f
2
D
2)
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE LEEN- EN VOORSCHOTBANK.
aan
29,53
van
173 aanvragen voor f 22.415,—
5.185,—
33
Uitbetaald werden
2.580,—
13 aanvragen voor f
180.632,91
f 234.654,50
minder
13 545
in
1944
1 274 aanvragen voor f 183.212,91
17.910,—
83
1191 leeningen voor f 165.302,91
le kw.
2e kw.
3e kw.
4e kw.
le kw.
2e kw.
3e kw.
4e kw.
Afgewezen en in
getrokken wer
den:
72 aanvragen
voor f 15.690,—.
Op 31 Decem
ber waren nog
in behandeling:
11 aanvragen
voor f 2.220,
Zoodat werden
uitbetaald
57.536,13
55.459,51
54.625,72
49.230,08
in
in
1944
1943
1943
f 183,75
34,49
13,47
43,77
Afgewezen en in
getrokken wer
den:
32 aanvragen
voor f 5.110,—.
Op 31 December
waren nog in
behandeling:
1 aanvraag
voor f 75,
Aantal.
14 767
28 312
Bedrag.
f 533.725,25
768.379,75
in 1937
1938
1939
1940
1941
1942
1943
1944
i) Inbegrepen 9 beleeningen tot een bedrag van f 2.565,—
met effecten als onderpand.
J) Inbegrepen 4 beleeningen tot een bedrag van f 710,—
met effecten als onderpand.
Art. 22 bis van het Bankreglement.
De Commissie van Advies, bedoeld in art. 22bis
het Bankreglement, vergaderde in het ver-
f 133,13
134,29
127,20
116,87
116,87
121,80
131,52
138,79
740,—
21.675,—
140 leeningen voor f 17.230,—
welke cijfers in de hierboven genoemde bedragen
van 1944 begrepen zijn.
Totalen A, B en C.
Het totaal-generaal der uitgeleende gelden be
droeg f 981.290,51 tegen f 1.258.900,04 in 1943, der
halve een lager bedrag van f 277.609,53.
De in deze paragraaf genoemde cijfers zijn nader
gespecificeerd in staat No. 1.
6. AFLOSSINGEN.
A. Leeningen op onderpand.
Afgelost werden:
In 1943 werden verstrekt 1 745 leeningen tot een
bedrag van f 229.505,42, zoodat er een verschil valt
te wijzen in aantal van 554 minder, tot een
lager bedrag van f 64.202,51.
Het gemiddelde bedrag per leening, sedert 1937,
bedroeg:
Het aantal weekbeleeningen (beleeningen met
een duur van ten hoogste 7 dagen) bedroeg 2151
of ruim 14 pCt. van het totaal aantal geloste
panden.
De beleeningssom van deze weekpanden bedroeg
in totaal f 48.023,of 9 pCt. van de totaal afge
loste beleensommen. Vorengenoemde percentages
zijn ten opzichte van het aantal en de beleensom
iets lager dan van 1943.
De gemiddelde beleensom per beleening bedroeg:
1944
f 311,11
41,89
16,87
68,83
39,62
van
slagjaar 25 maal.
In behandeling uit vorig jaar waren:
5 aanvragen voor f
Ingekomen zijn 168
Totaal 1238 voorschotten ten bedrage van f 92.935,41
tegen 1281 voorschotten tot een bedrag van
f 94.071,43 in 1943, derhalve 43 voorschotten min
der tot een lager bedrag van f 1.136,02.
C. Andere geldleeningen.
Op 1 Januari 1944 waren in behandeling van het
vorig jaar:
Effecten
Goud en zilver
Linnen en wollen goederen
Diversen
Totaal gemiddelde
Art. 32, le alinea van het Bankreglement.
In 1944 werd in 110 gevallen aangifte gedaan,
dat het pandbewijs was verloren of op andere wijze
in het ongereede geraakt. Op regelmatige wijze
zijn deze beleeningen afgewikkeld.
Art. 32, 3e alinea van het Bankreglement.
Door de Politie werd in het verslagjaar geen
beslag gelegd op onderpanden.
Art. 9, 2e lid van het Bankreglement.
De aanwezige goederen, met uitzondering van
de waarden in de kluizen ondergebraeht, zijn ver
zekerd tegen brandschade tot een bedrag
totaal f 165.000,
B. Voorschotten op pensioen.
I. Vernieuwingsvoorschotten.
Er werden uitbetaald in het
247 voorschotten ten bedrage van f
234
232
210
ingekomen zijn in
1944 1261
Totaal 923 voorschotten ten bedrage van f 216.851,44
tegen 1053 voorschotten tot een bedrag van
f 236.866,94 in 1943, derhalve 130 voorschotten min
der tot een lager bedrag van f 20.015,50.
II. Verdeelingsvoorschotten.
Er werden uitbetaald in het
318 voorschotten ten bedrage van f 23.991,68
322 23.691,45
318 23.744,14
280 21.508,14