11 VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST. zeer weer Van openbare lagere scholen waren 234 (213) van bijzondere lagere scholen 187 (205) candidaten afkomstig. De daling van het aantal candidaten, die het vorig jaar moest worden geconstateerd, is in 1943 weer tot staan gekomen, doordat de openbare scholen een vrij belangrijk grooter aantal eandi- daten leverden. Bij de bijzondere scholen zette de daling, die daar het vorig jaar nog niet begonnen was, thans in. Daardoor kwam het geheele aantal nauwelijks boven dat van 1942 uit. Niet tot het b.l.o. toegelaten werden 67 candi daten of 15,9"/» (54 of 12,9%), terwijl 38 of 10,7’/» (35 of 9,6 der wel toegelaten candidaten niet op een school voor b.l.o. geplaatst werden. Aan den anderen kant werden in 1943 11 candidaten, die reeds in 1942 waren onderzocht en toegelaten als nog op een school voor b.l.o. geplaatst, terwijl bovendien nog 2 candidaten, wier onderzoek reeds in 1941 had plaats gevonden en zelfs nog 2 kin deren, die resp. reeds in 1940 en 1939 waren onder zocht, alsnog den weg naar de buitengewone school hebben gevonden. Van de in 1943 tot open bare buitengewone scholen toegelaten candidaten werden 14 of 7,4% (13 of 7,3%) niet geplaatst; voor de bijzondere scholen bedroegen deze getal len 24 of 14,5% (22 of 11,8%). De plaatsingscijfers voor de openbare scholen zijn dus 2 maal zoo gunstig, als die voor de bijzondere. Dit is in hoofdzaak toe te schrijven, aan het groote en chronische plaatsgebrek, waarmee de Chr. b.l.o.- school, Prinsegracht 64 heeft te kampen. Het be lang van de zwakzinnige kinderen, maar evenzeer dat van het onderwijs aan de gewone scholen, vordert dringend, dat de tot het b.l.o. toegelaten kinderen daar ook zoo spoedig mogelijk worden geplaatst. Evenals in 1942 gaf de voedingstoestand der leerlingen van de buitengewone scholen aanlei ding tot ernstige bezorgdheid. Het aantal ge- wichtsdalingen, dat bij de geregelde drie-maande- lijksche wegingen aan den dag kwam, bleef on rustbarend hoog, terwijl er nog meer dan in vorige jaren gesproken moest worden van een ontstellend tekort aan kleeding. Er was helaas weinig gele genheid om aan deze tekorten tegemoet te ko men. Attesten tot het verstrekken van extra-klee- ding hadden bijna nooit succes. Extra-voedings- bonnen konden aan niet-lichamelijk zieke, doch alleen ondervoede kinderen niet worden verstrekt, zoodat te dien opzichte in 1943 slechts zelden sa menwerking met den huisarts kon worden ge zocht. Wel kon een aantal leerlingen profiteeren van de gecondenseerde melk, die door het Roode Kruis ten behoeve van het Nederlandsche kind was beschikbaar gesteld. Een 16-tal leerlingen van het b.l.o. kon op deze wijze worden geholpen. Voorts kon de uitzending naar het koloniehuis te Ede in 130 (184) gevallen uitkomst brengen. Doordat het Gemeentelijk subsidie voor de uit zending in 1943 was verminderd, was uitzending van meer kinderen financieel helaas niet mogelijk. Paedologisch Laboratorium. In de dringende be hoefte aan meer medische werkkrachten bij het Paedologisch Laboratorium werd in 1943 voorzien door de benoeming van Dr. J. Kloek; ook verricht te een der schoolartsen bij een aantal slecht loe rende kinderen uit zijn ressort het test-onderzoek. sche omstandigheden gedwongen, werk te zoeken, of hun ouders thuis te komen helpen. De gezondheidstoestand van de leerlingen was gedurende het verslagjaar, evenals het vorig jaar, minder goed dan normaal. Het aantal absenten wegens ziekte was zelfs grooter. Het aantal consulten van oorarts en helpster is ook in dit verslagjaar weder belangrijk gestegen en bedroeg 11447. Het aantal huidaandoeningen was groot. Ook de sljjmvliescatarrhen kwamen veel meer voor dan vroeger. Van de gehemeltespleetlijders werden weer eeni- gen geopereerd volgens de nieuwe methode, met gunstig resultaat. Ook een tweede patiënt met submuqueuze gehe- meltespleet onderging een operatie. Het resultaat was voorloopig bevredigend. Het wordt minder moeilijk de ouders over te halen hun kind te laten opereeren, resp. heropereeren. Alle leerlingen werden eenige malen op hun gehoor gecontroleerd, waarbij dit in sommige ge vallen dusdanig bleek te zijn verbeterd, dat de desbetreffende leerling naar een gewone lagere school kon worden overgeheveld. Het meerendeel der slechthoorende kinderen had, al of niet genezen, chronische middenoor- aandoeningen. Ook onder de gehemeltespleetlijders zijn er ve len, die een middenooraandoening hebben, terwijl onder de hoorendstommen velen voorkomen, die een verminderd gehoor ten gevolge van een cen trale doofheid vertoonen. Werkzaamheden van den schoolarts voor buiten gewoon onderwijs. Het werk van den schoolarts psychiater voor het b.l.o. vond in 1943 op dezelfde wijze voortgang als in vorige jaren. Geregeld wer den op de openbare school voor slechthoorenden en spraakgebrekkigen de leerlingen lichamelijk onderzocht en onder controle gehouden. Verschei dene malen werd bij een leerling dezer school een experimenteel-psychologisch onderzoek verricht, hetzij om een advies inzake beroepskeuze te kun nen uitbrengen, hetzij, om uit te maken, of de leerling naar een school voor zwakzinnigen diende te worden overgeplaatst. De samenwerking met den ambtenaar voor de nazorg van oud-leerlingen der b.l.o.-scholen bleef op dezelfde wijze als in vorige jaren geregeld. Besprekingen over de leerlingen, die op het punt stonden, de school te verlaten werden op gezette tijden gehouden, ten einde geneeskundige indica ties en contra-indicaties bij de plaatsing in een werkkring tot hun recht te laten komen. Bij 14 leerlingen van b.l.o.-scholen werd voorts een uitvoerig psycho-technisch onderzoek inge steld, dat ten doel had een oordeel te verkrijgen over hun geschiktheid tot het volgen van een ver eenvoudigde ambachtsschoolopleiding. Samenwerking met de afdeeling Geestelijke volksgezondheid werd geregeld instandgehouden. Pandidatenonderzoek. Gedurende het jaar 1943 namen 421 (418) leerlingen van openbare en bij zondere schooien voor wie plaatsing op een school yoor b.l.o. was aangevraagd, deel aan het daartoe mgestelde candidatenonderzoek

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1943 | | pagina 359