6
VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.
Koffie- en theesurrogaten.
Afgekeurd werden een als „Mokkadrank Moc-
cata” aangeduid product, dat een waterig extract
van een koffiesurrogaat bleek te zijn, met benzoë-
zuur geconserveerd en een als ,.surrogaat-cicho-
rei” aangeduide waar, die 18,5 pCt. asch bevatte,
waarvan 13,pCt. ruw zand.
Meel en grutterswaren.
Bij de broodbakkerijen werd het watergehalte
van de regeeringsbloem en van het regeerings-
tneel op gezette tijden bepaald. De door het Meel-
besluit vastgestelde grens (16,5 pCt.) bleek nimmer
te zijn bereikt, wel echter werd de grens voor het
watergehalte, vastgesteld door het Hoofdbedrij!-
schap voor Akkerbouwproducten, te weten IS1;.»
pCt., herhaaldelijk overschreden.
Bij de onderzochte monsters bewoog zich het
watergehalte tusschen 14,2 en 16,3 pOt. en bedroeg
gemiddeld 15,5 pCt.
Het asehgehalte, berekend op de droge stof,
schommelde tusschen 1,2 pCt. en 1,7 pCt., welke
cijfers, in aanmerking genomen de toevoeging
van 0,5 pCt. koolzure kalk, als normaal kunnen
worden beschouwd.
De monsters zijn genomen uit het hart van nog
ongeopende balen.
Nadat bepaald werd, dat puddingpoeder moest
worden gedistribueerd, vermengd met 35 pCt.
suiker, is een aantal monsters van alle verkrijg
bare soorten op hun suikergehalte onderzocht,
dat zich tusschen 29,8 pCt. en 42,7 pCt. bleek te
bewegen. Daar bij dergelijke puddingpoeder licht
ontmenging intreedt, behoeft bij een te laag ge
halte niet steeds opzet in het spel te zijn geweest.
Enkele waarschuwingen werden uitgezonden.
Slechts bij één leverancier werd een aanmerkelijk
tekort op het gewicht van den inhoud van het
pakje geconstateerd, nl. 23 pCt. Bij naweging van
latere leveringen dezer firma bleek het gewicht
van den inhoud overeenkomstig de op de verpak
king vermelde gewichtsopgave te zijn.
en de betrokken Vakgroep werd overeenge
komen dat de limonade-gazeuse 4 pCt. aan suiker
en glucosestroop zou moeten bevatten, waarvan
ruim 2,8 pCt. als saccharose aanwezig zou moeten
zijn. Er zjjn 275 monsters van dit product onder
zocht, waarvan over het geheel de samenstelling
aan bovengenoemde bepaling voldeed.
Tegen 13 bereiders, die er de voorkeur aan gaven
de suiker zwart te verkoopen en wier product
daardoor te zeer van de voorgeschreven samen
stelling afweek, werden strafvervolgingen inge
steld.
Paneermeel, hetwelk in den regel bereid werd
uit gedroogd brood, dat door bakfouten of om
andere redenen niet leverbaar was, is slechts op
aanwezigheid van schimmels onderzocht. Slechts
éénmaal was het noodig uit dien hoofde het
product af te keuren. Meermalen moest echter
bij de bakkers, die brood voor dat doel droogden,
aanmerking op de kwaliteit van de grondstof
worden gemaakt. In die gevallen werd gelast de
ondeugdelijke gedeelten uit de partijen te ver
wijderen. Eenige partijen sterk zanderig paneer
meel werden afgekeurd.
Een als bindmiddel verkocht meelproduct (in
koop f 950,per 100 kg., verkoop f 12,per kg.)
bleek een mengsel te zijn van aardappelmeel met
34 pCt. minerale bestanddeelen, waarvan 23 pCt.
koolzure kalk.
Leguminosenmeelen, welke als grondstof voor
banketspijs en dergelijke doeleinden in de banket
bakkerij moesten dienst doen, werden steeds op
aanwezigheid van phasine onderzocht. In den
regel bleek dit bestanddeel door verhitting on
schadelijk gemaakt te zijn.
Verschillende partijen vlapoeder, bestaande uit
meel van bloembollen, werden afgekeurd, omdat
zjj voor de bereiding van vla ten eenenmale on
geschikt waren.
Ten gevolge van de voortdurende wijziging,
welke door gebrek aan grondstoffen in de samen
stelling van gemengde meelen moest worden aan
gebracht, kon aan de voorschriften betreffende
de aanduiding van de samenstelling van derge
lijke mengproducten niet de hand worden ge
houden.
Kaas.
Onderzocht zijn 188 monsters kaas. Een smeer-
kaas-2(H- bevatte een veel te hoog watergehalte,
nl. 68,2 pCt. Verscheidene monsters kaas-20+ ble
ken niet ten volle 20 pCt. vet in de droge stof te
bevatten; de afwijkingen bleven tot omstreeks
1 pCt. beperkt.
Eén monster volvette Goudakaas was eveneens
te laag van vetgehalte. Overigens voldeden alle
monsters aan de gestelde eischen. Proces-verbaal
werd opgemaakt tegen een kaashandelaar, in
wiens wagen alle kazen ongestempeld werden ver
voerd. Transactie-boete f 100,
Melk.
Het aantal onderzochte monsters gestandaar
diseerde melk bedroeg 18 515. Krachtens het
Melkstandaardisatiebesluit moest het vetgehalte
tusschen 2,45 pCt. en 2,55 pCt. liggen.
Bij 295 van de onderzochte monsters was het
vetgehalte lager dan 2,4 pCt., bij 29 aanmerkelijk
hooger dan 2,6 pCt.
Voorts bleken 543 der onderzochte monsters
door watertoe voeging vervalseht te zijn; deze
vervalsching werd meer bedreven, naar gelang de
taptemelk schaarscher en voor vervalsching in
mindere mate beschikbaar was. Herhaaldelijk
werd door melkrijders en melkbezorgers water
toegevoegd om diefstallen van melk uit de trans-
portbussen, tijdens het vervoer gepleegd, te
bemantelen.
De 295 monsters met een te laag vetgehalte,
waren gemiddeld met omstreeks 20 pCt. taptemelk
vervalseht; de watertoevoegingen bewogen zich
tusschen 8 en 40 pCt.
Het percentage van de door toevoeging van
water, van taptemelk of wel van deze beide vloei
stoffen vervalschte melkmonsters bedroeg 4,5 van
het onderzochte totaal aantal tegen 4,2 in het
vorige verslagjaar, hetgeen in aanmerking ne
mende de enorme prijzen, welke voor melk op
illegale wijze geleverd, betaald werden, bevre
digend mag worden genoemd.
Wegens overtreding van het Melkstandaardi
satiebesluit (te laag vetgehalte) zijn 187 processen
verbaal opgemaakt. In 67 gevallen legde de
Kantonrechter geldboeten van f 20,tot f 400,
subsidiair hechtenis van 10 dagen tot 2 maanden