13 VERSLAG van den Gemeentelijken Reinigingsdienst van 's-Gravenhage over het jaar 1944. CATEGORIE. 76 68 36,— 0,89 10,52 2 439 32,— Geheele personeel voortvloeiende uit het gebrek aan motor en Ambtenaren Werklieden in vasten en tydeiyken dienst. Losse werklieden Werkvrouwen 694 (675) 387 214 17 Aantal ziekmeldingen, welke tot verzuim aanleiding hebben gegeven. 1 209 (1 097) 702 400 39 32 723 (26 377) 21 957 7 396 931 Totaal aantal ziekte dagen. Gemiddeld aantal ziekte dagen per ziektegeval. 27,07 (24,05) 31,28 18,49 23,87 Gemiddeld aantal ziektedagen per man personeel. 56,74 34,56 54,76 Gemiddeld aantal ziekte gevallen per man personeel. 1,81 1,87 2,29 15,46 (12,81) 19,45 11,33 17,96 Ziekengeld. De nettokosten voor de Gemeente wegens zie kengeld hebben bedragen f 154.529,63 (f 124.156,56). 1,74 (1,62) Gemiddeld aantal in dienst in het jaar 1944. 47,15 (39,-) Ziekteeijfer (aantal verzuim dagen op 100 arbeids dagen). Beheer. Ingevolge de Verordening no. 152 van den Rijks- commissaris voor het bezette Nederlandsche gebied werd de Dienst in 1944 beheerd door den Burge meester. Personeel. Het aantal vaste ambtenaren bedroeg op 31 De cember 1944 63 (66) 1). In tijdelijken dienst waren op genoemden datum 5 (6) ambtenaren volgens art. 6a, 6 (1) ambtenaren ingevolge art. 6c, 1 crisis ambtenaar overeenkomstig art. 6b van het ambte narenreglement, benevens 1 (1) ambtenaar als schrijver 2e klasse ingevolge art. 1 der Verorde ning betreffende minder-validen. In vasten dienst waren op het einde van het jaar 365 (377) werklieden. Het aantal tijdelijke werk lieden bedroeg op 31 December 15 (6). Ultimo December waren derhalve in totaal 380 (383) werk ongevallen. Onder het vermelde aantal ziektegevallen ziektedagen zijn begrepen 105 (118) ongevallen, welke tot verzuim aanleiding hebben gegeven met een totaal van 2166 (1718) verzuimdagen. Veiligheldscommissie. De Veiligheldscommissie heeft in 1944 geen ver gaderingen gehouden. Algemeene beschouwingen. De uitvoering van den dienst ondervond in het afgeloopen jaar in zeer sterke mate den nadeeligen invloed van den voortdurenden oorlogstoestand. Doordat het Gewestelijk Arbeidsbureau niet steeds voldoende losse arbeidskrachten beschikbaar kon stellen ter vervanging van het wegens ziekte en om andere redenen uitgevallen personeel, konden vele hoogst noodzakelijke werkzaamheden niet worden uitgevoerd. De reeds bestaande moeiljjk- i) De hier en verder tusschen geplaatste cijfers betreffen de overeenkomstige aantallen van het jaar 1943. lieden (vaste en tijdelijke) aan den Dienst verbon den. Bovendien waren in dienst 14 (13) jongmaat jes- bankwerker aan de werkplaatsen, waarvan 5 (5) in Duitschland te werk waren gesteld. Voor het schoonhouden van de diverse gebouwen en post huizen waren 9 (10) vaste en 2 (6) tijdelijke werk vrouwen in dienst voor eenige uren per dag. Ter aanvulling van het incompleet wegens ziekte, verlof, inhalen van rusturen, seizoenarbeid e.d. waren over het geheele jaar gerekend gemid deld 214 (184) losse werklieden in dienst. Hieronder was ook een aantal werklieden van de Personeels- reserve. Gemiddeld waren bovendien 4 (2) werkvrouwen in lossen dienst. Ziekte. Het volgende staatje geeft een overzicht van het ziekteverzuim van het personeel over het jaar 1944. heden, brandstof, werden in den loop van het jaar nog aanmerkelijk vergroot door het nijpende tekort aan smeerolie, autobanden en -onderdeelen. Het bleek niet meer mogelijk het allernoodzakelijkste aantal bedrijfsauto’s op peil te houden, zoodat in Scheve- ningen de inzameling van het huisvuil moest ge schieden met paardenmaterieel. Het tekort aan berkenbezems schiep schier onoverkomelijke moei lijkheden bij de straatreiniging. Deze werd mede bemoeilijkt door de intrekking van de veegvuil- ketels, vroeger op verschillende standplaatsen in de stad aangebracht, tot welken maatregel moest worden overgegaan wegens de veelvuldig voorko mende diefstallen. De toewijzing van gas voor motorbrandstof werd zoozeer beperkt, dat op 7 en 8 April geen huisvuil kon worden ingezameld en dat met ingang van 24 April de inzameling tot éénmaal per week moest worden beperkt. In verband met de vordering van mannen van 17 tot en met 40 jaar kon op 21, 22 en 23 November geen huisvuil worden afgehaald en moest op 28, 29 en 30 November het huisvuil van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1944 | | pagina 129