5
RAAD VAN BEHEER EN DIRECTIE.
In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders op 3 November 1944
werd aan den Heer N. Pliester, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend.
In de daardoor ontstane vacature werd, op voorstel van Aandeelhoudster
A, voorzien door de benoeming van den Heer Ir. J. Th. Eschbach.
In de samenstelling van de Directie kwam geen wijziging.
Ofschoon na afloop van het verslagjaar vallende, zij reeds vermeld,
dat in de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders op 7 Mei 1945 op
voorstel van Aandeelhoudster A een wijziging in de samenstelling van den
Raad van Beheer is gekomen door het onmiddellijk ingaand ontslag van
de leden Mr. G. L. A. van Dijk, Ir. 0. E. Ridder van Rappard, C. Cramer,
Een en ander heeft tengevolge, dat het voor terugbetaling aan Aan
deelhouders beschikbare bedrag f 360.340,63 zal bedragen, tegenover vorig
jaar f 451.941,59.
Ingevolge de bepalingen van de Overeenkomst tusschen de Gemeente
's-Gravenhage en de N.V. Haagsche Buurtspoorwegen d.d. 28 December
1926, komt van het voor terugbetaling aan Aandeelhouders op de door
dezen in vroegere jaren aangezuiverde jaartekorten toe:
aan de Gemeente ’s-Gravenhage f 304.906,04 (v.j. f 385.629,38)
N.V. Haagsche Buurtspoorwegen f 55.434,59 (v.j. f 66.312,21).
Ingevolge het voorschrift, dat alle leden der Duitsche Weermacht en
der Duitsche Politie vrij vervoerd moeten worden, moest over 1944 vervoer
worden verleend aan 2.522.194 gratis reizigers, vastgesteld door de door
ons personeel gehouden tellingen. Sedert 1940 hebben wij uit dezen hoofde
reeds 19.345.075 reizigers gratis moeten vervoeren, terwijl wij nog steeds
geen enkele schadevergoeding hebben ontvangen.
Het is van belang om in grove trekken op deze plaats den toestand te
schetsen, waarin de eigendommen van de Maatschappij door maatregelen
van de Duitsche bezetting in het verslagjaar zijn komen te verkeeren.
Door den aanleg van vestingwerken in het kustgebied en het graven van
een anti-tankgracht, in hoofdzaak evenwijdig aan de kustlijn, zijn verschil
lende tramlijnen doorsneden geworden en die lijngedeelten, welke in het
kustgebied doordringen van het verdere stadsnet gescheiden geworden,
waardoor de exploitatie van de afgesneden lijngedeelten niet meer mogelijk
was. Verschillende baan gedeelten, inclusief bovenleiding, gelegen in het
kustgebied, moesten worden afgebroken en de vrijkomende materialen af
gevoerd. De Intercommunale lijn Den HaagWassenaarLeiden werd
eveneens doorsneden door een anti-tankgracht en moest in verband daar
mede geleid worden over het stadsnet.
Tal van eigendommen van de Maatschappij, zooals o.m. wachthuizen
en abri’s, werden ernstig beschadigd door het publiek, als gevolg van de
algemeen heerschende brandstoffennood, terwijl de groote gebouwen veelal
geleden hebben van onvoldoende onderhoud en ingebruikneming door de
bezettende macht.
Wat het rollend materieel betreft, werd van ca. 20 uitmakende 45
motorwagens, 42 aanhangwagens en 4 pekelwagens, de gedwongen verkoop
aan de bezettende macht geëischt. Slechts een klein gedeelte hiervan werd
in de laatste maand van het verslagjaar weggehaald en afgevoerd.
Van het geheele autobuspark was aan het einde van het verslagjaar
geen enkele autobus meer ter beschikking van de Vennootschap, door ge
dwongen verkoop of inbeslagname.
De vooruitzichten voor het nieuw ingetreden jaar kunnen niet anders
dan zeer somber worden genoemd. In de stilstandsperiode van het bedrijf
staan tegenover omvangrijke uitgaven aan loonen, salarissen en vaste
lasten vanzelfsprekend geen ontvangsten.