1
VERSLAG van het Boetenfonds over het tijdvak van
1 Januari tot 8 October 1943.
f 777,—
31,—
f 818,—
’s-Gravenhage, 5 November 1945.
W. NIEUWHOFF Jr., wnd.
Samenstelling Commissie, bedoeld in art. 4 der Verordening op het Boetenfonds.
In de verslagperiode waren lid der Commissie G. Venema en W. Brusse. De voor
zitter J. van Wijk is met ingang van 1 Februari 1943 in verband met zijn ontslag
uit den Gemeentedienst ambtshalve opgevolgd door G. J. W. Middelbeek, toenmaals
waarnemend Hoofd van de Personeel-Centrale.
Werkzaamheden. In de verslagperiode werden 39 büdragen verleend, naar het
doel gespecificeerd als volgt:
kunstgebit, in 37 gevallen
uitzet (kleeding) voor verblijf in sanatorium, in
1 geval
verpleging in gezondheidskolonie, in 1 geval
Het Hoofd van de afdeeling Sociale Zaken
der Gemeentesecretarie,
Vier bijdragen, tot een bedrag van f 79,— waren op 7 October 1943 nog niet
uitbetaald.
In 6 gevallen werd de aanvrage in verband met het bedrag der gezinsinkom-
sten afgewezen: in 2, omdat de doelstelling van het fonds geen uitkeering toeliet.
Kapitaal enz. De rekening van baten en lasten kon met een voordeelig saldo
van f 653,96 worden afgesloten, wat voornamelijk te danken is aan een voordeelig
koersverschil op effecten (f 578,01), terwijl de bijdragen der bedrijven iets hooger
waren bij een verminderd aantal uitkeeringen.
Rekenkundig beheer. Zooals in vorige jaren vonden de uitbetaling der bij
dragen en het rekenkundig beheer plaats ten kantore van den Gemeenteontvanger.
De rekening van baten en lasten over de verslagperiode en de staat van bezittingen
en schulden op 7 October 1943 zijn hierachter opgenomen.
Opheffing. Met ingang van 8 October 1943 is het Boetenfonds opgeheven en
de Verordening op het Boetenfonds ingetrokken. De bezittingen en schulden zijn
met ingang van dien dag overgedragen aan het nieuw ingestelde Gemeentelijk
Ondersteuningsfonds.
Totaal f 849,
In 1943 is een in 1942 toegekende bijdrage van
doordat deze niet binnen den gestelden tijd in
ontvangst is genomen, vervallen, zoodat de uit
keeringen uit het fonds ten laste van de ver
slagperiode bedragen
51,—
21,-