34
VERSLAG van den Gemeentelijken 'Verzorgingsdienst over het jaar 1944.
Kosten der verzorging.
De kosten van verzorging van personen, die in
particuliere tehuizen werden opgenomen, kwamen
Algemeen.
De bij besluit van den Burgemeester van 30 Oc
tober 1943 opgerichte Gemeentelijke Verzorgings
dienst heeft tot taak het houden van soeiaal-ge-
neeskundig toezicht op alle personen, gezinnen en
kinderen die daarvoor, uit een oogpunt van volks
gezondheid, in aanmerking komen; het houden van
sociaal-geneeskundig toezicht op alle particuliere
inrichtingen voor verzorging en verpleging, pleeg
gezinnen, kindertehuizen e.d., alsmede het beheeren
van de Gemeentelijke Verzorgings-, Kinder- en
Nood tehuizen.
Het sociaal-geneeskundig toezicht is gedurende
het verslagjaar, onder persoonlijke leiding van
den Wethouder voor de Volksgezondheid, uitge
oefend door een aantal daartoe aangewezen ambte
naren. Aan de hand van de door hen uitgebrachte
rapporten werd beoordeeld of, en zoo ja, in welke
inrichting, opneming van bepaalde personen ge
wenscht was. Betroffen dit medische gevallen, dan
werd eerst tot opneming besloten nadat de Gemeen
telijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst hiertoe
had geadviseerd.
De moeilijke omstandigheden gedurende het ver
slagjaar in aanmerking nemende, kan worden ge
constateerd, dat over het algemeen de toestand in
de particuliere verzorgingsinrichtingen geen reden
tot ernstige klachten gaf.
De Gemeentelijke Verzorgingshuizen, welke dooi
den Dienst worden geëxploiteerd, dienen tot op
neming van ouden van dagen boven 60 jaar, als
mede van hulpbehoevenden, voor wie verpleging
in een ziekenhuis niet direct noodzakeljjk is.
Het Gemeentelijk Tehuis voor Kinderen, dat in
het voormalige Joodsche Weeshuis aan de Plette-
rijstraat 66 is gevestigd, is bestemd voor de tjjde-
lijke verzorging van verwaarloosde kinderen, voor
ie nog geen vaste verblijfplaats is gevonden. De
opneming geschiedt op sociale gronden.
De noodtehuizen dienen voor het tijdelijk huis
vesten van stadgenooten, die als gevolg van oor
logshandelingen hun woningen moeten verlaten.
De duur van hun verblijf beperkt zich tot het tijd
stip, waarop zij naar hun woning kunnen terug
beven of voor hen een nieuwe verblijfplaats bij
familie of anderszins is gevonden.
GEMEENTELIJKE VERZORGINGSHUIZEN.
Beschikbare bedden.
Onder normale omstandigheden bieden de Ver
zorgingshuizen Westeinde 58 en Morsestraat 9
plaats aan 624 personen, nl. 413 mannen en 211
vrouwen.
Het verzorgingshuis Morsestraat 9, dat in 1943
naar de Stichting „Bloemendaal” te Loosduinen
was geëvacueerd, moest op 28 Mei 1944 op bevel
van de Duitsche bezettingsmacht naar de Stichting
„Rosenburg” worden overgeplaatst. De evacuatie
naar „Bloemendaal” beteekende geen vermindering
der capaciteit, de overplaatsing naar „Rosenburg”
echter wel, omdat in deze inrichting slechts 140
plaatsen ter beschikking stonden tegen 260 in de
Morsestraat 9.
In verband met de vermindering der beschikbare
plaatsruimte moest een aantal der meest valide
personen naar het Oosten des lands worden geëva
cueerd.
geheel ten laste van den Gemeentelijken Dienst
voor Maatschappelijk Hulpbetoon te ’s-Gravenhage.
De kosten, verbonden aan het opnemen van per
sonen en van toezicht op bedoelde inrichtingen,
welke in hoofdzaak bestaan uit de salarissen van
de daarmede belaste ambtenaren, werden afzon
derlijk geadministreerd en aan de Gemeente
gedeclareerd.
Voor de verzorging van ouden van dagen en
hulpbehoevenden in de Gemeentelijke Verzorgings
huizen vergoedde de Gemeentelijke Dienst voor
Maatschappelijk Hulpbetoon f 1,75 per dag per per
soon, vermeerderd met f 0,10 per dag voor zakgeld,
terwijl genoemde Dienst voor de verzorging der
kinderen in het Gemeentelijk Tehuis voor Kinderen
f 1,50 per dag betaalde. Voor eenige kinderen, die
onder voogdij staan van voogdijvereenigingen,
werd deze vergoeding door de betrokken voogdij-
vereeniging voldaan.
Voor zoover de noodtehuizen in gebruik waren,
werden de exploitatiekosten hiervan ten volle aan
het Gemeentelijk Bureau Evacuatie-Aangelegen-
heden, onderscheidenlijk aan het Centraal Bureau
Verzorging Oorlogsslachtoffers in rekening ge
bracht. De kosten van onderhoud en toezicht
over de perioden, waarin geen burgers in Nood
tehuizen waren ondergebracht, kwamen echter ten
laste van de exploitatierekening van den Gemeen
telijken Verzorgingsdienst.