15 VERSLAG VAN MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON. C. Reisgeld. Ook deze vorm van voorschotverleening komt gewoonljjk niet meer voor. Een enkele maal werd een reisbiljet afgegeven voor noodzakelijke bezoe ken b.v. wegens ernstige ziekte. Dat desondanks het bedrag der verstrekte voorschotten veel hoo- ger is dan in 1942, vindt zijn oorzaak in het feit, dat na het Kerstverlof 1942, dns in Jannari 1943, vele personen zjjn geholpen, terwijl znlks in Januari 1942 geheel door het G.A.B. geschiedde. B. In natura. Ie. aan tewerkgestelden zelve. 2e. aan achterblijvende verwanten. Deze verstrekkingen zjjn sterk teruggeloopen, wegens het geringe aantal door den Distributie- dienst verstrekte afleveringsvergunningen en se dert Augustus 1943 bovendien wegens de door den Wethouder voor Sociale Zaken gegeven opdracht, het risico voor de Gemeente zooveel mogelijk te verminderen, in verband met haar financieele po sitie en mede met het oog op de halsstarrige hou ding van het Rijk inzake het niet overnemen van de niet meer invorderbare posten. Wel vindt nog regelmatig voorschotverleening plaats op de uitkeering van de Krankenkasse aan kraamvrouwen. Voor een overzicht van de voor levensonder houd, reisgeld en kleeding verstrekte voorschotten, zie Financieel Gedeelte, Tabel XII. In totaal werd in 1943 aan loonoverschotten een bedrag van f 310.651,40 (vorig jaar f 339.843,96) aan de rechthebbenden uitbetaald, terwijl een bedrag van f 458,272,73 (vorig jaar f 102.011,27) ter verre kening van verleende voorschotten, restitutie we gens genoten ondersteuning, bijdragen in de kos ten van verzorging en ziekenhuisverpleging enz. op overgemaakte loonoverschotten werd inge houden. In 1943 werd een uitgebreide briefwisseling totaal omvattende meer dan 23 000 brieven ge voerd, hoofdzakelijk betreffende verzoeken om in lichtingen aan buitenlandsche Arbeidsbureaux om loonspecificaties en looninhouding aan buiten landsche werkgevers. In verband met weigering tot terugbetaling van genoten voorschotten door hen, die daartoe finan cieel wel in staat zijn te achten, werd in 241 geval len de beslissing van den Kantonrechter inge roepen. leening door het G.A.B. had voor de Gemeente bovendien het nadeel, dat dit Bureau na herstel van het postverkeer eerst zjjn onder machtiging van het Rijksarbeidsbureau verleende voorschot ten ging verrekenen. Aanvankelijk werd ook geen rekening gehouden met de vorderingen van de Gemeente. Na diverse besprekingen werd een be vredigende regeling getroffen, op grond waarvan het G.A.B. regelmatig gelden voor het Sociaal Bureau inhoudt en overmaakt. Het aantal personen, waarmede het Sociaal Bu reau in 1943 in financieel opzicht bemoeiingen had, bedroeg 7 047. Huisvesting. Op 24 Mei 1943 is de afdeeling over geplaatst van perceel Beeklaan 267 A naar Kerk plein 3, hetgeen een belangrijke verbetering be- teekende. Geldelüke uitkeering aan te werk gestelden door het G.A.B. Op 31 Mei 1943 werd met terugwerkende kracht tot 3 Mei 1943 definitief van toepassing verklaard het besluit „Financieele tegemoetko ming aan elders geplaatste arbeiders” van de Se- eretarissen-Generaal van de Departementen van Sociale Zaken en Financiën d.d. 30 April 1943, No. 6679 A.B., waardoor de achterblijvende verwanten o.a. in aanmerking komen voor: A. Overbruggingssteun. Deze uitkeering, gelijk aan het laatstverdiende netto-loon, wordt gedurende 3 weken na de te werkstelling verstrekt door het Gewesteljjk Ar beidsbureau. B. „Sociale toelage”. Om zjjn gezin/verwanten in aanmerking te doen komen voor deze toelage is de te werk gestelde (kostwinner) verplicht 60 van zjjn elders ver diende netto-loon via het G.A.B. of G.S.B. aan dat gezin/die verwanten in Nederland over te maken. Als sociale toelage wordt maximaal slechts het verschil tusschen 90 van het vroegere netto-loon en 60 van het elders verdiende loon uitgekeerd. Invloed van de betaling van de sociale toelage op de voorschotverleening door het G.S.B. Dat de betaling van deze sociale toelage van invloed is op de voorschotverleening door het Gem. Sociaal Bureau behoeft geen betoog. Immers de behoefte aan voorschotten in contanten voor noodzakelijk levensonderhoud wordt kleiner naarmate er andere bronnen van inkomsten aanwezig zjjn. Bo vendien kan met zekerheid worden aangenomen, dat de betaling van de sociale toelage het over maken van loonoverschotten stimuleert. Moreele verzorging. Sedert Mei 1943 ressorteert het onderdeel „Moreele Verzorging” van het Ge meentelijk Sociaal Bureau rechtstreeks onder den Wethouder voor Sociale Zaken. De nauwe samen werking tusschen het Sociaal Bureau en de afdee ling „Moreele Verzorging” bleef vanzelfsprekend gehandhaafd. Ie. wier voorschotbedrag gelijk was aan 70 van het laatste in Nederland verdiende loon, 2e. wier voorschotbedrag gebaseerd was op de steunregeling voor Ongeorganiseerde Werkloo- zen. In October 1943 werd hieraan nog een groep van personen toegevoegd, waarvan het voorschotbe drag berekend wordt aan de hand van de steun- normen voor Armlastigen. Deze laatste groep, bestaande uit ongeveer 300 partijen, omvat o.m. die gevallen, waarvoor 4 maanden na het vertrek (of 4 maanden na het binnenkomen van het laatste loonoverschot) geen of nagenoeg geen gelden (meer) binnenkwamen. VOORSCHOTVERLEENING DOOR HET SOCIAAL BUREAU. A. In contanten voor levensonderhoud. Voorheen kende het Sociaal Bureau twee groe pen van personen, aan wie loonvoorschotten wer den verleend, nl.:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1943 | | pagina 331