5
VERSLAG VAN MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON.
Voor de uitgaven voor de werkloosheidsvoorzie
ning ontvangen de Gemeenten volgens besluit van
de Seeretarissen-Generaal van de Departementen
van Sociale Zaken, Binnenlandsche Zaken en Fi
nanciën van 15 Juli 1943, tot vaststelling van alge-
meene regelen met betrekking tot uitgaven van
werkloozeuzorg, uit ’s Rijks kas subsidie, gelijk
aan de door haar uitgekeerde steunbedragen, voor
zoover deze, na ingesteld onderzoek, juist zijn ge
bleken. Dit besluit wordt geacht in werking te zijn
getreden met ingang van 1 Januari 1942.
IV. SOCIAAL ECONOMISCHE HULPVERLEE-
NING AAN KLEINE ZELFSTANDIGEN.
Ingevolge besluit van den wnd. Secretaris-Gene-
raal van het Departement van Sociale Zaken,
vermeld in diens circulaire van 18 Augustus 1943,
no. 1-1199, afdeeling Steunverleening, werd met
ingang van 1 September 1943 een landelijke rege
ling getroffen inzake hulpverleening aan onder
stand van noode hebbende kleine zelfstandigen,
voor de uitvoering waarvan het Gemeentelijk
Bureau voor Sociaal-Economische Hulpverleening
aan Kleine Zelfstandigen in het leven werd ge
roepen.
Bij de hulpverleening wordt o.m. onderscheid
gemaakt tusschen kleine zelfstandigen, die door
belemmerende omstandigheden, buiten hun schuld
liggende, niet bij machte zijn hun kleinbedrijf uit
te oefenen en redelijkerwijze niet meer in staat
zijn te achten met dat kleinbedrijf in het onderhoud
van zich en hun eventueel gezin te voorzien, ook
al worden de belemmerende omstandigheden op
geheven (groep A) en zij, die redelijkerwijze geacht
mogen worden door verleening gedurende een
zekeren tijd van een periodieken geldelijken over-
bruggingssteun in zoodanigen staat gebracht kun
nen worden, dat zij weder met hun kleinbedrijf
in het onderhoud van zich en hun eventueel gezin
zelfstandig kunnen voorzien, zoodra de belemme
rende omstandigheden, welke buiten hun schuld
zijn opgetreden en welke uiteraard slechts van
tijdelijken aard mogen zijn, zullen zijn opgeheven
(groep B).
De onder groep A vallende zelfstandigen moeten,
alvorens hulp van Gemeentewege te kunnen ont
vangen, hun bedrijfje of handel stopzetten. Daarna
kunnen zij, voorzoover het vrije bedrijf of de
werkverruiming hen niet kan opnemen, in beginsel
in de gewone gesubsidieerde steunregeling voor
werklooze arbeiders worden opgenomen.
De tot groep B behoorende zelfstandigen kunnen
in beginsel voor een periodieke tegemoetkoming
in de kosten van levensonderhoud in aanmerking
komen.
van den brandstoffenbijslag, den extra-bijslag,
welke in sommige gevallen aan inwonende kinde
ren kan worden uitgekeerd en van de niet uit
arbeid verkregen inkomsten, die ten volle op het
steunbedrag in mindering worden gebracht.
Verstrekking gestandaardiseerde melk. Ten be
hoeve van de kinderen tot en met 13 jaar worden
aan de daarvoor in aanmerking komende onder
steunde werkloozen bons uitgereikt, tegen inleve
ring waarvan de rechthebbenden volgens de gel
dende distributievoorschriften bij hun melkleve-
ranciers gratis gestandaardiseerde melk kunnen
betrekken, met dien verstande, dat de bons voor
schoolgaande kinderen op de scholen moeten wor
den ingeleverd.
Kerstverlof. Evenals in 1942 werd ook in 1943.
aan arbeiders, die met Kerstverlof uit het buiten
land terugkeerden, voor zoover noodig, steun in
gevolge de Rijkssteunregeling uitgekeerd.
Ondersteuning bij ziekte of ongeval. De bepaling,
dat bij ziekte of ongeval van een in de steunrege
ling opgenomen arbeider de ondersteuning niet
mag worden voortgezet, is ingevolge een besluit
van den wnd. Secretaris-Generaal van het Depar
tement van Sociale Zaken d.d. 26 Augustus 1943
in dier voege gewijzigd, dat, onder inachtneming
van zekere voorwaarden, voortaan tot maximaal
26 weken per kalenderjaar, doch nimmer langer
dan 26 weken aan één stuk, bij ingetreden ziekte
of ongeval steun ingevolge de Rijkssteunregeling
mag worden verleend.
Bevallingsgeld. Ingevolge besluit van den Se
cretaris-Generaal van het Dept, van Sociale Zaken
van 6 September 1943 ontvangen ondersteunde werk
loozen van 1 Augustus 1943 af bij bevalling hunner
echtgenooten een uitkeering van f 55,voor zoo
ver zij daarop niet uit anderen hoofde rechten
kunnen doen gelden.
Uitkeering werkloozenkas. Ingaande 1 Augustus
1943 is de mogelijkheid, dat werklooze arbeiders
volgens het reglement voor de werkloozenkas van
het Nederlandsche Arbeidsfront uitkeering kunnen
ontvangen, opgeheven. Van dien datum af ont
vangen ook de arbeiders, georganiseerd bij het
N.A.F., na ingetreden werkloosheid steun ingevol
ge de Rijkssteunregeling. Zjj ontvangen echter van
het N.A.F. een bijslag, welke niet op den steun in
mindering behoeft te worden gebracht.
Bijdragen en verhaal wekeltjksche ondersteuning.
In totaal werd een bedrag van f 29.524,52 ontvan
gen aan bijdragen en verhaal van wekeljjksche
ondersteuning, in welk bedrag f 126,99 is begre
pen voor door de Afdeeling „Militaire Zaken” der
Gemeentesecretarie op de kostwinnersvergoeding
ingehouden gelden als restitutie van de in af
wachting van de toekenning van deze vergoeding
verstrekte ondersteuning.
Wegens het onrechtmatig in ontvangst nemen
van steungelden door georganiseerde en ongeorga
niseerde werkloozen werden onderscheidenlijk 9
en 13 gevallen ter kennis van de Politie gebracht.
Totale kosten ondersteuning. (Zie het Financieel
Gedeelte, Tabel III).
In den steun van bijzonderen aard is f 22.478,67®
begrepen voor verstrekking van gestandaardi
seerde melk, waarvan de kosten rechtstreeks en
volledig aan het Departement van Sociale Zaken
zijn gedeclareerd.
III. ONDERSTEUNING VOLGENS HET
REGLEMENT VOOR STEUNVERLEENING AAN
KLEINE TUINBOUWERS.
In overleg met den Districts-Tuinbouwconsulent
wordt de ondersteuning aan de, overeenkomstig de
bepalingen van bovengenoemd reglement, onder
steunde C-tuinbouwers geheel, aan de B-tuin-
bouwers gedeeltelijk in natura verstrekt.
In 1943 waren slechts 2 C-tuinbouwers in onder
steuning, tegenover in 1942 7 B- en 18 C-tuin
bouwers.
In 1943 werd aan ondersteuning uitgekeerd
f 333,94 en in 1942 f 4.502,09.