VERSLAG van de Gemeentelijke Leen- en Voorschotbank te ’s-Gravenhage
over het jaar 1944.
de exploitatierekening 3 met
van
op 31 December 1939 f 814.429,51 tegen f 281.432,13
12 775
Minder.
f
5 941
157.709,50
Bedrag.
2.800
Meer.
f 2.065,—
Effecten
Goud en zilver
Linnen en wollen goederen
Diversen
5. LEENINGEN.
A. Leeningen op onderpand.
Verstrekt werden in 1944:
3 445
1490
9
6 395
3 907
2 464
Effecten
Goud en
zilver
Linnen en
wollen
goederen
Diversen
33.116,—
3.495,—
zondere bate kon worden geboekt een bedrag van
f 29.402,46 van „Aan de Bank vervallen overschot
ten van verkochte panden.”
Aan het einde van het verslagjaar ging de
achteruitgang van het bedrijf nog steeds voort.
ContrOle.
De Inspecteur heeft regelmatig contröle uitge
oefend op den aanwezigen voorraad goederen en
gelden in de bijkantoren. De door de beheerders
dier kantoren gedane taxaties zijn regelmatig
door hem gecontroleerd.
Aantal leeningen
on onderpand.
f
267.877,75
65.928,—
169.595,—
f 506.200,75
Totaal
Deze cijfers waren in 1943:
Effecten
Goud en zilver
Linnen en wollen goederen
Diversen
Het saldo uitstaande leeningen op schuldbekente
nis bedroeg per 31 December 1939 3 524 stuks met
f 271.729,26 kapitaal, tegen 1100 stuks met f 94.768,32
kapitaal per 31 December 1944.
Aan oninbare posten is van geldleeningen op
schuldbekentenis per 31 December 1944 afge
schreven:
a. ten laste
f 271,—.
b. ten laste van de rekening „Risicopremie” 8
met f 280,25.
Het totaal saldo uitgeleend kapitaal bedroeg
per 31 December 1944.
De exploitatierekening, voor den oorlog slui
tende met een klein batig saldo, gaf over 1944 een
nadeelig slot van f 40.418,62. Dit cijfer zou nog
belangrijk hooger geweest zijn, indien niet als bjj-
f 735,—
425.587,25
99.044,—
173.090,—
f 698.456,25
1. BEHEER.
Volgens art. 1 van het Bankreglement (Verz.
1918, No. 108) wordt de Gemeentelijke Leen- en
Voorschotbank beheerd door Burgemeester en
Wethouders, bijgestaan door een Raadscommissie.
Op grond van art. 3 der Verordening No. 152
van 1941 van den Rijkscommissaris voor het be
zette Nederlandsche gebied neemt de Burgemees
ter de taak van het College van Burgemeester en
Wethouders waar. De werkzaamheden van de
Raadscommissie zijn blijven rusten.
Commissie van Advies, bedoeld In art 22 bis
van het Bankreglement.
In de samenstelling der Commissie is in het
verslagjaar geen wijziging gekomen.
2. PERSONEEL.
Op 31 December waren, behalve de Directeur,
aan het bedrijf verbonden:
21 ambtenaren, 3 werklieden en 1 werkvrouw.
Hiervan waren 6 ambtenaren bij andere Gemeen
telijke instellingen gedetacheerd.
3. GEBOUWEN.
Op 31 December waren in gebruik: Westeinde 40
(Hoofdkantoor), Westeinde 42 (Afd. Geldleeningen),
Kon. Emmakade 3 (Bijkantoor A), Korte Lombard-
straat 2 (Bijkantoor B), N.-Havendwarsstraat 2
(Bijkantoor E).
Met uitzondering van het verfwerk en de daken
van de pereeelen Westeinde 40/42, bevinden de ge
bouwen zich in goeden staat van onderhoud.
4. ZAKELIJK OVERZICHT.
Krachtens besluit van den Minister van Binnen-
landsche Zaken komt de naam der Bank voor op
de lijst van Instellingen van Openbaar Nut, be
doeld in art. 123 van de Ambtenarenwet 1929.
Exploitatieuitkomsten.
De credietbehoefte was in 1944 gering wegens
gebrek aan goederen, waardoor de omzetten der
Bank sterk daalden. Was de omzet in 1939, het
laatste jaar voor den oorlog, f 2.078.424,90, in het
verslagjaar bedroeg deze f 981.290,5L
De voorraad goederen van de afdeeling Pand-
huisdienst daalde van 38 443 panden met f 542.700,25
kapitaal op 31 December 1939 tot 3 501 panden met
f 187.155,25 kapitaal op 31 December 1944. Dat het
saldo kapitaal betrekkelijk nog zoo hoog is, in
vergelijking met het aantal panden, vindt zijn
oorzaak in het feit, dat verscheidene personen,
die, ten gevolge van maatregelen van de bezettende
macht, moesten evacueeren, hun inboedels aan
de zorgen der Bank toevertrouwden. Alle meubel-
zolders waren dan ook geheel bezet.
In 1944 zijn geen openbare verkoopingen gehou
den, terwijl de winkel het geheele jaar gesloten
is geweest.
Ook de omzet van de afdeeling „Geldleeningen
op schuldbekentenis” liep belangrijk terug. In 1939
werden verstrekt 8 432 leeningen met een totaal
bedrag van f 436.558,welke cijfers over 1944 te
rugliepen tot onderscheidenlijk 1191 en f 165.302,91.
4
12 336
7 352
3954
Totaal 23 646
zoodat een verschil is aan te wijzen van:
Meer. Minder.
5
Minder 10 876 f f 194.320,50
Meer 5 2.065,
Onder de beleeningen van 1944 zijn begrepen
3 565 vernieuwingen tot een bedrag van f 212.795,50.