27 I VERSLAG van het Gemeentelijk Electriciteits-Bedrljf van ’s-Gravenhage over 1944. werklieden 33 481 Directie Centrale Kabelnet Installatie-afdeeling Openbare Verlichting Teekenkamer Administratie. Correspondentie Huishoudelijke dienst Beheer van het bedrijf. Ingevolge de Verordening No. 152 van 1941 van den Bijkseommissaris voor het bezette Nederland- sche gebied werd het beheer van het Bedrijf door den Burgemeester waargenomen. 146 127 88 59 18 10 van nog ambtenaren 1 49 48 39 9 16 307 11 13 Rantsoeneering. Ten gevolge van de kolenschaarschte moesten de rantsoeneeringsmaatregelen worden verscherpt. Van 1 Maart af werden de rantsoenen voor hotels, Gebouwen. Het onderstation Van-Diepenburchstraat kwam geheel gereed. Het terrein rondom het station werd bestraat; tot het aanbrengen van een af rastering kon evenwel wegens materiaalgebrek niet worden overgegaan. De montage van de transformatoren en de scha- kelinriehting werd voltooid. Bij de beproeving aan het eind van Augustus bleek de installatie echter niet geheel aan de eischen te voldoen. Door de verkeers- en andere moeilijkheden, die zich ge durende de laatste maanden van het jaar voor deden, was het niet mogelijk de nog gewenschte wijzigingen aan te brengen, hetgeen ten gevolge had, dat het station dit jaar niet in bedrijf kon worden genomen. Samenwerking in de N.V. Electriciteitsbedrjjf Znidholland. Gedurende het geheele jaar nam de Haagsche centrale aan het productieproces deel. Ook in 1944 kon de definitieve afrekening over het „eerste boekjaar”, d.i. de periode van 1 Juli 1942 t./m. 31 December 1943 nog niet worden ge maakt. De oorzaak hiervan was hoofdzakelijk gelegen in de omstandigheid, dat de interpretatie van verschilende contraetbepalingen een voorover leg tusschen de administrateurs der samenwerken de bedrijven noodzakelijk maakte. Dit overleg werd, mede door de oorlogsomstandigheden, op het eind van 1944 nog ernstig vertraagd, doch aan genomen kan worden, dat men begin 1945 zoover gevorderd zal zijn, dat een definitieve rekening over het eerste boekjaar kan worden samenge steld. Personeel. Het personeel was op 31 December 1944 aldus samengesteld: Algemeene opmerkingen. De aan de oorlogsomstandigheden verbonden bezwaren deden zich in het afgeloopen jaar sterk gevoelen. Na de gedwongen uitzending in 1942 van een 50-tal personeelsleden naar Duitschland in het kader van den „Arbeitseinsatz”, werd het Bedrijf in het tijdvak Augustus 1943Juli 1944 genood zaakt nog 4 ploegen, elk bestaande uit 6 man, voor den duur van zes weken voor hulpverleening uit te zenden naar Duitsche steden, die door de geallieerde iuchtmacht waren gebombardeerd. In Juli 1944 kwam in overleg met de betreffende Duitsche instantie een regeling tot stand, waarbij de „Hilfsaktion Deutschland” werd omgezet in een „Hulpactie Nederland”. Hierdoor kwam een einde aan de uitzendingen naar Duitschland en werden gedurende een 6-tal weken 14 personeels leden aan eenige Nederlandsche bedrijven uitge leend om te werken aan de bespoediging van montagewerkzaamheden. Op 10 Juni kreeg het Bedrijf een bezetting een groep landwachters, welke naderhand werd aangevuld met eenige agenten van politie. Aan de vordering van rijwielen is ook het Be drijf niet ontkomen. In het geheel werden 19 stuks gevorderd. Bovendien werden 9 motorrijwielen, een bestel- en een vrachtwagen gevorderd. Na de bezetting van Zuid-Nederland werd de ko lenpositie zeer bedenkelijk. De door de Duitsehers toegezegde aanvoer uit Duitschland leverde weinig op. Slechts eenmaal kwam een trein met totaal 444 ton kolen in ’s-Gravenhage aan. Het aantal aangesloten installaties daalde van 127 768 op 31 December 1943 tot 126 720 op 31 Decem ber 1944. 493 Van bovenvermelde ambtenaren waren er 2 ge detacheerd bij het Bureau Evacuatieaangelegen- heden, 1 bij de Gemeentesecretarie, 1 bij de N.V. Electriciteitsbedrijf Zuidholland, 1 bij de Politie, terwijl er 3 in Duitschland waren te werk gesteld; 2 waren gedetacheerd bij den „Ned. Volksdienst”, 1 bij den ..Landstorm Nederland” en 1 bij de „Landwacht”. Van de werklieden waren er twee gedetacheerd bij het Gemeentelijk Gasbedrijf, 1 bij de Gemeente lijke Centrale Keukens, terwijl er 56 in Duitschland waren te werkgesteld en 1 op non-actief was; 1 was gedetacheerd bjj den „Ned. Volksdienst”, 3 waren in dienst bij onderscheidenlijk de „Land wacht”, de „Waffen-S.S.” en het „National Sozia- listische Kraftwagen-Korps (N.S.K.K.)”. Het ziektecijfer onderging wederom een ver- hooging en bedroeg 12,3 pCt. tegenover 10,9 pCt. in 1943. In het laatste jaar voor den oorlog was dit slechts 4,4 pCt. Op 4 Mei 1944 overleed de Hoofdingenieur Afdeelingschef Dipl. Ing. C. M. Frings.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1944 | | pagina 261