19
1!
VERSLAG van den tijdelijken Gemeentelijken Dienst „Bureau Financieele
Afwikkeling Evacuatie-Aan gelegenheden” te ’s Gravenhage over het
jaar 1944.
deze afdeeling vermin-
Dit schiep uiteraard zeer onaangename situaties
en had extra bemoeiingen van de zijde der N.S.B.,
SS. en politie ten gevolge.
De activiteit van het Bureau werd op 21 Novem
ber vrijwel geheel stilgelegd in verband met raz
zia’s, waardoor vele ambtenaren óf werden weg
gevoerd óf moesten onderduiken. Het behoeft geen
betoog, dat hierdoor een achterstand in de werk
zaamheden ontstond, o.a. in de huurvergoeding,
waardoor de financieele afdeelingen naderhand
zeer zwaar belast werden; deze kweten zieh echter
uitstekend van haar taak.
In Juli 1944 werden door de directie, naar men
mededeelde op last van Burgemeester Westra,
5 afdeelingschefs om politieke reden geschorst.
Dit veroorzaakte veel stagnatie. Verscheidene in
verband met een opgedragen reorganisatie geno
men maatregelen werden hierdoor niet uitgevoerd.
De leiding van het Bureau onderging in de laat
ste helft van het jaar wijziging. Aan het Bureau
was nl. opgedragen met de Duitschers samen te
werken, teneinde de kleedingvordering te regelen.
Daar het personeel unaniem weigerde hieraan
mede te werken, ontstonden ongeregeldheden, ten
gevolge waarvan de Directeur, C. L. G. Molier,
door den Burgemeester werd afgezet en tijdelijk
werd vervangen door de heeren F. H. Westerop en
P. Blankwaard, die korten tijd te voren geschorst
waren geweest om hun politieke onbetrouwbaar
heid. Dit was echter van zeer korten duur, daar
op 15 November 1944 H. M. P. Hendriksz tot direc
teur werd benoemd.
Afdeeling Ontruimingen.
De werkzaamheden van
derden belangrijk, daar de ontruiming slechts op
kleine schaal geschiedde, t.w. 40 tot 50 per week.
Op 1 September werden alle ontruimingen in ver
band met de omstandigheden stopgezet.
In de eerste helft van het jaar werd een nieuwe
afdeeling ingesteld voor de nacontróle, welke bij
de reorganisatie in Juli 1944 met de afdeeling Ont
ruimingen werd samengevoegd, terwijl deze afdee
ling ook nog werd uitgebreid met de afdeeling
Personeel.
Ook dit jaar was er zeer veel verloop onder het
personeel, hetgeen hoofdzakelijk zjjn oorzaak vindt
in het feit, dat het personeel uitsluitend op ar
beidscontract werd aangesteld. Hoewel het gehalte
van het personeel in 1944 op iets hooger peil werd
gebracht, had het Bureau ernstig te kampen met
onkundig personeel, hetgeen dan ook tot uiting
kwam in de arbeidsprestaties en in den gang van
zaken.
Op 31 December 1944 bestond het personeel uit:
Arbeidseontractanten.
Ambtenaren316
Werklieden 26
Gedetaeheerden.
Ambtenaren. 87
Werklieden 5
Inleiding.
In het verslag over het vorig jaar zijn de ge
schiedenis en de organisatie van den tjjdelijken
Gem. Dienst „Bureau Financieele Afwikkeling
Evacuatie-Aangelegenheden” vermeld. Thans kan
na een korte inleiding volstaan worden met
de bespreking van de werkzaamheden der afdee
lingen van het Bureau.
In Januari viel het grootste deel der evacuatie
van de „vesting Clingendaal”, die in December
1943 was aangevangen. Dank zij het gevolgde
systeem van vrijwillige inkwartiering, ging de af
wikkeling hiervan aanmerkelijk vlotter dan die
van de eerder plaats gehad hebbende evacuatie van
Seheveningen, welke vooral op het gebied van
huisvesting en verzorging groote moeilijkheden
opleverde.
In Februari volgde de afwerking van Clingen
daal en was er sprake van een hernieuwde evacua
tie van Seheveningen, waarjj het nog aanwezige
inwonertal weer moest worden „uitgekamd”.
De opgave om de in de noodtehuizen onderge
brachte evaeué’s te doen huisvesten in de gemeen
ten Leiden, Gouda en Delft vergde zeer veel
werkzaamheden en bracht uiteraard moeilijkheden
met zieh mee. Door de toenemende verkeersbelem-
meringen werd het vrijwel onmogelijk om de eva
cuatie naar de Noordelijke en Oostelijke provincies
te handhaven; in verband met de spoorwegstaking
werd zij in September geheel stopgezet.
Dit jaar werd een intensieve zg. nacontróle be
gonnen, die tot doel had na te gaan, of zieh te
's-Gravenhage nog inwoners bevonden, die in aan
merking kwamen om te worden geëvacueerd. De
registratie van de beschikbare woonruimten werd
eveneens ter hand genomen. Kleine evacuaties van
personen waren hiervan het gevolg. Doch de uit
voering van deze werkzaamheden moest ook weer,
om de bovenvermelde reden in September wor
den stopgezet. Verder stelden de zg. V1 - en V 2-
rampen hooge eischen aan het bureau t.a.v. de
onderbrenging der slachtoffers elders.
De Dolle Dinsdag kwam in September en de
meeste N.S.B.-ambtenaren vertrokken met onbe
kende bestemming of namen dienst in de „Land
wacht” of een aanverwante organisatie.
Veel N.S.B.-gezinnen trokken om dezelfde reden
naar het Oosten des lands, hetgeen tot gevolg had,
dat de door hen verlaten woningen ter beschik
king konden worden gesteld van evaeué’s in’s-Gra
venhage. Het zieh nog in de woningen bevindende
meubilair werd dan in een der kamers opgeslagen,
welke verzegeld werd.
In October bereikte deze soort inruiming haar
hoogtepunt, doch, zoodra de gevluehten zieh den
toestand gerealiseerd hadden, keerden zjj vaak
naar eigen woningen terug, waarna in vele ge
vallen geconstateerd werd, dat door de ontruimers
niet altijd de modige voorzichtigheid en eerlijk
heid betracht was.