3
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
BESCHRIJVEND GEDEELTE.
scholen te 's-Gravenhage (Verz. 1938, no. 22), welke
laatste evenwel van kracht blijft ten aanzien van de
schoolgeldjaren, welke vóór 1 September 1942 zijn
geëindigd (12 Januari);
Verordening op de plaatselijke Commissie van toe
zicht op de Gemeentelijke Middelbare Technische
School voor werktuigbouwkunde en electrotechniek
en op de Gemeentelijke avondnijverheidsschool voor
jongens, voorbereidende tot de Visscherjjschool te
Scheveningen (13 Januari);
Verordeningen tot wijziging van de verordeningen,
onderscheidenlijk
a. tot regeling van het openbaar middelbaar onder
wijs te ’s-Gravenhage (Verz. 1920, no. 10),
b. tot regeling van de gymnasia der gemeente ’s-Gra
venhage (Verz. 1922, no. 28),
c. regelende het onderwijs op de Gemeentelijke han-
delscursussen te ’s-Gravenhage (Verz. 1920, no. 11),
d. tot regeling van het openbaar onderwijs op de
Zeevaartschool te ’s-Gravenhage (Verz. 1943, no. 33),
betreffende het verplicht stellen van het bijwonen
Besluiten van den Burgemeester betreffende het
voortgezet onderwijs. Bij besluit van den Burge
meester zijn in 1943 de navolgende verordeningen
betreffende het voortgezet onderwijs vastgesteld,
gewijzigd of ingetrokken
Verordening tot wijziging van de Verordening tot
regeling van de bezoldiging van het onderwijzend
personeel aan de gymnasia, de lycea, de hoogere
burgerscholen en de handelsdagscholen der gemeente
’s-Gravenhage (Verz. 1934, no. 3) (5 Januari);
Intrekking met ingang van 1 Januari 1943 van
de Verordening, regelende het stallen van rijwielen
in of bjj de openbare scholen voor voortgezet on
derwijs in de gemeente ’s-Gravenhage (Verz. 1934,
no. 16 (6 Januari);
Verordening op de heffing en invordering van
schoolgelden voor de gymnasia, lycea, hoogere bur
gerscholen en handelsdagscholen te 's-Gravenhage,
met gelijktijdige vervallenverklaring van de Veror
dening op de heffing van schoolgeld voor de gym
nasia, lycea, hoogere burgerscholen en handelsdag-
meester haar leedwezen over dezen maatregel uitge
drukt. Hoe de organisatie van het middelbaar onder
wijs te ’s-Gravenhage in de toekomst zal moeten
zjjn, zal afhangen van den toestand der Gemeente
na den oorlog en kan, naar de meening der Commissie,
niet beoordeeld worden naar den fluetueerenden
toestand, waarin de Gemeente ten gevolge van de
evacuatie en andere maatregelen is komen te ver-
keeren. Sommige wijken zullen een groot deel der
bevolking afstooten of nieuwe bewoners aantrekken,
al naar gelang van de bijzondere maatregelen, die
incidenteel genomen worden. Een definitieve regeling
zal, naar het oordeel der Commissie, nitgesteld
moeten worden tot het oogenblik, waarop de ge-
evacueerde bevolking weder teruggekeerd zal zjjn
en dan zal het wellicht betreurd worden, dat een
belangrijke inrichting op het gebied van het middel
baar onderwijs, zooals de H B.S. aan den Nieuwe
Duinweg, die in den loop van jaren gegroeid was
tot een organieke eenheid, inmiddels is opgeheven.
De leerlingen der H.B.S. aan den Nieuwe Duinweg
zjjn geplaatst op het Lyceum aan de Bildersstraat
en, wat de A-afdeeling betreft, op de H.B.S. aan de
Raamstraat.
Als gevolg van de vermindering van het aantal
klassen der Gemeentelijke scholen voor middelbaar-
en voorbereidend hooger onderwijs en van de op
heffing der H.B.S. aan den Nieuwe Duinweg werd
door den Burgemeester overgegaan tot het verleenen
van eervol ontslag aan een aantal vaste leerkrachten.
Door de Commissie werd advies uitgebracht aan
den Burgemeester ter zake van een voorstel van
den Directeur der 1ste Gemeentelijke H.B.S. aan de
3e Van-den-Boschstraat om genoemde H.B.S. om te
zetten in een lyceum.
De Commissie wees er in haar advies op, dat het
hier een principieele kwestie betreft. Een inciden-
teele beslissing ten aanzien van één H.B.S. achtte
de Commissie ongewenscht, temeer, nu de toe
komstige stand van zaken met betrekking tot het
onderwijs in een stad als 's-Gravenhage, die zoo in
het bijzonder de zich telkens wijzigende gevolgen
van evacuatie en andere maatregelen ondervindt,
volkomen onbekend is.
Door den Burgemeester werd de beslissing in deze
aangelegenheid aangehouden, mede in verband met
het feit, dat over dit onderwerp de Commissie
contact zal zoeken met het College van Curatoren
der Gemeentelijke Gymnasia en met het College van
Curatoren der Gemeentelijke Lycea.
Op verzoek van den Burgemeester werd door de
Commissie advies uitgebracht ten aanzien van de
subsidieering van het bijzonder handelsonderwijs te
's-Gravenhage.
De Commissie sprak zich uit tegen een eventueels
incorporatie van den „Handelscursus voor den Mid
denstand”, bij opheffing van dezen cursus, in de
Gemeentelijke handelsavondscholen.
Wel kon de Commissie zich vereenigen met een
door directeuren der Gemeentelijke handelsavond
scholen gedaan voorstel, om aan deze scholen een
vervolgklasse te verbinden ter opleiding voor de
diploma’s boekhouden en talen van de Ned. Asso
ciatie voor Practijkexamens.
De gewone werkzaamheden der Commissie, het
schoolbezoek, het uitbrengen van adviezen betreffende
wijzigingen in de personeelsbezetting enz. geven
geen aanleiding tot het maken van bijzondere op
merkingen.
In 3 gevallen adviseerde de Commissie ten aanzien
van voorstellen van directeuren betreffende ver
wijdering van leerlingen.
In verband met de wenschelijkheid, dat in spoed-
eischende gevallen zonder vertraging tot verwijdering
van leerlingen kan worden overgegaan, werd door
den Burgemeester besloten tot wijziging van de
desbetreffende artikelen van het Huishoudelijk Reg
lement voor de hoogere burgerscholen en van het
Reglement voor de Gemeentelijke handelsdagscholen
in dier voege, dat. in zoodanige gevallen de straf
door den Burgemeester, op voorstel van den directeur,
kan worden opgelegd, na mondeling overleg met den
voorzitter der Commissie van Toezicht.
De Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs,
Dr. C. VAN DEN BERG, Voorzitter.
Mr. Th. O. PALTE, Secretaris.