I 2 VERSLAG BETREFFENDE DE STEUNVERLEENING. I VERSLAG VAN MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON. 1943 1944 1944 f n 364,45 30.972,46 34.402,14 7 041 5 081 2.214,57s 32 36 f 483-870,73 I. ONDERSTEUNING VOLGENS DE ARMENWET. De gegevens van dit onderdeel hebben uitsluitend betrekking op de steunverleening aan armlastigen, d.w.z. personen, die, tenzij anders is aangegeven, hulp behoeven wegens ouderdom, ziekte, invali diteit, ontstentenis van een kostwinner e.d. Aantal ondersteunde partijen en personen. Het aantal partijen, dat wekelijksche ondersteuning ontving, bedroeg: Gemiddeld aantal partijen p<-r week Gemiddelde duur der ondersteuning in weken per partij per jaar V. ALGEMEEN OVERZICHT. Organisatie van den Dienst. In de organisatie van den Dienst werden geen noemenswaardige wijzigingen aangebraeht. 9 732 5 778 21 421 11 964 755.17 13.107,67 3.461,025 203,10 97.601,79 14.454,16 65.330,16S 79.408,82 389,25 81,69 6.615,93 1.819,35 50,- Meervoudige ondersteuning. In 1944 werden 331 partijen tegen 676 in 1943 mede door kerkeljjke en particuliere instellingen van weldadigheid onder steund. Rente ingevolge sociale wetgeving en pensioen. Van de bovenaangegeven meervoudig onder steunde partijen ontvingen 22 een weezenrente, ter wijl 4 in het bezit waren van een pensioen. Van de uitsluitend door den Dienst ondersteunden, genoten 458 partijen een weezenrente en 92 partijen een pensioen, terwijl 2 021 personen van 65 jaar en ouder een rente ontvingen ingevolge de artikelen 369 en 370 van de Invaliditeitswet. Voorloopige ondersteuning. Aan voorloopige on dersteuning werd in 1944, in afwachting van een eventueele toekenning van periodieke wekelijksehe ondersteuning, in 7 505 gevallen f 95.799,5414 uitge keerd. In 1943 bedroeg het totaal van deze onder steuning voor 12 328 gevallen f 144,013,11. Op 1 Januari Op 31 December. De daling van het aantal armlastigen zette zich in 1944, hoewel in belangrijk mindere mate dan in 1943, voort, hoofdzakelijk als gevolg van de evacu atie en de grootere mogelijkheid om in het arbeids proces te worden opgenomen dan in normale om standigheden. Wekelijksche ondersteuning. Aan wekelijksche ondersteuning werd in 1943 en 1944 onderscheiden lijk uitbetaald f 3.737.277,35 en f 2.836.817,87. Per partij en per week bedroeg in 1944 het ge middeld toegekend en tengevolge van inhoudingen gemiddeld netto uitbetaald steunbedrag f 10,96 en f 10,74. In 1943 was dit onderscheidenlijk f 10,56 en f 10,21. Bijslag 1. v. rn. bijzondere tijdsomstandigheden. Het in zijn vergadering van 5 Juli 1943 door het Bestuur genomen besluit om, in verband met de algemeene duurte, aan bonafide ondersteunden wekelijks een bijslag op het steunbedrag te ver strekken, bleef in 1944 voor armlastigen gehand haafd. Wat de werkloozen betreft kwam deze bijslag met ingang van 22 October 1944 te vervallen, daar, te beginnen met dezen datum, de steunuit- keering aan werkloozen, ingevolge schrijven van den wnd. Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken d.d. 13 October 1944, no. 2—1129a, afd. S. B., met 1214 pCt. werd verhoogd. Steun van bijzonderen aard. Aan armlastigen werd als steun van bijzonderen aard in 1943 en 1944 onderscheidenlijk uitgekeerd: 1.517,60 f 298.241,21s 1943 Partijen. i Personen. Partyen. Personen. 5 778 i 11 964 5 170 10 705 Brandstoffenbjjslag Kerstuitkeering Melk aan kinderen Zieken en dieetvoedsel Overbruggingsstenn Meubelen, ligging, dek king, kleeding en schoeisel Handelsgeld, gereed schappen enz. Losse giften Reisgeld en verhuisk. Verloskundige hulp Premiën ingevolge sociale wetten Diversen Administratieve Dienst. Gedurende 1944 bleven, evenals in 1943, ongeveer 100, meest administratieve, ambtenaren door „ar beidsinzet” en krijgsgevangenschap aan den Dienst onttrokken. De hierdoor veroorzaakte moeilijk heden werden nog belangrijk vergroot als gevolg van den door de Duitsche bezettingsmacht bevolen meldingsplicht voor mannen tusschen 17 en 40 jaar, daar speciaal bij de administratie veel ambtenaren werkzaam zijn, die tot deze categorie behooren. Op 21 November, den beruehten razziadag, werden 12 ambtenaren door de Duitsche bezettingsmacht weggevoerd, terwijl er meer dan 200 „onderdoken”. Dat dit een geweldigen terugslag op het werk van den Dienst tengevolge had, behoeft geen be toog. Uiteraard konden alleen de meest dringende werkzaamheden, als steunbetaling e.d., doorgang vinden. Dat hier geen stagnatie werd ondervonden pleit voor de ambtenaren, die met deze taak belast werden. De ontstane achterstand, mede een gevolg van den korteren werktijd, noodig geworden door voed sel- en brandstoffenschaarschte, welke laatste factoren ook hun invloed op de energie der amb tenaren deden gelden, is onder meer oorzaak, dat het verslag belangrijk later verschijnt dan vorige jaren. f 195.134,66s 14.635,07 108.925,43s 110.667,43 n 1913 1944

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1944 | | pagina 313