9
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
Tijdstip.
1943.
1941. ,1942.
1940.
7,9
7,3
Openb. gymnasia
Bijzondere
Openbare h.b.s
Bijzondere
Openb. hand.sch.
Nederl. taal
en handels-
corresp.
Fransche taal
enz.
Engelsche taal
enz.
Handelsweten-
schappen.
Aardrijks
kunde.
Staats
inrichting.
Stenografie en
machine-
sehrijven.
9,5
8,5
3,1
1,4
3,2
1,3
1,6
0,3
1,4
0,3
7,2
7,7
10,-
7,9
10,-
11,4
12,8
50,-
68,6
70,9
30,4
Bijz.
gymn.
22,2
20,1
26,5
23,5
24,-
28,6
Bijz.
h.b.s.
13,9
13,7
16,7
21,3
22,9
28,-
Openb.
gymn.
8,8
6,6
4,-
2,1
4,1
30,3
57,6
63,7
65,4
50,-
7,8
6,1
7,1
2,1
3,2
3,6
3,5
2.4
3,7
Duitsche taal
enz.
20,8
20,3
21,6
8,7
6,2
4,1
4,1
3,6
2,5
9,3
1 13,-
14,7
14,6
15,5
16,2
21,1
l 20,8
21,5
1 20,1
i 19,4
1 20,2
31,4
1 30,4
i 28,9
32,5
31,2
36,7
53,9
73,6
65,4
71,5
Openb.
h.b.s.
6,1
4,4
3,9
7,9
8,-
11,8
8,9
8,8
10,8
14,2
15,1
23,2
3,4
1.2
1,7
0,4
De percentages van de drie openbare inrichtingen
hierboven vermeld zijn we! opmerkelijk gestegen
in 1943/’44.
Dit geldt vooral voor de openbare gymnasia, waar
voor het percentage van het aantal leerlingen uit
andere gemeenten, dat voordien maar zeer gering
was (in 1942 ’43 4,1 pCt.), in 1943/’44 bijna viermaal
zoo groot geworden is (15,9 pCt).
Aantal cursisten der handelsavondscholen.
Bijzondere
scholen.
M. j Vr. Tot.
19, -15,- 17,5
Gem.
1926/’30
1931/’35
1936/’40
1941/’42
1942/’43
1943/’44 15’9
1936 1940
1941
1942
1943
1926/1930
1931/1935
1936/1940
1941
1942
1943
1926/1930
1931/1935
1936,1940
1941
1942
1943
1926/1930 15,8 17,5
1931/1935 15,6 16,9
1936/1940 15,8 17,1
1941
1942
1943
1926/1930 31,3|27,1
1931/1935 30,9|27.7
1936/1940 29,4(26,1
1941
1942
1943
1926/1930
1931/1935
1936/1940
1941
1942
1943
1926/1930
1931/1935
1936 1940
1941
1942
1943
1926/1930
1931/1935
1936/1940
1941
1942
1943
4.7 11,6
4.8 11,8
8,6 11,9
8,3
9,5 11,1
14,4
6.5 7,8!
5,3' 5,8i
6.1 7.-
5,7 6.8
5,4 4.6
6.6 5,3
7.3 8,2
8,9 10,5
8.4 9,7
9.1 10,2
9.7 12,3
8.8 10,7
15,5 17,1
16,-17,3
16,4 16,6
Openb.
handels- Te
school, zamen.
2,9
1,9
2,6
5,2
7,1
10,4
38,6 27,-
60,- 52,-
78,8 j 89,3
68,5 68,3
93,- 76,i
6,4
1) Machineschrijven alleen bij twee der bijzondere scholen
van 1930 af vrijwel onafgebroken daalde van 34,-
tot 17,9 in 1940, bedraagt in 1941 en 1942 daaren
tegen ondersch. 27,6 en 26,9. Er heeft dus een ver
schuiving naar de middelgroote klassen plaats gehad.
In 1942 is een kleine stijging van het percentage
der grootere klassen waar te nemen. In 1943 is echter
een belangrijke opschuiving van de klassen met21 t./m.
25 naar die met meer dan 25 leerlingen te eonsta-
teeren; terwijl het percentage der eerstgenoemde
afnam van 28,8 tot 24,5, steeg dat der grootste
klassen van 30,4 tot 38,8.
Voor de verschillende richtingen van onderwijs is
de volgende samenvatting gemaakt van het aantal
klassen met meer dan 20 leerlingen, waarin, evenals
voor alle richtingen te zamen, voor de jaren 1935/’39
een toeneming tot uitdrukking komt.
Aantal klassen in pCt. van
het totaal met meer dan
20 leerlingen.
Gem. i .Gem. i
1930/’8*.| 1D8Ö/’B9 j
19,2 18,8 19,1
20,- 18,9 19,5 23,- 19,3
6,9
5,5
6,4
6,1
5,1
6,1
7,7
8,8: 8,7
7,- 4,9
6.3 1,-
5.3 2,-
4,6; 1,6
4,- -
9,2 9,6
9,5 11,7 14,9
8,8 12,3 18,1
9.5 11,9(19,3
10.7 13,7 19,1
9.6 14,3 19,3
16,3 20.5 22,1
16.1 20,7 20,9
16,3 21,4 21,5
16,- 20,5(19,3
16,5 19,4(19,4
16.5 20,8(19,3
29.8 33,-(28,2
29.6 32,6 27,3
28.2 29,2 28,6
29.9 31,9 33,7
29,-(27,3 28,5 30,8 31,8
5,-j 6,-
7,5, 7,9
8,61 8.9
8,8
7,4
7,5
2.8
3,4
4,-
3,7
3,5
3,5
10,5
8,5
7,7
7, -
9,2
8, -
Aantal cursisten der handeis-
avondscbolen talie leerjaren te
zamen) in pCr. van het totaal
aantal cursisten van alle vakken
to zamen.
Gemeentelijke
scholen.
M. j Vr. Tot.
1926/1930 20.2 19,6; 20,-
1931/1935 19,8 18,9' 19,5 21,4 18,7 20,3
-- 19,9 19,4 19,7 22,2 18,9 20,8
19,3 18,5' 19.- 22,1 18,4
22,-17,-
36,-
43,9
69,6
56,2
72,1
De percentages voor de openbare gymnasia, h.b.s.-en
en handelsschool vertoonen t.o v. 1942 een stijging.
Het percentage der klassen met meer dan 20 leer
lingen is, evenals in vorige jareu, steeds hooger bij
de h.b.s.-en dan bij de gymnasia en bij de openbare
gymnasia het laagst.
Leerlingen uit andere gemeenten. Wederom geeft
het aantal leerlingen, afkomstig uit andere gemeenten,
een vermeerdering te zien en wol van 1 085 in 1942/43
tot 1 327 in 1943/’44, welk aantal het hoogste is sinds
den aanvang van deze statistiek waargenomen Het
zelfde geldt voor de bijzondere inrichtingen, waar de
toeneming van 822 tot 966 grootendeels veroorzaakt
wordt door de toeneming van het aantal leerlingen
uit andere gemeenten bij de h.b.s.-en (van 665 tot
786). Ook bij het openbaar onderwijs is thans een
niet onbelangrijke stijging van het aantal leerlin
gen uit andere gemeenten wraar te nemen. De toe
neming van deze groep leerlingen wordt voorname
lijk veroorzaakt door de vestiging van Haagsche
évacué’s in de randgemeenten.
Wat de richtingen verder afzonderlijk betreft, volgen
de percentages hieronder; die voor de bijzondere
tnrichtingen zijn steeds belangrijk hooger dan die
voor de overeenkomstige openbare. Voortdurend het
hoogst is bet percentage voor de bijzondere gym
nasia: meer dan dezer schoolbevolking komt
thans van buiten de Gemeente.
Aantal leerlingen uit andere gemeenten in pCt. van
het totaal aantal, naar den toestand bij den aanvang
van den cursus.
31,3(27,2
Lll.U MA, U
30,5 27,7 29,3 23,5 35,7 28,1
6,6
8,2
9,1
9,3
8.3
7,8
3,1
3,6
4,2
3,7
4,2
3,4
9,2 12,7
7,7
7,1
6,1; 8,9
7,9,11,2
6,5,10,-