B
fi
H
I
11
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
61,44'
78,9
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
2)
Es
E?
h
11
gS
SÏ
Es
2)
2)
2)
2)
Es E?
s8 'ij
fs
2)
I 2)
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
Aantal cursisten der handelsavondschelen, dat aan het einde van het schooljaar
slaagde, in pCt. van het aantal, dat examen deod.
Mannen.
100,-
Gemiddelde van
2 jaren.
I
Nederlandsche taal en handelscorresp.
Fransehe taal enz
Duitsehe taal enz
Engeleche taal enz
Handelswetenschappen
Aardrijkskunde
Staatsinrichting
Stenografie
Alle vakken te zamen
94,7
100,-
100,-
92,3
95,-
100,-
100,-
93,3
96,4
92,8
75,93)
83,2
75,9
77,8
92,8
84,1
83,64)
84,7
84,8
90,8')
87,9
81,6
83,6
83,5
90,9
85,7
83,9
75,-
85,3
82.4
78,2
81,6
80,2
80,-
97,5
79,-
78,8
81,3
86,4
84,5
100,-
73,-
75,7
77,1
81,5
79,9
88,3
75,1')
83,7
79,6
85,5
83,7
82,1
62,5
92,3
78,9
92,1
92,6
82,8
100,-
87,5
90,5
70,4')
79,2
77,5
78,9
92,2
73,5
82,-
03
2
90,2
90,4
83,7
82,-
83,8
93,1
87,1
71.44)
86,2
88,9
76,6
88,9
89,6
84.6
95,2
90,-
79,7
87,3
Sr
s
90,5
87,5
87,-
91,5
92,4
85,-
87,-
88,5
5
Sr
2
SS
S
Nederlandsche taal en handelscorresp.
Fransehe taal enz
Duitsehe taal enz
Engelsche taal enz
Handelswetenschappen
Aardrijkskunde
Staatsinrichting
Stenografie en machineschrijven
Alle vakken te zamen
Vrouwen.
85.-
90,9
96,2
91,7
80,-
66,-
81,6
gein, over 1937/’413e. de percentages der bevor
derden in de lagere klassen beneden het algemeen
gemiddelde blijven4e. de percentages der voor het
examen geslaagden gunstiger zijn dan het algemeen
gemiddelde.
Hoewel de cijfers der bevorderden en geslaagden
voor alle klassen te zamen over 1942/’43 niet veel
afwijken van die, verkregen over het voorafgaande
jaar, zijn bij de inrichtingen afzonderlijk in de lagere
klassen vrij groote verschillen t.o.v. 1942 opgetreden.
1931/’32 t./m. 1935/’36 uiteen van ongeveer 75 tot
ruim 80, die over 1936/’37 t./m. 1940/’41 bewegen
zich, behoudens één uitzondering, boven 80
Uit de gemiddelden over 5 jaren blijkt, behoudens
uitzonderingen, dat le. de percentages voor de meisjes
hooger zijn dan die voor de jongens, behalve bij
de openbare gymnasia, waar de verschillen echter
zeer gering zijn; 2e. de percentages der openbare
richtingen lager zijn dan die der overeenkomstige
bijzondere, behalve bij de jongens van de gymnasia
85,74) 94,1
95,-3) 89,-’)
94,44) 78,5
77,8
81,9
81,2
92,6
87,5
86,7
87,5
85,8
98,-
92,6
92,9
86,- 90,4
1941/’42 voor alle vakken te zamen, bij het openbaar
zoowel als bij het bijzonder onderwijs, een daling te
zien, in 1942/’42 is er weder sprake van stijging.
Leerkrachten naar het aantal lesuren.
(Zie volgende pag. bovenaan.)
Ook ditmaal zijn de gegevens omtrent het aantal leer
krachten (bij het dagonderwijs) verdeeld naar het aantal
lesuren per week, nader uitgewerkt door rekening te
houden met de omstandigheid, dat verscheidene leer
krachten aan meer dan één school verbonden zijn.
Bij deze bewerking was het niet mogelijk, de ver
deeling van de leerkrachten naar de verschillende
inrichtingen en richtingen van onderwijs te hand
haven. In het volgend overzicht worden daarom
slechts de totale aantallen bij het dagonderwijs ge
geven voor alle instellingen te zamen. Voor zoover
de gegevens zijn verstrekt, is ten slotte rekening
gehouden met de lesuren gegeven aan andere inrich
tingen dan de in den staat op bladz. 14 en 15
vermelde.
Aantal geslaagden van de handelsavondscholen.
Gerekend naar de gemiddelden over 5 jaar voor
alle vakken te zamen, vertoonen de percentages van
de Gemeentelijke scholen een voortdurende stijging.
Viel ook bij de bijzondere scholen gemiddeld over
1931/’32 t./m. 1935/’36 een stijging waar te nemen,
over 1936/’37 t./m. 1940/’41 zijn de verhoudingscijfers
echter gedaald, zoodat ze beneden die van de openbare
scholen zijn komen te liggen.
De percentages voor de meisjes, die over 1926/’27
t /m. 1930/’31 lager waren dan die voor de jongens,
zijn over 1936/’37 t./m. 1940/’41 daarboven gekomen.
Wat de verschillende vakken betreft is ten aan
zien van de gemiddelden vast te stellen, dat alleen
de percentages voor Nederlandsche taal en handels
correspondente en voor aardrijkskunde steeds boven
gemiddelde voor alle vakken te zamen lagen.
In 1942/’43 zijn de percentages der geslaagden
voor de vakken afzonderlijk bijna alle gestegen,
sommige tot 100,- pCt. Geven de percentages over
SÉ
O-*-2
0^5
Gemeentelijke scholen.
87,5
80, -
90,-
88,2
81, -
98,1
80,4
100,-
l) Gemiddelde van 4 jaren. J) Niet berekend wegens te kleine aantalien of geen candidaten.
4) Gemiddelde van 3 jaren.
90,9
61,4')
67,1
70,4
85,1
68,-
75,8
Bijzondere scholen.
78,3
78,6
89,1
82,4
73,8
55,2
74,7
80,6
85,6
87,7
85,8