VERSLAG
66,8 70,1 63,1
54,6 pCt.
38,7 pCt.
7.9
6,7 pCt.
1(H)
100
1(H)
100
Daarbij dient nog opgemerkt te worden, dat zich
onder de rubriek „overige instellingen” nog tal
van ziekenhuizen vooral noodziekenhuizen
en andere verpleeginrichtingen bevinden. Uit <ie
cijfers blijkt wel zeer duidelijk, dat de Gemeente-
apotheek zich meer en meer ontwikkelt tot cen
trale apotheek van de ziekenhuizen in en rond,
ile Gemeente.
Algemeen Overzicht.
Reeds in de eerste helft van het verslagjaar was
liet bij een stijgende behoefte steeds moeilijker
de voorraden genees- en verbandmiddelen aan te
vullen. Na September ontstond als gevolg van de
rampspoedige omstandigheden, waarin het niet be
vrijde deel van het vaderland verkeerde, een zoo
groote schaarschte aan genees- en verbandmidde
len, dat ook op pharmaceutisch gebied van een
noodtoestand mocht worden gesproken. Dank zij
de maatregelen, die het Gemeentebestuur reeds
voor het uitbreken van den oorlog had getroffen,
waardoor de Dienst over aanvankelijk zeer groote
voorraden en over een uitgebreide technische in
stallatie beschikte, dank zij de medewerking, die
werd ondervonden van de vaste leveranciers en
van de Rijksbureaux, die met de distributie van
goederen zijn belast, en niet het minst dank zij
de groote krachtsinspanning, die het personeel
onder vaak zeer moeilijke omstandigheden heeft
geleverd, kon de Dienst de geneesmiddelenvoor
ziening in de Gemeente, voor zoover die aan zijn
zorg is toevertrouwd, op een redelijk 'peil hand
haven. De toegestane omvang van dit verslag
laat geen ruimte om een volledig beeld te geven
van al het werk, dat de Dienst heeft verzet. Hier
voor zij verwezen naar het speciale verslag over
de werkzaamheden van de Gemeenteapotheek in
de oorlogsjaren. Aangeduid zij slechts, dat naast de
normale voorziening van ziekenhuizen en van den
Geneeskundigen en Gezondheidsdienst, groote hoe
veelheden genees- en verbandmiddelen ten liehoeve
van concentratiekampen enz. aan het Hoofdbe
stuur van het Nederlandsche Roode Kluis (na
November 1944: „Dienst voor Speciale Hulpver-
leening”) zijn afgeleverd, dat de Dienst zeer vele
apothekers aan noodzakelijke doch elders niet meer
verkrijgbare artikelen heeft geholpen of recepten
voor hun patiënten heeft gereedgemaakt, dat de
Gemeenteapotheek tijdens de spoorwegstaking het
werk van het Rjjksbureau voor genees- en ver
bandmiddelen te Amsterdam voor het Westelijk
deel van de provincie Zuidholland heeft overge
nomen en tenslotte, dat gedurende de laatste
helft van het verslagjaar volledig voor den aan
voer en de distributie van sera en vaccins voor
s-Gravenhage, Delft, Leiden en de omgeving dezer
plaatsen is zorggedragen.
Niettegenstaande het ontbreken van tal van ge
neusmiddelen. bereikte het aantal gereedgemaakte
Personeel.
Op 31 December waren behalve de directeur en
de adjunct-directeur aan den Dienst verbonden:
1 apotheker, 1 bureauehef B, 1 adjunct-eommies,
1 magazijnmeester B, 1 laboratoriumassistent, 21
apothekersassistenten. 1 analyste A, 1 schrijver 2e-
klasse, 1 jongmaatje-ambtenaar, 1 crisisambtenaar
en voorts 6 bedienden, 1 magazijnknecht, 3 helpers,
4 medicijnknechten. 3 jongmaatjes-werkman, 3
werkvrouwen en 1 erisisambtenaar ten behoeve
ran de Gemeenteapotheek van ’s-Gravenhage over het jaar 1944.
Receptuur t.b.v. de Haag-
sche ziekenhuizen
Receptuur t.b.v. den G.G.
en G.D
Receptuur t.b.v. de
rige instellingen 20,7 11,-
12,5 18,9 29,-
ove-
recepten in het verslagjaar een ongekende hoogte,
namelijk 840 396 tegen 757 284 in 1943. De oorzaak
van deze stijging moet niet alleen gezocht worden
in de verstrekkingen ten dienste van het Roode
Kruis, maar ook in de omstandigheid, dat, terwijl
alom een nijpend tekort aan tal van geneesmidde
len heerschte, de Dienst nog vele dezer middelen
kon afleveren. Deze laatste omstandigheid zal ook
wel de reden zijn, dat merkwaardigerwijze de zie
kenhuizen in 1944 voor de patiënten, voor zoover
deze onder de zorg van de Gemeente vielen, per
verpleegdag belangrijk meer verbruikten dan in
voorgaande jaren. Werden in 1941 en 1942 gemid
deld 61 en in 1943 gemiddeld 65 recepten per 100
verpleegdagen van Gemeentepatiënten afgeleverd,
voor 1944 bedraagt dit aantal 77.5.
De reeds in vorige jaarverslagen aangeduide
verschuiving van „stadsreceptuur” naar „zieken
huisreceptuur” zette zich in 1944 voort. Het ver
loop van de verhouding tusschen „stadsreceptuur”
naar „ziekenhuisreceptuur” over het tijdvak van
1941 tot en met 1944 geeft het volgend beeld:
1944. 1943. 1942. 1941.