45
VERSLAG van het Archief der gemeente 's-Gravenhage
over het jaar 1943.
a. Personeel.
De conservator, de heer N. J. Pabon, meldde
I zich ziek in de eerste dagen van het jaar. Hij
werd enkele weken later afgekeurd en aanvaard
de daarna het ambt van predikant der Ev.
Luthersche gemeente te Woerden. Hij is gedurende
21 jaren aan dit archief verbonden geweest.
Op 1 April trad de heer A. J. van Rossum du
Chattel in dienst als wetenschappelijk assistent le
klasse. Hij werd belast met de dagelijksche leiding
van de studiezaal, terwijl de conservator, mej.
G. C. Telders, die tot nu toe deze functie vervul
de, naar de Bibliotheek werd overgeplaatst.
De vier werklooze hoofdarbeiders, die reeds aan
merkelijk meer dan een jaar hier werkzaam waren
geweest, werden met ingang van 1 Januari tijdelijk
aangesteld als crisis-ambtenaren.
De bediende W. Kunz werd in April te werk
gesteld in Duitschland.
e. Voortgang der inventarisatie en andere werk
zaamheden.
Nog steeds vraagt de inlichtingendienst bijna
den geheelen tijd van het personeel. Daardoor kon
met den inventariseeringsarbeid slechts weinig
voortgang gemaakt worden. Wel werden de bijla
gen van de Notulen van Burgemeester en Wet
houders over het jaar 1828 in de volgorde der ver
gaderingen en der agenda’s gerangschikt.
Aan de thans zoo noodige en voortdurend ge
raadpleegde klappers werd met kracht voortge
werkt. Zoo vorderde de klapper op de doopen
wederom aanzienlijk. Bewerkt werden de doop
boeken van de Groote Kerk van 1630 tot 1636 en
van 1642 tot 1648; de geheele serie van deze kerk
is thans nagenoeg in den klapper opgenomen; nog
in 1944 zal zij geheel bewerkt zijn. Ook van de
Kloosterkerk werden eenige jaren bewerkt, ter
wijl tevens drie doopboeken van de R.-K. Kerk
in de Casuariestraat van 1746 tot 1780 en van
1795 tot 1811 aan de beurt kwamen. De doopboeken
van deze kerk zijn thans ook geheel voltooid. Met
Op de binderij kon wegens de tijdelijke afwezig
heid van een der binders minder tot stand worden
gebracht dan in vorige jaren. Trouwens ook hier
maakt de sehaarschte aan materialen langzamer
hand allerlei herstelwerk bezwaarlijk. Toch kon
den nog 46 deelen van het notarieel archief, die
in zeer slechten staat verkeerden, gerestaureerd
en geheel in perkament gebonden worden. Daar
hierdoor de voorraad perkament vrijwel geheel
was opgebruikt, werd daarna een groote serie uit
elkaar hangende deelen, die oorspronkelijk in half
perkament gebonden waren en waarvan de perka
menten ruggen nog bruikbaar bleken, hersteld.
Achtereenvolgens werden 216 deelen zoo behan
deld, die nu weer in zeer goeden staat verkeeren.
Door deze bewerking zijn tevens ongeveer 260
portefeuilles vrijgekomen, die dus voor andere
archieven gebruikt kunnen worden. Nog werden
eenvoudiger herstellingen aan vier andere deelen
uit het notarieel archief verricht, zoodat in het
geheel 266 deelen in goeden staat werden gebracht.
Twee deelen der kerkelijke registers werden ge
restaureerd, een derde werd tevens geheel in per
kament gebonden.
De ingekomen en uitgaande brieven van 1942
werden in zeven in half leer gebonden deelen
vereenigd.
Voor de Bibliotheek werden 17 boeken gebonden
en 15 ingenaaid en twee doozen vervaardigd, ter
wijl voor de verzameling fotografische negatieven
vier doozen werden gemaakt. Ook werden 40
nieuwe portefeuilles afgeleverd. Voor verschillen
de klappers werden 3100 fiches gesneden. Ten be
hoeve van de Prentenverzameling werden 310
prenten opgezet.
De dagbladen van 1942 werden in 10, eenige jaar
gangen van tijdschriften in 5 deelen gebonden.
Dr. P. van Schilfgaarde bleef het geheele jaar
op arbeidscontract, de heer W. Kroner als vrij
willig beheerder van de Letterkundige Verzame
ling werkzaam.
De tewerkstelling van den heer P. Schippers, die
ten behoeve der Prentenverzameling een groot
aantal oude kaarten heeft gecopieerd, nam op
17 Juli een einde.
Op verzoek van den wnd. Directeur van het Ge-
meente-Museum werd de aan zijn dienst verbon
den Mr. L. P. J. Michielsen met werk ten behoeve
van den archiefdienst belast.
In September werd een aanvang gemaakt met de
verstrekking van bijvoeding aan het personeel.
b. Toestand van het gebouw.
De toestand van het gebouw geeft geen aanlei
ding tot bijzondere opmerkingen. Verschillende
kleinere herstelwerkzaamheden moesten in ver
band met de sehaarschte aan materialen worden
uitgesteld. Zoo konden ook de talrijke gescheurde
en onbruikbaar geworden verduisteringsgordijnen
niet hersteld worden, wat in de donkere winter
maanden tot vele moeilijkheden aanleiding gaf.
In de prentenkamer werd een radiator verplaatst
en op een ander deel der verwarming geschakeld
om deze kamer, ook nu in de tentoonstellingszaal
niet gestookt werd, goed te kunnen verwarmen.
c. Toestand der reddlngs- en brandbluschmiddelen.
De toestand der reddings- en brandblusehmidde-
len schijnt bevredigend. Op de voorgeschreven
Plaatsen zijn emmers water, zakken zand, spuiten,
gereedschappen enz. aanwezig.
Materieele toestand der archieven en ver
zamelingen.
In verband met de toegenomen gevaren uit de
■ueht werden alle prenten en foto’s overgebracht
de sorteerkamer en de gangen in den depot-
wmngel.