10
VERSLAG van de Duinwaterleiding van ’s-Gravenhage
over het jaar 1944.
1937.
1939.
1940.
1931.
1934.
1941.
1942.
1943.
1944.
100, -
100,—
100,—
100,—
100,—
100,—
100,—
II. PERSONEEL.
III.
Ambtenaren:
171
59
7
237
104
176
Prijs
per m>.
28
22
2
20
Leveringsvoorwaarden.
De leveringsvoorwaarden bleven ongewijzigd.
Het gebruikelijke overzicht van de aangesloten
perceeien verhoudingsgewijze in de verschillende
tariefklassen geeft het volgende beeld.
het Bedrijf heeft onder zeer moeilijke omstandig
heden met volharding zijn taak vervuld.
Neerslag.
Gedurende
station 779,3
TOESTAND DER WERKEN.
a. Waterwingebied.
f 0,30
0,25
0,20
0,15
0,10
23,98
9,17
15.99
39,74
11,12
25,94
9,64
16,12
37,91
10,39
24.88
9,51
16,47
38,46
10,68
32,65
9,62
22,01
25,44
10,28
28,35
10.61
16.62
36,08
8,34
21,85
8,81
16.74
41.25
11,35
24,97
9,54
16,27
38,52
10.70
30,90
9,47
25,94
25,35
8,34
20,86
8,63
17,17
42.13
11,21
100,—
Het personeel bij de Duinwaterleiding was op
31 December als volgt samengesteld:
Werklieden:
a. in vasten dienst
b. in tijdelijken dienst (waaronder 9 minder-
validen)
c. in lossen dienst
d. reservisten
jeugdige werklieden
Aangesloten perceeien in de verschillende tariefklassen op het
einde van het jaar, in percenten van het totaal.
I 100,—
a. in vasten dienst
b. in tijdelijken dienst (waaronder 21 reserve-
meteropnemers voor het tijdvak van op
nemen 15 December 1944 - 31 Januari 1945)
c. op arbeidscontract (waaronder 1 minder-
valide)
Stijghoogte van het bovengrondwater
(phreatisch vlak).
Door den betrekkelijk sterken neerslag, in het
bijzonder in de laatste maanden van het jaar en
door de verminderde belasting van de winnings-
Van het bedrijfspersoneel waren 29 personen in
Duitschland te werk gesteld, t.w. 7 ambtenaren en
32 werklieden; voorts waren 7 ambtenaren gede
tacheerd bij andere diensten en ten slotte 3 amb
tenaren en 2 jongmaatjes om andere redenen niet
*n actieven dienst.
I. BEHEER EN REGELINGEN.
In het algeloopen oorlogsjaar heeft ook dit be
drijf zijn tol moeten betalen als gevolg van de
maatregelen, welke de bezettende macht op zoo
velerlei gebied meende te moeten nemen. In tegen
stelling met zooveel andere bedrijven, welke stop
gezet en geheel ontwricht werden, kon het water
leidingbedrijf doorwerken, al moesten vele be
zwaren worden ondervangen. Het personeel van
het jaar 1944 werd bij het Pomp-
mm neerslag waargenomen. Dat is
6,8 pCt. boven het gemiddelde over de laatste 39
jaren, hetwelk 729,8 mm bedraagt.
Voor de achtereenvolgende kalenderkwartalen
waren de cijfers van den neerslag onderscheiden
lijk 107,0, 110,L 208,7 en 353,3 mm; dat is achter
eenvolgens 13,8, 14,1, 26,7 en 45,4 pCt. van den to
talen neerslag gedurende het geheele jaar. Het
percentage van den neerslag, welke in het eerste
kwartaal werd opgevangen, bedroeg gemiddeld
over de laatste 39 jaren 19,6 van het jaartotaal;
voor het 2e, 3e en 4e kwartaal onderscheidenlijk
19,3, 29,7 en 31,4. Daaruit blijkt, dat ten opzichte
van het gemiddelde, het eerste en het tweede
kwartaal vrij belangrijk droger waren en het
vierde kwartaal aanzienlijk natter.
Evenals het vorige jaar gaf de maand Maart een
minimum regenhoeveelheid, ditmaal van 17,9 mm,
en was November wederom de natste maand met
144,2 mm neerslag. De grootste hoeveelheid neer
slag, welke in één etmaal en wel in dat van 18
November werd opgevangen, bedroeg 33,2 mm.