HOOFDSTUK 1. 1949. toege- i- HET BESTUUR. Gedurende het jaar 1944 werd, op grond van art. 3 der Verordening 152/1941 van den Rijkseom- missaris voor het bezette Nederlandsehe gebied, de taak van den Gemeenteraad en van het College van Burgemeester en Wethouders waargenomen door den Burgemeester. Jaar van aftreding: 1948. Burgemeester, Wethouders. Burgemeester was op 1 Januari 1945: Prof. Mr. Dr. H. Westra. Wethouders waren op 1 Januari 1945: Mr. G. L. A. van Dijk, P. Kuiper, Dr. W. F. de Groot, Ir. O. E. ridder van Bappard, W. Boelens, arts. Wethouder Mr. G. L. A. van Dijk trad op als waarnemend Burgemeester; de wethouders zijn genoemd in de volgorde, waarin zij werden geroe pen om als algemeen vertegenwoordiger van den Burgemeester op te treden. Het arbeidsgebied van de wethouders is door den Burgemeester (op 24 Februari 1943) vastgesteld als volgt: a. de Wethouder voor de Financiën, waarnemend Burgemeester, Mr. G. L. A. van Dijk: de Ge meentebelastingen, het kantoor van den Ge meenteontvanger, de Gemeentelijke Accoun tantsdienst, de Gemeentelijke Hypotheekbank, de Gemeentelijke fondsen, het Gemeentelijk Gasbedrijf, het Gemeentelijk Electriciteits-Be- drüf, de Duinwaterleiding, de N.V. Gemengd Bedrijf „Haagsche Tramweg-Maatschappij” en de vennootschappen, stichtingen en dergelijke, waarbij de Gemeente financieel is betrokken, voor zoover deze niet behooren tot het arbeids gebied van een anderen wethouder; b. de Wethouder voor de Sociale Zaken, P. Kuiper: de Gemeentelijke Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon, het Sociaal Bureau voor in het buitenland geplaatsten, de Gemeentelijke Jeugddienst, de Gemeentelijke Blindenzorg, de Centrale Keukens, de Gemeentelijke Dienst voor Haven- en Marktwezen, de Gemeentelijke Leen- en Voorschotbank, de Stichting „Cen traal Woningbeheer”, de afwikkeling der zaken betreffende de voormalige Gem. Vakcursussen voor werkloozen en de Gemeentelijke Schoeisel- dienst; c. De Wethouder voor het Onderwijs, Dr. W. F. Commissiën, waarvan alle of enkele leden door den Raad, door Burgemeester en Wethouders of door den Burgemeester, waarnemende de taak van den Gemeenteraad of van het College van Bur gemeester en Wethouders zijn benoemd. De commissiën, waarvan alle of enkele leden door den Raad, door Burgemeester en Wethouders of door den Burgemeester, waarnemende de taak van den Gemeenteraad of van het College van Burgemeester en Wethouders zijn benoemd, waren op 1 Januari 1945 de volgende: Commissie van taxatie en advies voof' het grondbedrijfZie het verslag van den Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting. Commissie van advies inzake de straffen, opge legd aan bestuurders van motorrijtuigen, waar mede wordt gestationneerd: Mr. A. E. J. Nysingh, voorzitter; Jhr. Mr. P. G. M. van Meeuwen, plv. voorzitter; Ir. P. M. Montjjn, J. W. van den Akker en N. Velthuijs, leden; J. M. H. Dolk, S. van der Klugt, C. Houtzager en H. A. Dijkstra, plv. leden; Jhr. Mr. W. C. Six, secretaris; Mr. W. Nieuwhoff en P. A. Schwippert, plv. secretarissen. Commissie van toezicht en advies voor de be graafplaatsen: voorzitter: de directeur van den ■W. VflWCI tvyo, UI YY X' de Groot: de onderwijsinrichtingen, het Mu seum voor het Onderwijs, het Onderwijsfonds voor zieke kinderen, de school- en kindertuinen, de Stichting „Haagsche Sport- en Speelterrei nen” en het Boekenfonds voor het middelbaar en voorbereidend hooger onderwijs; d. de Wethouder voor de Openbare Werken, Ir. O. E. ridder van Rappard: de Gemeentewerken, het Gemeentelijk i Bouw- en Woningtoezicht, de Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisves ting, de Dienst der Gemeenteplantsoenen, de Gemeentelijke Reinigingsdienst en de tijdelijke Gemeentelijke Dienst voor de Teelt van Voe dingsgewassen. e. de Wethouder voor de Volksgezondheid, W. Boelens, arts: de Gemeenteziekenhuizen, de Gemeentelijke Verzorgingshuizen, de Gemeente lijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst, de Gemeenteapotheek, de Keuringsdienst van Wa ren, de Stichting „Centraal Badbeheer”, de Algemeene Begraafplaatsen, de „Krankenkasse” en het Openbaar Slachthuis. Aan den Burgemeester, Prof. Mr. Dr. H. Westra, was voorbehouden: a. het vaststellen van verordeningen; b. het nemen van besluiten en het verrichten van andere handelingen ten aanzien van onderwer pen, welke voorheen behoorden tot de bevoegd heden van den Gemeenteraad en het College van Burgemeester en Wethouders; c. het nemen van beslissingen ter zake van per soneelsaangelegenheden. Toegekende medailles. De groote gouden medaille werd in 1944 toe gekend aan Ir. H. E. Suyver, directeur van den Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting en Ir. W. v. d. Vegt, directeur van Gemeentewerken; de gouden medaille werd toegekend aan H. H. van Zeggeren, hoofdarchitect-afdeelings- chef bij Gemeentewerken en L. A. Sassen, genees kundige bij den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezondheidsdienst. De groote zilveren medaille werd toegekend aan R. J. Nijland, adjunct-referendaris ter Gemeente secretarie, J. P. Reijnhout, hoofdcommies ter Gemeentesecretarie, A. J. den Boer, technisch hoofdambtenaar-afdeelingschef bij den Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting, J. J. v. d. Windt, adjunct-directeur der Gemeenteplantsoe nen, H. G. Schouten, technisch hoofdambtenaar- afdeelingschef bij Gemeentewerken, A. Pet, hoofd architect bij Gemeentewerken en J. H. Wimmers, hoofdcommies ter Gemeentesecretarie; de zilveren medaille aan A. v. d. Marei, administrateur B bij de Gemeen teplantsoenen en W. H. van Dee, boekhouder C bij Gemeentewerken. De bronzen onderwijsplaquette werd kend aan Mej. W. J. Teebaal, onderwijzeres bij het open baar lager onderwijs.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1944 | | pagina 5