2 VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST. te vernemen, welke artsen aan hun praktijk ont trokken waren. Met den Burgemeester en den Wethouder werd overleg gepleegd, hoe te bereiken zou zijn, dat verdere gevangenzettingen niet meer zouden plaats vinden en gevangen genomen artsen zou den terugkeeren. In enkele gevallen werd voor komen, dat de artsen gevangen gezet werden, ter wijl één der artsen na één dag weer in vrijheid werd gesteld, zulks na mijn bemoeiingen. De Burgemeester stelde zich, nadat een en ander onder het oog gezien was in een bespreking met de Wethouders voor Sociale Zaken, voor de Volks gezondheid, Dr. van Boojen, Geneesheer-Directeur van de Gemeenteziekenhuizen en ondergeteekende zonder succes in verbinding met den President van de Nederlandsche Artsenkamer. Den Burgemeester verzocht ik, alsnog te bevor deren, dat de maatregelen werden stopgezet. „In dien men niet overgaat tot het vrijgeven van spe cialisten en assistenten van ziekenhuizen zal ech ter de operatieve behandeling spoedig hopeloos zijn, zullen velen onnoodig niet in het arbeids proces volledig kunnen worden ingeschakeld en zal het er met de röntgenologie zeer slecht uit zien”. „Door de groote verschuiving van het huis- artseneorps plotseling, zullen er tal van besmette lüke ziekten buiten controle komen met de funeste gevolgen van dien”. Men bedenke hierbij, dat er zeer veel diphtherie in de Gemeente heerschte. Van deze plaats wil ik nog gaarne allen artsen van den Dienst dank zeggen voor het vele werk, dat door hen in die dagen werd verricht, waar door althans het meest schrijnende leed kon wor den verzacht. Tevens meen ik een woord van waardeering te moeten uiten voor die huisartsen, die op mijn verzoek, dringende bezoeken overnamen voor de in de buurt wonende gevangen genomen collega’s. Luchtbeseherming. Ten einde, wanneer in een omgeving moet worden gearbeid, waar veel stof of asch opwaait, ongehinderd te kunnen werken, werden de bij de geneeskundige luchtbescherming werkzame personen voorzien van stofbrillen. In iedere ziekenauto bevinden zich ook derge lijke brillen. Onderricht op het gebied der zelfbescherming. Het Hoofd van den Luchtbeschermingsdienst stelde richtlijnen voor het zelfbeschermingsonderricht, vastgesteld door de Hoofdinspectie voor de be scherming van de bevolking tegen luchtaanvallen, in mijn handen. Daar ik tegen deze richtlijnen ver schillende bedenkingen had, bracht ik deze ter kennis van den Burgemeester onder mededeeling van verschillende andere bezwaren, die ik tegen de organisatie en den opzet dezer cursussen had. Tevens bracht ik naar voren, dat ik verpleegsters of verplegers voor deze cursussen niet ter beschik king kon stellen, daar dan mijn eigen dienst in gevaar zou komen. Een en ander werd nog be sproken te zamen met Dr. van Boojen, met o.m. een vertegenwoordiger van de Duitsche Overheid en van de Hoofdinspectie voornoemd. De richt lijnen ondergingen daarop een grondige wijziging, terwijl besloten werd, dat E.H.B.O.’ers zeer eenvou- besmettelijke ziekten, er ziekenfondsen zijn dige wenken aan het publiek konden geven op de één-avond-lessen. In deze Gemeente werden voor deze avonden alleen de gezinshoofden opgeroepen. Lichamelijk gebrekkige steuntrekkenden. Een nader, ook specialistisch, onderzoek vond plaats van lichamelijk gebrekkige steuntrekkenden. Hier omtrent werden door Dr. v. Dijk (Orthop. chirurg Gemeenteziekenhuizen) waardevolle adviezen met betrekking tot de geschiktheid voor verschillende beroepen gegeven. Eenige personen onttrokken zich aan het onder zoek, zij vonden blijkbaar plotseling werk. Arbeidsbemiddeling nazorgpatlënten. De ar beidsbemiddeling voor de minder-validen, zg. on volwaardige arbeidskrachten, behoort van 1 April 1943 af tot de taak van het Bijks Arbeidsbureau: de uitvoering berust bij de Gewestelijke Arbeids bureaus en de bijkantoren (afd. bijzondere bemid deling). Met den vorigen directeur van het Ar beidsbureau was overeengekomen, dat de (hoofd) ambtenaar voor de Nazorg tevens zou optreden als hulpambtenaar voor het Gewestelijk Arbeids bureau. Door deze regeling, welke door den opvolger van dezen directeur was overgenomen, bleef de arbeidsbemiddeling voor de oud-b.l.o.-scholieren in handen van den Dienst. (Zie verder het verslag van deze onderafdeeling). Ziekenfondsenbesluit en Herhaaldelijk bleek, dat die nog zijn ingesteld op de voorwaarden voor de vrijwillige verzekering. Meermalen werd medege deeld, dat een ziekenfonds meende niet tot beta- i ling verplicht te zijn, op grond van het feit, dat de lijder een besmettelijke ziekte had. Voor febris typhoidea en paratyphus heeft de Commissaris belast met het Staatstoezicht op de ziekenfondsen bij circulaire van 17 Maart 1943 reeds bepaald, dat het hem wenschelijk voorkomt, dat lijders aan die ziekten in ieder geval voor rekening van het ziekenfonds worden opgenomen in ziekenhuizen. Voor de lijders aan andere besmettelijke ziekten van groep B (Besluit 1 Oct. 1929) zullen de meest voorkomenden slechts voor opneming in aanmer king komen, indien de controleerend geneeskun dige dit „gezien den ernstigen toestand, waarin de lijder verkeert, noodig oordeelt.” Herhaaldelijk is dan ook aan den dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon geadviseerd, de zie kenfondsen op hun foutieve instelling opmerk zaam te maken. Aangifte van besmettelüke ziekten. Ook dit jaar werd iedere aanvrage om ziekenvoedsel in ver band met een besmettelüke ziekte, te voren op de afdeeling Volksgezondheid nagegaan op aangifte. Tal van artsen werden daarna aangeschreven als nog de ziekte aan te geven. Nóg steeds blijken verscheidene artsen ten on rechte van meening, dat als maar op een of andere wüze de G.G. en G.D. ingeschakeld is geweest, de aangifte achterwege kan blüven. Daar in den regel ziekenvoedsel wordt aange vraagd, komen wü practisch van de meeste geval len van besmettelüke ziekte op de hoogte. Commissie voor tjjdelüke gezinsverpleging. Zoo veel doenlük werden de vergaderingen van de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1943 | | pagina 348