5
f
VERSLAG GEMEENTELIJKE REINIGINGSDIENST.
ADMINISTRATIEF OVERZICHT.
153.741,22
271.824,14
Gunstig saldo f 177.655,40
Hoogere Baten:
9.410.93
f
244.315,11
1,63
6.620,27
Lagere Lasten:
18.402,28
Totaal f 449.479,54
Te verminderen wegens:
Lagere baten:
389,17
302,80
De kosten voor de Gemeente voor de uitvoering
van den dienst waren bij de oorspronkelijk ont
worpen begroeting voor het dienstjaar 1944 ge
raamd op f 2.486.800,
De werkelijke uitkomsten bedroegen f 2.309.144,60
en bleven derhalve f 177.655,40 beneden de geraam
de kosten.
Hieronder volgt een overzicht van de afwijkin
gen, die de op de verschillende artikelen verant
woorde uitkomsten met de daarvoor aanvankelijk
geraamde bedragen vertoonen.
Art. II. Inkomsten in verband met het
ophalen van aseh, vuilnis en andere
afvalstoffen
Art. IV. Inkomsten ten bate van den
vuilafvoer
Art. V. Vergoedingen door derden we
gens rattenbestrijding
Art. VI. Vergoeding wegens het ver
richten van buitengewone werkzaam
heden voor Gemeentediensten e.d.
Art. VII. Diverse baten
Art. X. Verhaal van pensioensbijdra
gen enz.
Art. II. Ophalen van asch, vuilnis en
andere afvalstoffen
Art. III. Verwisselen van privaatton-
nen en ledigen van beerputten
Art. V. Rattenbestrijding
Art. IX. Onderhoudskosten
Art. XI. Renten
Art. XII. Afschrijvingen
Art. XIII. Oninbare posten
Rekening van den Gemeentelijken Reinigingsdienst
over 1944.
38.818,48
84.694,72
Art. VH. Diverse werk
zaamheden aan de afdee-
lingsdepóts
Art. VIII. Tractiekosten
Art. X. Algemeene on
kosten
1.419,35
1.040,46
150,78
746,26
31.606,56
2.466,84
12.157,08
88,60
enz14.963,27
van op-
62.484,84
Hoogere lasten:
Art. I. Straatreiniging,
besproeiing
Art. IV. Afvoeren
gehaalde stoffen
Art. VI. Buitengewone
werkzaamheden voor Ge
meentediensten e.d. 37.483,03
Art. I. Inkomsten in ver
band met de uitvoering
van de straatreiniging
enzf
Art. III. Vergoedingen we
gens het verwisselen van
privaattonnen en het le
digen van beerputten
In 1944 is van de Vuilafvoer Maatschappij
„V.A.M.” een restitutie van kosten ontvangen van
f 160.000,—, zijnde f 70.000,over het boekjaar
1940/1941 en f 90.000,over het boekjaar 1941/1942.
Het is uiteindeliik deze, op artikel IV der baten
verantwoorde meevaller waarop bjj het vast
stellen der begroeting 1944 uiteraard niet kon wor
den gerekend waaraan het gunstig eindsaldo is
te danken.
De 1 Januari 1944 ingegane loons- en salarisver-
hooging ad 10 vorderde rond f 95.000,de ver-
hooging van den kinderbijslag rond f 40.000,—.
Deze hoogere lasten werden grootendeels gecom
penseerd door lagere uitgaven, gevolg van de
noodgedwongen beperking van een normale uit
voering van den dienst wegens den oorlogstoe
stand. Zoo moest in April 1944 de inzameling van
het huisvuil van tweemaal tot eenmaal per week
worden teruggebracht en verhinderde het gebrek
aan personeel de noodzakelijke uitvoering van ver
schillende werkzaamheden in het tweede halfjaar
1944. Het besproeien der straten bleef geheel ach
terwege en van de voor sneeuwruiming geraamde
kosten werd slechts een gering deel ten bate van
de bestrijding van de gladheid van het wegdek uit
gegeven. Hoogst noodzakelijk onderhoud aan ma
terieel en bedrijfsinrichtingen moest wegens ge
brek aan materialen en arbeidskrachten onuitge
voerd blijven.
Door het reeds in het voorafgaande dienstjaar
uitstellen van de noodige uitbreidingen bleven de
afschrijvingen aanmerkelijk beneden het daarvoor
begroote bedrag.
Door prestaties van bijzonder karakter, zooals
het beschikbaar stellen van bedrijfsauto’s voor op
ruimen van glas en puin, alsmede voor het vervoer
van meubelen van ingezetenen bij bominslag en
het verrichten van extradiensten voor de evacuatie
en voor de V.A.M., waarvan de kosten op derden
konden worden verhaald, staan tegenover de over
schrijdingen van verschillende artikelen der lasten
de hoogere opbrengsten van de correspondeerende
artikelen der baten. Dit is mede het geval t.o.v. het
voor den Gemeentelijken Geneeskundigen en Ge
zondheidsdienst en andere Gemeenteinstellingen
verrichte meerdere werk, waarvan de verantwoor
ding van kosten is geschied op artikel VI der
lasten en van de inkomsten op artikel VI der
baten.
De hoogere opbrengst van artikel VII is o.m. een
gevolg van het onder dit artikel verantwoorden
van de in rekening gebrachte vergoedingen voor
gevorderde dienstgebouwen en rupskranen van de
reservevuilnisbergplaats.
De overschrijding van artikel X der lasten is in
hoofdzaak veroorzaakt wegens: