il
I
Hi lit
12
3
VERSLAG VAN MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON.
Kosten.
Netto kosten.
Blinden.
Mannen.
4
51
44
3
1944
1943
1943
1944
9 540
4
1944
1943
13
1
150
Volledige begrafenis
Levering van lijkkisten
Bijdragen in de begrafeniskosten voor
Israëlietische overledenen
Begrafenissen van aangespoelde of
neergestorte militairen van andere
dan Duitsche nationaliteit
Verstrekkingen
Eerste verlenging j
Tweede
1943
1944
3 729
1 348
814
83
31
20
48
25
10
91
•20
3 860
1 404
844
98
14
door blinden
door onvolwaardigen (niet-blinden)
Bezems e.d.
Borstels e.d..
Vaatkwasten.
Kopjeskwasten
Zwabbers
Veters (stuks)
Diversen
Op 1 Jan. werkzaam
Te werk gesteld
Totaal
Afgevoerd
Op 31 Dec. werkz.
51
10
41
Man
nen.
25 865
47 369
35 963
28 747
11 490
794
Onvolw.
niet-blind.
12 118
64 613
32 987
39 800
3 742
24 631
428
werden
ver-
8 901
639
XIV. BEGRAFENISKOSTEN.
Evenals in voorgaande jaren was de Dienst ook
in 1944 belast met de zorg voor de begrafenissen
van overledenen, voor welke noch door de nabe
staanden noch door anderen werd gezorgd.
Hieronder volgt een overzicht van het aantal
gevallen, waarin de kosten der teraardebestelling
geheel of gedeeltelijk ten laste van den Dienst
kwamen (in sommige gevallen konden de kosten
geheel worden verhaald).
o
Vrou
wen.
44
8
36
4
3
3
2
Heelkundige instrumenten. Hieronder volgt een
overzicht van de kosten en bijdragen van de ge
durende de jaren 1943 en 1944 op voorschrift van
den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezond
heidsdienst verstrekte kunstgebitten, gehoorappa
raten en andere genees- of heelkundige instru
menten.
Ziekenkaarten. Voor de geneeskundige verzor
ging van armlastigen worden gezinskaarten ver
strekt, welke afhankelijk van den termijn van
steuntoekenning gedurende 1, 2 of 3 maanden
geldig zijn en zoo noodig tot tweemaal toe verlengd
kunnen worden. Daarenboven worden nog kaarten
afgegeven tot het bekomen van verloskundige
hulp.
Het aantal in 1944 afgegeven kaarten alsmede
het aantal verlengingen bedroeg:
12 2841
Productie. De werkinrichting maakte gedurende
de jaren
XV. BLINDENZORG.
De Gemeentelijke Vakschool van en Werkinrich
ting voor Blinden werd in 1922 gesticht met het
doel aan blinden en enkele lichamelijk onvolwaar
digen in de voor hen meest geschikte beroepen een
zekere mate van vakopleiding te geven, teneinde
hun door plaatsing in de werkinrichting arbeid te
verschaffen en daardoor zoo inogeljjk de voldoe
ning te schenken nuttig werk te verrichten.
Het beheer van deze instelling is opgedragen
aan den Gemeentelijken Dienst voor Maatschap
pelijk Hulpbetoon.
Aan de inrichting is verbonden een borstel- en
mandenmakerfj, een stoelenmatterjj, een rijwiel
montage- en -reparatie-afdeeling, terwijl zij zich
ook belast met het stemmen van piano’s enz.
Na advies van den Gemeentelijken Geneeskun
digen en Gezondheidsdienst kunnen blinden en
onvolwaardigen tusschen 18 en 50 jaar worden te
werkgesteld.
Aantal geplaatsten. Hieronder volgt een over
zicht van de mutaties in de aantallen der gedu
rende het afgeloopen jaar in de inrichting tewerk
gestelde blinden en onvolwaardigen.
Aantal gewerkte dagen. Gedurende de laatste
twee jaren bedroeg het aantal gewerkte dagen:
Totaal.
werd in 1944 in 348 gevallen overleg gepleegd met
den Dienst over het begraven van overleden per
sonen, waarvan de kosten der begrafenissen kon
den worden bestreden uit de opbrengst van
polissen (zg. verbeterde begrafenissen) (1943: 239).
Bijdragen.
f 26.011,42
13.097,96 i
953,95 I f 25.057,47
1.876,96 I 11.221,—
In totaal werd uitgegeven f 6.691,25 en terugont
vangen f 2.009,34, zoodat in 1944 netto betaald is
f 4.681,91 tegen f 5.992,42 in 1943.
De kosten der begrafenis van de stoffelijke over
schotten van aangespoelde of neergestorte mili
tairen van andere dan Duitsche nationaliteit wor
den teruggevorderd van den Commissaris voor de
belangen der voormalige Nederlandsche Weer
macht.
Naast de bovenomschreven bemoeiingen ten aan
zien van de regeling dezer zg. stadsbegrafenissen
Als gevolg van de tijdsomstandigheden
nagenoeg uitsluitend vervangingsmaterialen
werkt.
De bijdragen bestaan, behalve uit betalingen van
belanghebbenden, ook uit giften van particuliere
vereenigingen en bijdragen van ziekenfondsen.
53