bevorderen, dat de aannemers op
korten termijn de beschikking over voldoende
werklieden meermalen van buiten de Gemeente
kregen.
Voorts moest terdege rekening gehouden worden
met het vervoervraagstuk, de sociale bepalingen,
de bijvoeding, de materiaalpositie en ten slotte de
voorschriften en bepalingen, welke werden vast
gesteld om op de financieele afwikkeling een
strenge contröle te kunnen uitoefenen.
De werkzaamheden werden gedeeltelijk in regie
opgedragen, gedeeltelijk gegund na gehouden in
schrijving.
Tegen het einde van het jaar waren gesloopt:
2 883 woningen,
3 winkels,
5 bedrijfslokaliteiten,
2 kerken,
1 kerktoren,
2 ziekenhuizen,
9 scholen,
6 monumenten,
7 bruggen,
89 garages of werkplaatsen,
4 café’s of theeschenkerijen,
2 clubhuizen,
3 boerderijen,
1 sociëteit met muziektent,
1 rioolgemaal
en een aantal minder belangrijke objecten.
Het Bedrijf werd bovendien belast met het sloo-
pen van tuinhekken van de perceelen in het
vestinggebied, waarvan de bewoners geëvacueerd
zijn. Deze opdracht werd evenwel binnen zeer kor
ten tijd teruggenomen, waarna het Bedrijf belast
bleef met de taxatie der hekwerken ten behoeve
eener eventueele vordering of onteigening daar
van. Slechts een gedeelte van de perceelen, waar
van de hekken verwijderd werden, is onteigend,
zoodat de eigenaren van de overige niet-onteigende
perceelen op eenigerlei wijze schadeloos gesteld
zullen moeten worden.
Het vestinggebied werd aan de stadszijde afge
sloten door een tankgracht. Deze tankgracht werd
aangelegd door de Duitsehe bezetting. Ten einde de
bewoners van het vestinggebied in staat te stellen
zonder al te groote omwegen het aan de andere
zijde van de tankgracht gelegen stadsgebied te be
reiken, werden van Gemeentewege eenige houten
noodbrugjes geslagen, die echter ten deele na
korten tijd weder moesten worden opgeruimd.
In het vestinggebied werden een noodsecretarie,
eenige noodbegraafplaatsen, eenige noodzieken
huizen en eenige noodtehuizen gevestigd.