12 VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING. De Directeur, H. E. SUYVEE. Bewaking landelijke eigendommen. Aangezien het w’enschelijk werd geoordeeld de landelijke eigendommen der Gemeente tegen het publiek te beschermen i.v.m. den houtroof, werd in Mei 1944 aan den Burgemeester voorgesteld machtiging te verleenen eenige armlastigen te Werk te stellen voor bewaking van deze eigen dommen. De voorgestelde regeling werd door den Burge meester goedgekeurd d.d. 24 Juni 1944. Voor bewaking werden eenige personen, meest armlastigen, aangesteld. Het resultaat was, dat uit „Oekenburgh” en „Meer en Bosch” practisch geen hout meer werd ontvreemd. Opmeten van gebouwen. In aansluiting aan het medegedeelde in het jaar verslag over 1943 betreffende opmeting van ge houwen, kan thans worden vermeld, dat de Secre- taris-Generaal van het Departement van Binnen- landsche Zaken bij zijn schrijven van 7 Maart 1944 aan den Burgemeester berichtte, dat in beginsel geen bezwaar bestond tegen het voorstel inzake opmeting van gebouwen, onder voorwaarde, dat deze werkzaamheden door Gemeentepersoneel zou den worden uitgevoerd en dat inschakeling van particuliere architecten achterwege diende te blij ven. Voorts werd door hem in overweging ge geven het verzoek om een subsidie van 40 pCt. in de kosten te richten tot het Departement van Op voeding, Wetenschap en Kultuurbescherming. Bij zijn schrijven d.d. 15 April 1944 verzocht de Burgemeester aan den Secretaris-Generaal van Binnenlandsche Zaken zijn standpunt inzake in schakeling particuliere architecten te herzien. Bij zijn besluit van 22 Juni 1944 keurde de Secretaris- Generaal de inschakeling van particuliere archi tecten goed. Tenslotte werd door den Burgemeester aan den Secretaris-Generaal van het Departement van Op voeding, Wetenschap en Kultuurbescherming bij zijn schrijven van 11 Juli 1944 verzocht om een bijdrage van 40 pCt. in de op f 25.000,geraamde kosten; aan het einde van het verslagjaar was nog geen beslissing verkregen. Diverse opstallen. De boerderijen „Bohemen” en „Groenendaal” werden op last van de Duitsche bezetting en de boerderij „Wildhoef” door de Haagsche bevolking afgebroken. Op 13 Mei 1944 moest, op bevel van de Duitsche bezettingsmacht, het heerenhuis „de Voorde” aan den Van-Vredenburehweg No. 85 worden ontruimd. Bij schrijven d.d. 20 Mei 1944 werd door het Bureau Evacuatie-Aangelegenheden medegedeeld, dat, op verzoek van den Wethouder van Onderwijs, Huize „Cromvliet” voor onderwijsdoeleinden be schikbaar was gesteld. In verband daarmede werd door den Burgemeester bij zijn schrijven d.d. 29 Juni 1944 besloten het beheer van Huize „Crom vliet”, hetwelk tot dusverre bij dezen Dienst be rustte, met ingang van 1 Juli 1944 op te dragen aan den Dienst der Gemeentewerken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1944 | | pagina 151