1
GEMEENTELIJKE FONDSEN.
a. Stand der fondsen.
MM
Naam van het fonds.
1.
f 3.217.391,82
f 251.038,49
f 2.966.353,33
2.
441.638,91
54.345,72
387.293,19
3.
f
7?
4.
75
5.
2.821,47
23.739,73
26.561,20
,7
6.
i
7.
155.124,44
4.648,81
159.773,25
77
8.
817.367,68
76.084,76
893.452,44
7?
77
9.
77
2.480,94
10.
77
11.
77
12.
13.
34.670,56
1.172.195,97
1.206.866,53
14.
15.
77
228.272,83
27.296,06
255.568,89
16.
59.458,39
682.079,82
622.621,43
17.
40.315,88
10.697,77
29 618,11
77
Totaal
f 16.856.889,22
f 443.978,52
f 332.680,27
f 16.968.187,47
1
2.859.339,44
3.138.590,35
1.888,85
66.528,27
2.942.377,03
3.240.251,46
Stand op
31 Dec. 1948.
Vermeerderd
in 1944 met
Verminderd
in 1941 met
■f
Jk.
Stand op
31 Dec. 1944.
342.103,52
1.369.878,02
343.992,37
1.436.406,29
4.253,26
2.409.938,59
4.253,26
2.407.457,65
83.037,59
101.661,11
Fonds voor ambtenaars-eigen-
pensioenen
Fonds tot bestrijding der kosten,
voortvloeiende uit de Onge
vallenwet 1901 (1921)
Fonds voor uitkeering aan per
soneel, vallende onder de
Verord. no. 10 van 1927
Brandverzekeringsfonds
Fonds voor de verzamelingen
van Kunst en Wetenschap
Boekenfonds voor middelbaar
en voorbereidend hooger
onderwijs
Reservefonds ter zake van den
woningbouw en de woning-
exploitatie
Onderhoudsfonds ter zake van
de woningexploitatie
Reservefonds van de productie
bedrijven
v. h. Grondbedrijf
v. d. uitgegeven
terreinen
Erfpachtsfonds
Reservefonds v. d. Gem. Hypo
theekbank
v. h. Noodhypo-
thekenfonds
v. h. Rijkshypo-
thek en fonds
Fonds voor de pensioenen van
de leerkrachten bij het bijzon
der voorbereidend onderwijs
Gemeentelijk Ondersteunings
fonds voor Ambtenaren en
Werklieden