4
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.
BUwiel-
Motor- en Autobewaarplaatsen.
een
Java-
Verbreeding Badhuisweg.
De laaste onteigeningsprocedure t.b.v. deze ver-
breediug, nl. die tegen de N.V. „De Sierkan" werd
ook dit verslagjaar, i.v.ni. de tijdsomstandigheden,
niet afgewikkeld.
Verschillende verkeersverbeteringen.
Bjj schrijven van 19 Juni 1944 gaf de Burge
meester opdracht, zulks op voorstel van den Raad
van Advies inzake Stadsuitbreiding en Architec
tuur, plannen uit te werken en de noodige voor
stellen te doen voor onderstaande verkeersver
beteringen:
Verkeersverbinding Wassenaarscheweg
straat—Laan van Meerdervoort.
Verbinding Benoordenhoutscheweg met Veen
kade en de Veenkade met den Loosduinscheweg.
Doortrekking Prins Hendrikstraat tot Bazar-
straat.
Verbinding Hugo de Grootstraat met Van-Speyk-
straat.
Doortrekking Zoutmanstraat tot Groot-Herto-
ginnelaan.
Verbinding Paramaribostraat met Balistraat.
Verbreeding Koningskade tusschen Wassenaar
scheweg en Benoordenhoutscheweg.
de
bü
Plaatselijke Telefoondienst.
Met den Directeur van den Plaatselijken Tele
foondienst werd overeenstemming bereikt omtrent
aankoop van grond voor een telefooncentrale aan
de Hart-Nibbrigkade. terwijl de medewerking werd
verzocht van de eigenaresse van dezen grond, de
N.V. Provinciale Beleggings Maatschappij. Tot
een beslissing kwam het in dit verslagjaar niet.
den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezond
heidsdienst, met inachtneming echter van de be
perking ten aanzien van het tijdstip van uitvoe
ring, aangezien daarvoor perceelen zouden moeten
worden afgebroken en voorshands geen materiaal
beschikbaar zou zijn voor den bouw van nieuwe
woningen.
Aan het einde van het verslagjaar waren deze
plannen nog in studie.
Door de N.V. Algemeene Bewaarplaatsen- en
Reclamemaatschappü werd aan den Burgemeester
by haar schrijven d.d. 14 October 1943 No. 3/m een
voorstel gedaan om, in samenwerking met de
daartoe aangewezen Gemeenteorganen, terreinen
aan te wijzen en zorg te dragen voor den bouw
en/of de inrichting van rijwielbewaarplaatsen
(later eventueel autoparkeerplaatsen) op enkele
daarvoor geschikte punten.
De Politiepresident had, blijkens zijn rapport aan
den Burgemeester d.d. 6 November 1943, bezwaren
tegen deze plannen, omdat deze N.V. kennelijk
aanstuurde op het veroveren van een monopolisti
sche positie, waarbij de directe invloed van de
overheid zou worden beknot, reden waarom werd
voorgesteld een afwijzend standpunt in te nemen
en de alleszins bevredigende organisatie der rij
wiel- en autobewaking niet te wijzigen.
De Raad van Advies inzake Stadsuitbreiding
en Architectuur meende de plannen wel te moeten
steunen en adviseerde den Burgemeester bij zijn
schrijven d.d. 14 December 1943 om met de Maat
schappij in overleg te treden.
De Burgemeester kon zich met laatstbedoeld
voorstel vereenigen en noodigde den Directeur van
Gemeentewerken uit met de N.V. te onderhande
len en in deze onderhandelingen ook Stadsontwik
keling en Volkshuisvesting te betrekken.
Ook de Directeur van Gemeentewerken kwam in
zijn terzake aan den Burgemeester, na overleg met
dezen Dienst uitgebracht rapport d.d. 22 Februari
1944, betreffende de rijwielbewaarplaatsen tot de
conclusie, dat uitvoering voorshands niet mogelijk
was, omdat de mogelijkheid tot bouwen in deze
tijdsomstandigheden ontbrak en dat aan autopar
keerplaatsen momenteel geen behoefte bestaat.
Een beslissing omtrent deze aangelegenheid is,
voor zoover bekend, niet genomen.
Gem. School- en Kindertuinen.
Aan den Burgemeester werd door dezen Dienst
een voorstel gedaan om machtiging te verleenen
voor aanleg van pl.m. 60 kindertuintjes op
terrein nabij de Stieltjesstraat; bij zijn besluit d.d.
10 Mei 1944 verleende de Burgemeester de ge
vraagde machtiging.
Van aanleg is dit verslagjaar, in verband met
de hooge kosten voor het maken van een afschei
ding, niets gekomen.
Stichting Haagsche Sport- en Speelterreinen.
Op verzoek van dezen Dienst werd door
Stichting Haagsche Sport- en Speelterreinen
haar schrijven d.d. 16 Juni 1944 rapport uitge
bracht over aanleg van een speeltuin op de voor
malige trambaan aan de Stieltjesstraat. De aan
leg van dezen tuin kon dit jaar niet worden uit
gevoerd in verband met de hooge kosten voor het
maken van een afscheiding.
Zooals in het verslag over 1943 werd medege
deeld, was aan den Burgemeester voorgesteld het
terrein aan de Rüswijkschestraat en de Hanne-
manstraat te doen aanleggen als speelterrein en
in beheer te geven aan de Stichting Haagsche
Sport- en Speelterreinen.
Door den Directeur van Gemeentewerken, die
inmiddels de behandeling van deze aangelegen
heid had overgenomen, werd op 24 Maart 1944 aan
den Burgemeester medegedeeld, dat de Algemeen
Gemachtigde voor den Wederopbouw en de Bouw
nijverheid de vergunningsaanvrage voor het in
richten van deze beide speelterreinen had afge
wezen en hij stelde daarom voor het speelterrein
aan de Rijkswijkschestraat in eigen beheer met
arbeiders van zjjn Dienst en met materiaal van de
ter plaatse te sloopen vijf huisjes aan te leggen.
Bij zijn besluit van 15 Juli 1944 keurde de Burge
meester dit plan goed en stelde de noodige gelden
beschikbaar.
Aan het einde van het verslagjaar was echter
nog niet tot aanleg overgegaan.
E. VERKEEK.
Verkeersconferentie.
De verkeersconferentie kwam ook dit jaar niet
bijeen.