[1
16
I
VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST
5) mannen,
4
0
K 1163
(27) mannen,
2) vrouwen,
aan straatschenderijen, ruiten
ingooien enz
hiervan werden geverbali
seerd
aan kleinere oneerlijkheden,
zooals diefstallen thuis, geld
achterhouden enz.
hiervan werden geverbali
seerd
hiervan werden geverbali
seerd
25
2
16
1
9
0
(28) mannen,
4) vrouwen,
(31) mannen,
(4) vrouwen,
7) mannen,
1) vrouwen,
18
1
a.
b.
c.
d.
e.
f 16.629,96
492.938,26
158.301,74
265.786,47
27.336,62
f 198.348,87 aan
In den loop van het verslagjaar waren bij 45
(41) zwakzinnigen gedrag of milieu-omstandighe-
den van dien aard, dat maatregelen voor verwijde
ring uit het gezin noodzakelijk waren. Zij werden
in gezinsverpleging geplaatst bij 20 (18) gezinnen
en konden zoodoende nog in de maatschappij wor
den gehandhaafd. Op 31 December 1943 waren in
totaal 60 (51) personen geplaatst in 22 pleeggezin
nen.
Van deze personen voorzien 26 mannen en 1
vrouw, hetzij geheel hetzij gedeeltelijk, in hun
eigen onderhoud.
Het aantal gehuwden onder de ingeschrevenen
bedroeg 57 (11) mannen en 9 (7) vrouwen. Uit deze
huwelijken werden geboren 108 kinderen.
In totaal meldden zich in 1943 op alle spreekuren
5 197 (3 802) personen. Het contact met de zwak
zinnigen alvorens zij bij de nazorg worden inge
schreven behoort te worden gelegd, voordat zij
de scholen, resp. inrichtingen hebben verlaten.
Ten einde een juist denkbeeld te krijgen over ka
rakter en arbeidsgeschiktheid der leerlingen of
verpleegden, werd 69 (110) maal een bezoek aan
de scholen gebracht, terwijl 18 (24) inrichtingen
in en buiten de stad werden bezocht.
Het was noodzakelijk, dat 156 (98) maal beraad
slaagd werd op een bureau voor sociale zorg, ter
wijl de Werkinrichtingen voor zwakzinnigen 72
(75) maal werden bezocht.
De werktuin werd 26 (33) maal bezocht, om de
leiders voorlichting te verleenen bij de opvoe
dingsmoeilijkheden over de aan hun zorg toever
trouwde zwakzinnigen.
Om een denkbeeld te krijgen van de huiselijke
omstandigheden, van de lichamelijke- en geeste
lijke verzorging der pupillen of om paedagogische
kwesties op te lossen werden 415 (451) huisbezoe
ken gedaan en werd 222 (155) maal een bestaand
of nieuw pleeggezin bezocht.
Het gelukte 323 (265) zwakzinnigen in betaal
den loondienst geplaatst te krijgen. De alom
heerschende vraag naar werkkrachten kwam ook
den geestelijk on volwaard igen ten goede. Het was
mogeliik zelfs mannen, vrouwen, jongens en meis
jes te plaatsen, die in normale tijden op de werk
inrichting en -tuin zouden zijn aangewezen. Zwak
zinnigen met een naar schatting 40 a 50 van de
normale arbeidsgeschiktheid konden nog in het
productieproces worden ingeschakeld. Oud-leerlin-
gen van het b.l.o. met meerdere of mindere karak-
terdefeeten, die in vredestijd zeker zouden worden
uitgestooten, konden thans bij de groote vraag
naar werkzoekenden nog in loondienst worden ge
plaatst.
Om te beoordeelen of bepaald werk voor de in
geschrevenen geschikt was of conflicten tusschen
werkgevers en werknemers uit den weg te ruimen
of contröle uit te oefenen, werden 299 (353) bezoe
ken aan fabrieken en werkplaatsen gebracht.
In het verslag over 1942 werd opgemerkt dat de
onrustbarende stijging der criminaliteit nog steeds
aanhield. De demoraliseerende invloed van den
oorlog liet zich ook in 1943 gevoelen, doch geluk
kig kon door intensieve nazorg en controle, de
stijging van het aantal delicten worden tot staan
gebracht. De statistiek van de misdadigheid van
de zwakzinnigen over 1943 geeft het volgende
beeld; hierbij dient te worden opgemerkt dat door
de mededeeling een plaats, dat de uitgaven van
den Dienst over het afgeloopen
hebben bedragen, nl.:
Algemeene kosten
Geneeskundige Dienst
Kinderbescherming
Volksgezondheid
Psychiatrische Dienst
Tegenover deze uitgaven staan
inkomsten w.o. f 83.191,41 wegens restitutie ver
pleging besmettelijke ziekten.
Onder de inkomsten bevinden zich f 6.090,25 van
de Rjjksverzekeringsbank voor het verleenen van
eerste hulp aan personen, die onder de Onge
vallenwet vallen.
De Directeur van den Gemeentelijken
Geneeskundigen en Gezondheidsdienst,
J. A. PUTTO.
2) mannen.
Maakten zich dus in 1942 7 van het aantal in
geschrevenen aan wangedrag schuldig, over 1943
was dit gedaald tot 4
De kinderrechter bij de Arrondissements-Recht-
bank te ’s-Gravenhage, benoemde den Hoofdamb
tenaar voor Socialen Arbeid tot gezinsvoogd over
46 zwakzinnigen, 42 mannelijke en 4 vrouweljjke.
De Afd. Amsterdam van „Pro Juventute” be
noemde hem tot toezichthouder over een meisje,
terwijl de Kantonrechter te ’s-Gravenhage hem be
noemde tot toeziend voogd over een zwakzinnigen
jongen.
Aan het eind van dit verslag kan zeker ver
klaard worden, dat het algemeene beeld van de
ontwikkeling der Afdeeling-Nazorg voor de oud
leerlingen der scholen voor buitengewoon lager
onderwijs over 1943 reden tot tevredenheid geeft.
Ondanks de drukkende tijdsomstandigheden kon
den op verschillend terrein, zoowel voor de ge
meenschap in het algemeen als voor den geeste-
lijk-onvolwaardige, incidenteel successen worden
geboekt.
De gevolgen van de demoraliseerende invloeden
van het oorlogsgebeuren konden, hoewel niet
totaal, dan toch tot een minimum worden beperkt,
hetgeen voor maatschappij en individu van het
hoogste belang is.
Kosten van den G.G. en G.D. Hier vinde slechts
jaar f 960.993,05
het innige contact met ouders, verzorgers, politie
en ingeschrevenen, elk delict, hoe klein ook, kon
worden geregistreerd.
Er maakten zich schuldig:
aan ernstige delicten, zooals
zedendelicten, groote dief
stallen enz