I lil
8
7>'
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
15 Sept.
15 Sept.
I.
16,6
0,2
29,3
25,8
13,1 20,6
22,3
4,3
Verdeeling der klassen naar de grootte.
11
16
15 Sept.
15
20
0,5
II. III. IV.
10 15 20
leerlingen.
Openbare
gymnasia.
Openbare
handels-
school.
Openbare
handels-
school.
Openbare
h.b.s.
Bijzondere
gymnasia.
6e klasse alleen bij de h.b.s. voor meisjescjjfers voor
deze klasse niet berekend wegens te kleine aantallen.
1930/’34
1935/’39
1940
1941
1942
1943
1940
1941
1942
1943
25.2 24.7 24,7 23,9 20,9
23,8 22,5 22,9 19,6 19,4
25.3 23,2 21,8 21,5 18,4
27.3 26,2 24,9.22,7 17,-
15,2 54,5 27,3
7,7 12,8 20,5 46,2 12,8
- 12.1 18,2 39,4 24,2
- 16,7 16,7 30,- 16,7
6,1
20,-
26 en
meer.
1,5
3,3
Bijzondere
h.b.s.
1930 ’34
1935/’39
1940
1941
1942
1943
1930/’34
1935/’39
1940
1941
1942
1943
1930/’34
1935/’39
1940
1941
1942
1943
1930/’34
1935/’39
1940
1941
1942
1943
1930/’34
1935/’39
1940
1941
1942
1943
3,8
3,8
3,1
2,4
1,9
Alle
richtingen
te zamen.
Bijzondere
h.b.s-
Openbare
h.b.s.
Alle
richtingen
te zamen.
2,5
0,8
1,-
0,9
1,1
14,9
32,5 3I
30.4 3
23.4 4)
30.4 5)
5,5 16,6 41,4 34,5
3,1 17,6 40,7 35.3
3,- 15,2 54,5 27,3
21,7
23.1
23,9
21,6
'22.-
23,4
25,1 24,3 24,- 21,7 18,8 15,-
24.8 23,4 21,4 19,4 18,9 14,9 21,1
25,5 24,4 22,4 20,4 18,5 14,4 21,7
26.8 25,6 23,3 20,8 16,4 14,- 21,9
21,- 25.- 23,2 20 3
21,5 16,6 19,3 16,9
21,8 25,- 19,8 17,5
28,3 25,- 25,-
1.9
7,5
6,1
12,9
6,8
2,0 XV,UI x V.V
6,5 13,1 15,-
4.-
5,9
5,6
3,4
26,9
47,2
50,5
47,6
51,4
21.2
23,2
22,7
23,6
23,2
22,5
1930/’34 24.1 22,8 22,- 21,2 18,8
1935/’39 24,9 24,7 23,4 22,8 20,2
1940
1941
1942
1943
1,3
0.7
0,6
1,2
1,2
22,2
25^2
22,4
18,3
20,3
23,9
13,6
27,3
19,3
26.9
28,8
15,4
25
leerlingen.
Aantal klassen in pCt. van
het totaal met
2Ï
leerlingen.
In
leerlingen.
s.
leerlingen.
Aantal klassen in pCt. van
het totaal met
6 i 11 J 16 217
t./m. t./m.'t./m.'t./m. t./m.ï
5
Uit bovenstaand overzicht van de verdeeling der
klassen, in pCt. van het totaal aantal, naar de be
zetting bij het begin van het schooljaar, blijkt, ge
rekend naar do percentages gemiddeld over de jaren
1930/’34 en 1935/’39 en over 1940, een duidelijke
opschuiving naar de grootere klassen, nl. die met
meer dan 20 leerlingen. Voor alle richtingen te zamen
was het percentage dezer klassen in 1930/’34 nog
59,-, in 1935/’39 steeg het tot 68,6, terwijl het in
1940 69,3 bedroeg.
In 1941 en 1942 is dit cijfer echter belangrijk
lager (57,4 in 1941 en 59,2 in 1942), waartegenover
het aantal klassen met 16 t./m. 20 leerlingen be
langrijk toenam: het percentage dezer klassen, dat
Gemiddeld aantal leerlingen
c.q. per pirallelklasse
in de verschillende klassen.
Alle
kl.
tez.
Gerekend naar de gemiddelden voor alle klassen
te zamen, is de klassebezetting bij de gymnasia
steeds kleiner (en bij de openbare vrijwel steeds het
kleinst), bij de h.b.s.-en daarentegen steeds grooter
dan die voor alle richtingen te zamen. (B(j de han-
delsschool slechts met uitzondering van 1941 en 1942.)
Bij de gemiddelden voor alle richtingen te zamen
komt volledig tot uitdrukking en bij de verschillende
richtingen afzonderlijk met enkele afwijkingen, dat
de bezetting van de lagere naar de hoogere klassen
afneemt.
1930/’34 24,- 22,8 21,4 19,1 17,-
1935/’39 25,6 25,2 23,3 21.4 18,7 14,2 22,4
1940
1941
1942
1943
1930/’34 24,6 23,6 22.2'19,-
1935/’39 27,3 25,9 24,2 20,3 18.6
26.5 25,6 23,7'21,7 17,5
27.5 26,- 23,2|21,4 20.6
26,9 25.8 23,2 20,9 19,6
26.6 24,6 23,7 19,9 16,8
6,7 15,8 30,5 30,3
9,1 12,2 16,5 32,7
9.6 9,6 26,9 32,7
7.7 11,5 30,8 23,1
5.8 11,6 21,2 28,8
5,8 17,3 19,2 38,5
1,8(26,1 62,1 10,-
52,3
14.3
4,3
5,6
40,7
'23,8 61,9
13,1'52,2 26,1
50,- 44,4
7,1121,4 28,6 42,9
4,7 10,4124,6 44,1
8,3(18,4 36,1
6,3117,9 38,9
8,2127,6 34,-
9,3'26,9 28,8
x,_, „,x ,.,O -V... -v.v vv.-,
0,7 5,4 12,917,7'24.5 38,8’)
V. VI.
Alle bjj
bijzondere
inrichtingen.
1) In 1933 en 1934 telden ondersch. 2 en 9
klassen meer dan 30 leerlingen. j
2) In 1935 t./m. 1939 telden ondersch. 14,16, i
8, 13 en 11 klassen meer dan 30 leerlingen. f
3) In 1940 telden 12 klassen meer dan 30
leerlingen.
In 1941 telden 11 klassen meer dan 30 l
leerlingen.
5) in 1942 telden 10 klassen meer dan 80 1
leerlingen.
6) In 1943 telden 6 klassen meer dan 30 leerlingen, waarvan
4 bij byzondere en 2 by openbare inrichtingen.
1930/’34 24,6 23,1(21.7 18,8
1935/’39 26,9 26,4’25,7 21,6
1940 -
1941
1942
1943
6.2 29,2 41,6
9,9 15,4 24,2
11,1! 22,7 2C,3
9,5'15,1 21,3
6,9j 10,9 17,8
5,8 16,523,3
2,8 10,3119,6 14.-
19,6 45,8
116
t./ m.lt./m. t/m. t./m. t./m.
5 10 -
2,6 7,9 19,9 58,8' 10,8
0,5' 3,7 16,8 50.-'28,8
2,71 8,- 59,8! 29,5
2,4 4,-(25,- 55,7' 12,9
22,1
49,4
26 en
25