7
VERSLAG GEMEENTEZIEKENHUIZEN.
voldoen. Tot de betrokken instanties werden bijv,
verzoeken gericht om de vrachtauto van de was-
scherij van vordering vrij te stellen, personeelleden
te ontheffen van het verrichten van graafwerk ten
dienste van de Duitsche bezettingsmacht en van de
verplichting tot aanmelding voor den zg. arbeids
inzet, de levering van electrischen stroom voort te
zetten enz.
Een regeling werd getroffen, welke het mogelijk
heeft gemaakt tegemoet te komen aan de bezwaren
ten aanzien van de toepassing van het Zieken
fondsenbesluit op de hulpgeneesheeren, maandver-
plegers, maandverpleegsters en leerlingverpleeg-
sters.
De schaarschte aan levensmiddelen en tal van
andere onontbeerlijke zaken maakte het noodzake
lijk de magazijnen extra tegen inbraak en diefstal
te beveiligen, o.a. door deze des nachts door een
der leden van het personeel met een hond te doen
bewaken.
Voorts meen ik nog gewag te mogen maken van
het volgende. Enkele dagen voordat het Hoofdbe
stuur van het Nederlandsche Roode Kruis in de
maand November zijn taak neerlegde, in verband
met de benoeming van den N.S.B.-functionaris C.
Piek tot Secretaris-Generaal, wilde het oude bestuur
nog tot eiken prijs verhinderen, dat de voorraden
levensmiddelen en andere goederen, waarover het
Tengevolge van de sterke rantsoeneering der
stroomlevering moest ook de verlichting worden
beperkt en het gebruik van liften tot het strikt
noodzakelijke worden ingekrompen.
Door tusschenkomst van den Geneeskundig
Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid werd een
aantal armbanden met het opschrift „Strassener-
laubnis” beschikbaar gesteld om deze in bewogen
dagen, wanneer mogelijk het betreden van den
openbaren weg zou kunnen worden verboden, te
doen gebruiken door het uitwonend personeel, het
welk dan op deze wijze in staat zou zijn, zich van
huis naar het ziekenhuis te begeven. Reeds eerder
had de Geneesheer-Directeur het personeel er in
een toespraak op gewezen, dat wanneer de om
standigheden zulks noodzakelijk mochten maken
een deel van het uitwonend personeel van alle cate
gorieën gedurende korten of langen tijd ook des
nachts in het ziekenhuis zou moeten blijven.
Talrijk zijn de verzoeken geweest, welke met het
oog op de belangen van den dienst tot Duitsche
instanties moesten worden gericht om van die zijde
de nu eenmaal onontbeerlijke medewerking te ver
krijgen, zooals bjjv. voor het verkrijgen van:
een „Kriegwichtigkeitserklarung” voor de aan
schaffing van instrumentarium;
een „Ausweis” voor het daarvoor in aanmerking
komende personeel om de afgesloten gebieden
(Scheveningen en Clingendaal) te mogen be
treden;
een „Sonderausweis” om zich op de verboden tijd
stippen voor dienstaangelegenheden op straat te
mogen begeven;
een bewijs om zich tijdens luchtalarm naar het
ziekenhuis te kunnen begeven, zonder gedwongen
te zijn te w’achten totdat het signaal „veilig” is
gegeven.
Toen de Duitschers op groote schaal begonnen
met het vorderen van rijwielen, zijn tal van verkla
ringen aan de „Ortskommandantur” ter ondertee-
kening voorgelegd, ten einde de rijwielen van leden
van het ziekenhuispersoneel tegen vordering te
vrijwaren. Het aantal voorgelegde verklaringen
werd echter van dien aard, dat de „Ortskomman
dantur” niet in alle gevallen bereid was de bewij
zen te onderteekenen.
Bij de afsluiting op groote schaal van de tele
foonverbindingen hier ter stede werden verzoeken
gedaan aan den „Einsatzleiter des Fernmelde-
amtes” om de aansluitingen ten huize van de aan
de Gemeenteziekenhuizen verbonden geneesheeren
en van den administrateur te handhaven of even
tueel weder vrij te geven.
Verscheidene verzoeken zijn gedaan om leden van
het personeel, die van den Burgemeester een op
roeping hadden ontvangen voor het verrichten van
graafwerk ten behoeve van de Duitsche bezettings
macht, hiervan vrij te stellen. Voor zoover het
personeel van den verplegings- en technischen
dienst betrof, werd de vrijstelling steeds verleend.
Ook ten behoeve van de Coöperatieve Wasscherij
Ü.A., op welke wasscherij de Gemeenteziekenhuizen
'oor de waschbehandeling uitsluitend zijn aange
wezen, moest vaak bemiddeling worden verleend
om te bewerkstelligen, dat zij kon blijven door
werken en daarmede aan haar verplichtingen
tegenover de Gemeenteziekenhuizen kon blijven
Ik meen dit verslag niet te mogen beëindigen
zonder te hebben stilgestaan bij de gebeurtenissen,
als gevolg van de groote razzia voor den zg. ar
beidsinzet, welke op 21 November een aan
vang nam.
Van dat tijdstip af tot na de bevrijding hebben
in totaal ongeveer 100 mannelijke personen als
onderduiker in het ziekenhuis aan den Zuidwal
vertoefd. Deze personen konden zich uit den aard
der zaak niet meer op straat vertoonen. Onder hen
bevonden zich:
hulpgeneesheeren
eo-assistenten;
leden van het administratief personeel;
verplegers;
huisknechts;
leden van den technischen dienst;
brandwachts en
personen niet behoorende tot het eigen personeel.
Velen van deze onderduikers beschikten niet over
distributiebescheiden, doch de ziekenhuisadmini
stratie werd van illegale zijde van deze bescheiden
voorzien.
Als compensatie voor de voeding en huisvesting,
welke de onderduikers van het ziekenhuis genoten,
werd van hen arbeid verlangd. De geleverde arbeid
bestond uit:
administratief werk;
magazijnwerk;
het behulpzaam zijn bij het rondbrengen van
eten naar de afdeelingen;
het dragen van water naar de hooger gelegen
verdiepingen, in verband met onvoldoenden druk
op de waterleiding;
het transporteeren van patiënten, wegens het
niet-functionneeren van de liften;
het geven van verpleeghulp door co-assistenten.