K
VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN
als
Gepasteuriseerde en gesteriliseerde melk kwamen
gedurende het verslagjaar niet in onderzoek.
Specerijen en surrogaten daarvoor.
Echte specerijen, mosterd uitgezonderd, werden
niet meer in den handel aangetroffen. Van de
surrogaten werd hoofdzakelijk nagegaan, of zjj
na 100-voudige verdunning met melksuiker daar
aan nog een smaak verleenden, welke aan de
nagebootste specerij deed denken. Bjj zeer veel
partijen was dit niet het geval; de aetherisehe
olie, welke op de dragerstof was aangebracht, was
in deze gevallen totaal vervluchtigd of omgezet
en het product waardeloos geworden. Vele voor
raden werden reeds door de keurmeesters in de
winkels afgekeurd; na onderzoek in het laborato
rium werden nog 48 voorraden aan den handel
onttrokken.
Twee monsters mosterd werden afgekeurd we
gens een veel te hoog watergehalte en aanwezig
heid van kleurstof.
Oliën en vetten.
Alle monsters boter bleken onvervalscht, in den
regel was het gewicht van den inhoud der pakjes
slechts schraal aanwezig.
De onderzochte monsters margarine waren deug
delijk; de grens van 16 pCt. voor het watergehalte
werd bij 4 der onderzochte monsters overschreden,
doch de afwijkingen waren van weinig belang. In
het algemeen was de vulling der pakjes vol
doende; slechts in 4 gevallen werd een tekort van
eenige beteekenis vastgesteld, nl. 10 gram, d.l.
4 pCt.; daarvoor zijn waarschuwingen verzonden.
Alle monsters bak- en braadvet waren deug
delijk.
Een partij bakolie bleek met ongeveer 27 pCt.
minerale olie vervalscht te zijn. Door het eten
van croquetten, welke in deze olie waren ge
bakken. waren verschillende personen ziek ge
worden. De leverancier van de olie, zoowel als de
bakker, die haar verwerkte, werden strafrechte
lijk vervolgd.
Suikers en stropen.
De onderzochte eonsumptiestropen bleken deug
delijk van samenstelling. In den regel was het
saecharose-gehalte van de als keukenstroop aan
geduide stropen belangrijk hooger dan vereischt
is.
Consumptiestroop met eenigszins afwijkenden
smaak werd in overleg met het Bedrijfschap voor
Suiker als „rinse bietenstroop” verkocht. Zij
bleek een extractgehalte van 81 pCt. en een sac-
charosegehalte van 60 a 63 pCt. te bevatten; het
aschgehalte bedroeg 2,4 pCt. Deze stroop was der
halve van zeer goede kwaliteit.
Een aardappelstroop bevatte 375 mg zwavelig-
zuur per kg., waarop de aandacht werd gevestigd
van den Keuringsdienst, in welks gebied de stroop
bereid was.
Vleeschwaren (worst, gehakt).
Er werden 648 monsters van verschillende worst
soorten onderzocht, waarvan 231, derhalve meer
dan een derde, ondeugdelijk bleken te zijn. 206
monsters waren vervalscht door toevoeging van
belangrijke hoeveelheden water; 43 monsters wa
ren door toevoeging van aardappelmeel of -pap
vervalscht. Rekening houdende met de omstandig
heid, dat vleesch van „wrak” vee, met een
hooger vochtgehalte dan normaal, werd verwerkt,
werden worstmonsters met Feder-getallen tot 4,3
niet als onvoldoende aangemerkt. De vervalsching
met water, onderscheidenlijk met het sterk water
houdende bloedplasma, nam zoodanige afmetingen
aan, dat talrijke partijen worst werden aange
troffen met Federgetallen tot 6 en 7, die voor
78 pCt. en meer uit water bestonden. Bjj de be-
Melkproducten.
De ten getale van 5 763 onderzochte monsters
vloeibare melkproducten waren voor het meeren-
deel taptemelk. Daarvan waren 469 ondeugdelijk,
in den regel als gevolg van watertoevoeging.
Vervalschingen met een drie- en een viervoudige
hoeveelheid water werden vastgesteld. In een drie
tal gevallen werd getracht de aantooning der
vervalsching te bemoeilijken door andere stoffen
in het toegevoegde water op te lossen. Ook dit
jaar werd bij een belangrijk aantal monsters
vastgesteld, dat de taptemelk wegens een te hoog
vetgehalte niet aan de gestelde eischen voldeed.
Dat was echter in feite met taptemelk vervalschte
melk, welke aan den controleerenden ambtenaar
als taptemelk werd aangewezen, doch aan de
afnemers als „melk” werd verkocht. Het vaat
werk, waarin dergelijke waar vervoerd werd,
droeg dan ook in den regel geen aanduiding of
was van het opschrift „melk” voorzien.
61 maal werd proces-verbaal opgemaakt wegens
het verkoopen van met water vervalschte tapte
melk, 19 maal wegens het vervoeren van „tapte
melk” van te hoog vetgehalte.
Tweemaal werd een strafvervolging ingesteld
wegens het vervoeren van melkproducten in
melkbussen zonder opschrift, welke door de ver-
koopers werden gequalificeerd als „half om”,
doch die bij onderzoek slechts voor 20 pCt. onder
scheidenlijk 40 pCt. uit melk, voor de rest uit
afgeroomde melk bleken te bestaan. De bedoeling,
deze mengsels als melk aan den man te brengen,
was kennelijk.
Karnemelk was in 1944 uiterst schaarsch en van
slechte kwaliteit. Wegens het verkoopen van ver
valschte karnemelk (watertoevoegingen van 15 a
30 pCt.) werden 9 processen-verbaal opgemaakt.
In de eerste maanden van het verslagjaar werd
nog eenige melkyoghurt en taptemelkyoghurt ge
leverd; van 42 monsters werden 7 wegens een te
laag vetgehalte onderscheidenlijk een te hoogen
zuurgraad (oud product) afgekeurd. Enkele mon
sters weipap voldeden aan redelijke eischen.
Ten slotte zijn nog opgemaakt4 processen
verbaal wegens het vervoeren van melk of melk
producten zonder de voorgesehreven opschriften
op het vaatwerk, welke den aard van den inhoud
aangeven;
3 processen-verbaal wegens het vervoeren van
melk en taptemelk op hetzelfde vervoermiddel,
zonder de daarvoor noodige vergunning te be
zitten;
één proces-verbaal wegens het bezigen van een
onreine localiteit voor het uitgeven van melk.
Tweemaal werd een strafvervolging ingesteld
tegen melkverkoopers, die het vaatwerk leeg-
stortten om het nemen van een monster te ver
ijdelen.