13
COMMISSIE VAN ADVIES.
Zooals reeds in het vorige verslagjaar werd medegedeeld, werd deze
Commissie op 18 November 1943 opgeheven. Ten tijde van de samenstelling
van dit jaarverslag was evenwel besloten de Commissie van Advies weder
om in te stellen. Omtrent haar samenstelling en haar eventueele verrich
tingen zullen in het volgende jaarverslag nadere mededeelingen worden
gedaan.
BESCHOUWINGEN OVER DE BOEKHOUDING, DE BALANS EN DE
VERLIES- EN WINSTREKENING.
zijn taak steeds zeer ernstig opgevat en aan zijn oordeel werd groote
waarde gehecht. Het Scheidsgerecht was dit lid veel verschuldigd en zal
waarde gehecht. Het Scheidsgerecht
hem in eere blijven gedenken.
In de plaats van den Heer Bongaerts is door den Inspecteur-Generaal
van het Verkeer als lid aangewezen Ir. N. Th. Verweij, reeds vele jaren
plaatsvervangend lid en als diens plaatsvervanger Ir. M. C. van den
Broeke. Overigens is in het Scheidsgerecht geen verandering gekomen,
zoodat dit aan het einde van het jaar 1944 als volgt was samengesteld:
Voorzitter: Mr. L. A. Nijpels.
Plv. Voorzitter: Mr. Dr. J. Donner.
2e Plv. Voorzitter: Mr. A. E. J. Nysingh.
Leden: Ir. N. Th. Verweij en H. J. J. Baart.
Plv. Leden: Ir. M. C. van den Broeke en M. J. Ooms.
Secretaris: Mr. J. H. Rolandus Hagedoorn.
Plv. Secretaris: H. Robin.
In 1944 werd slechts driemaal een beroep op het Scheidsgerecht ge
daan; van deze 3 beroepen werd het eerste ingetrokken, terwijl het laatste
verviel, aangezien zij, die geappelleerd had, op verzoek ontslagen werd,
nadat zij eerst geschorst was, zoodat de straf van schorsing automatisch
verviel.
Het eenige behandelde beroep betrof een chauffeur, aan wien de ver
plichting was opgelegd een schadevergoeding van f 25,— te betalen, omdat
het aan zijn nalatigheid te wijten zou zijn geweest, dat een zoogenaamde
prikklok, die appellant onder zijn berusting had, gestolen was. Het Scheids
gerecht vernietigde de beslissing der Directie en onthief den appellant van
zijn verplichting tot schadevergoeding.
Onze boeken, magazijn-administratie en kas zijn gecontroleerd door
onze Accountants, Het Eerste Nederl. Accountantskantoor Moret Starke,
die van hun bevindingen in een verslag hebben melding gemaakt en de bij
dit Jaarverslag gevoegde verklaring hebben afgegeven.
De waarde der roerende- en onroerende goederen is vastgesteld naar
hun inbreng- resp. aanschaffingswaarde, verminderd met de noodig
geachte afschrijvingen, voorzoover geen bijschrijving plaats vindt in de
vernieuwingsfondsen, alsmede met de bedragen die wegens de in 1938
doorgevoerde reorganisatie daarvoor werden bestemd.
Bij bepaling van de waarde der effecten zijn deze, voor zoover zij boven
pari noteeren, opgenomen a 100 die onder pari zijn berekend naar den
beurskoers van 4 September 1944.
Ter toelichting op de posten, voorkomende in de balans en in de
verlies- en winstrekening, kan het volgende worden gezegd: