Tr
VERSLAG van den Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting
van 's-Gravenhage, over het jaar 1944.
1
I. ALGEMEEN.
II.
Uitbreidingsplan „Rustenburg-Oostbroek”.
Het bovenvermelde geldt ook voor de herziening
van een gedeelte van het uitbreidingsplan „Rns-
tenburg-Oostbroek”, dat aan vorengenoemd uit
breidingsplan grenst en daarin werd betrokken.
Uitbreidingsplan „Moerweg”.
Onder verwijzing naar het daaromtrent mede
gedeelde in het verslag over het jaar 1943, kan
daaraan thans worden toegevoegd, dat door den
Raad van Advies inzake Stadsuitbreiding en Archi-
STADSONTWIKKELING.
A. STADSUITBREIDING.
1. Uitbreidingsplannen.
Uitbreidingsplan „Leyenburg”.
Bjj zijn besluit d.d. 16 Februari 1944 B.Z. no. 2 V
heeft de Seeretaris-Generaal van het Departement
van Binnenlandsche Zaken zijn goedkeuring ont
houden aan het besluit van den Burgemeester d.d.
6 Januari 1943, betreffende herziening van het
uitbreidingsplan „Leyenburg”.
In Mei van het verslagjaar werd door den Bur
gemeester opdracht gegeven de door den Raad van
Advies inzake Stadsuitbreiding en Architectuur
ingezonden schets van een gewijzigd plan nader
uit te werken en de bebouwingsvoorschriften te
doen ontwerpen; aan het einde van het verslag
jaar was aan deze opdracht nog niet voldaan.
Luehtbescherming.
Ook dit verslagjaar moesten de werkzaamheden
in de dienstgebouwen op het signaal „luchtalarm”
herhaaldelijk worden onderbroken voor het zich
begeven naar en het verblijven in den schuilkelder.
Door 11 ambtenaren en 5 werklieden werd een
E.H.B.O.-cursus gevolgd.
Beheer.
De Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuis
vesting werd dit verslagjaar, evenals in 1942 en
1943, krachtens de Verordening no. 152 van 1941
van den Rjjkscommissaris voor het bezette Neder-
landsehe gebied (Verordeningenblad 1941, Stuk no.
33), beheerd door den Burgemeester.
Dienstgebouwen.
oorzoover mogelijk werd het normale onder
houd. met uitzondering van verfwerk, uitgevoerd.
In verband met het geheel stopzetten op 12 Octo
ber van de gaslevering, w’aardoor een gedeelte der
dienst gebouwen en eenige kantoren niet meer met
j>aR konden worden verwarmd, zoomede in ver
band met de noodzakelijke kolenbesparing, werden,
ondanks de daaraan verbonden bezwaren, in het
najaar de ambtenaren zooveel mogelijk in vertrek
ken, welke centraal verwarmd konden worden, bij
eengevoegd, terwijl in enkele andere lokalen kolen
kachels werden geplaatst.
Een ander groot ongerief veroorzaakte de stop
zetting op 20 November van de electrische stroom-
levering; niet alleen, dat verlichting daardoor on
mogelijk was, doch ook verscheidene kantoor-
machines konden niet worden gebruikt.
Als gevolg van de sterke inkrimping op last
van de Duitsche bezetting van het aantal in
gebruik zijnde telefoontoestellen, waarbij verschei
dene dienstaansluitingen waren betrokken, was
de communicatie met derden zeer gebrekkig.
Tengevolge van vermindering der onderhouds
werkzaamheden in Scheveningen en van de steeds
grooter wordende moeilijkheden om in het zg.
vestinggebied te kunnen komen, werd het maga
zijn aan de Korbootstraat grootendeels buiten ge
bruik gesteld.
Personeel.
Het bij den Dienst werkzame personeel bestond
op 31 December 1944 uit 87 vaste en 15 tijdelijke
ambtenaren. Van het vaste personeel waren 3 amb
tenaren en van het tjjdelijk personeel was 1 ambte
naar gedetacheerd bij de Stichting „Centraal Wo-
ningbeheer”.
Tot de tijdelijke ambtenaren behoort 1 ambtenaar,
gedetacheerd door den Gem. Crisis- en Distributie-
dienst.
Voorts waren op 31 December 1944 werkzaam 59
vaste werklieden, 6 tijdelijke werklieden, 24 losse
werklieden, terwijl 12 werkvrouwen in dienst van
den eoncierge waren.
Van eind Januari af werd ook aan de ambte
naren van den Dienst, tijdens kantooruren, bij
voeding van de Centrale Keuken verstrekt, zooals
in het voorafgaande jaar reeds aan de werklieden
geschiedde; een gedeelte der kosten werd door de
Gemeente gedragen. Met ingang van 7 September
moest de bijvoeding evenwel wrorden beëindigd.
Tengevolge van de zeer ongunstige omstandig
heden, waaronder in het verslagjaar de werkzaam
heden moesten worden verricht, werden zeer vele
bezwaren ondervonden bij de uitvoering van het
noodzakelijke werk.
Door verschillende oorzaken verminderde het
aantal beschikbare personeelsleden geleidelijk met
ongeveer Vs, terwijl bovendien het aantal arbeids
uren steeds meer moest worden beperkt, zoodat
dit tenslotte daalde tot minder dan de helft van
het normale aantal.
Einde November waren afwezig wegens ziekte
13. wegens tewerkstelling in Duitschland 16. we
gens krijgsgevangenschap 6, wegens detaeheerin-
gen en „arbeidsinzet" hier te lande 12 personen,
terwijl 33 personeelsleden in verhand met hun
leeftijd (razzia’s) niet op het werk verschenen.