VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN. Andere eet- en drinkwaren. Hieronder zijn gerangschikt waren, aangeduid als ontbijt- of dessertdrank, slagerêmes, marse- pain, aroma’s, verzoetingsmiddelen, ei- en vetver- vangingsmiddelen, vanillesuiker, bakpoeder, sla saus zonder olie, droppoeder en vele andere. Verscheidene daarvan bleken in voedingsmidde len niet toelaatbare bestanddeelen te bevatten of waren van zoodanig minderwaardig gehalte, dat zij aan den handel onttrokken moesten worden. Spijzen van de Centrale keukens. De analyses van het eten, door de Kjjksfabrieks- keuken en andere Centrale Keukens in den loop van 1944 bereid en door den Dienst onderzocht, zijn in achterstaande staat vervat. Op te merken valt, dat het eiwitgehalte van de stamppotten, waarin geen peulvruchten waren verwerkt, omstreeks 1,5 pCt. en het vetgehalte omstreeks 0,2 pCt. bedroeg. Hun voedingswaarde bezaten zij voornamelijk door hun gehalte aan koolhydraten, dat zich bij de onderzochte mon sters tusschen 11 en 16 pCt. bewoog. Door de Centrale Keukens der Gemeente ’s-Gra- venhage werden tot ultimo September 1944 porties van 1 liter verstrekt. Met ingang van 1 October moest de verstrekte hoeveelheid tot Vs liter per portie worden teruggebracht (gedurende 1 week, nl. van 1 t./m. 7 November, waren de porties liter.) De calorische waarde van een portie van liter stamppot bedroeg gemiddeld omstreeks 320 a 330 calorieën. Daarbij kwam nog de voe dingswaarde van de portie jus, welke aanvankelijk Als „waren” aangewezen artikelen. In samenwerking met de Sectie Zeep van het Rjjksbureau voor Chemische Producten bleef onze aandacht gevestigd op de wasch- en reini gingsmiddelen. Op talrijke partijen, waaronder een groote scheepslading van een waschmiddel, bestaande uit voor reiniging waardelooze of voor het wasschen nadeelige grondstoffen, werd beslag gelegd. Hun totaal gehalte aan alkalisch rea- geerende bestanddeelen, dat ten minste 25 pCt. behoorde te zijn, was in den regel minder dan 1 pCt., zoodat zij geen reinigende kracht bezaten. Tegen twee bereiders van sterk verdund bleek- water werd proees-verbaal opgemaakt. Producten, welke voor het op de verpakking aangegeven doel ondeugdelijk bleken te zijn, doch voor ander gebruik nog wel geschikt, b.v. prac- tisch geheel uit keukenzout of glauberzout be staande mengsels, sterk alkalische shampoo e.d., werden beschikbaar gesteld aan instellingen, die ze nog konden gebruiken. Een aantal bestrijdingsmiddelen van hoofdluis werd op bruikbaarheid alsmede op gehalte aan alkohol onderzocht. blokjes op een product zonder eenig vleesch- extract), op het ontbreken van een gewichts- opgave op de verpakkingen, op onjuiste inhouds opgaven (b.-tf. opgegeven 450 gram, werkelijke inhoud 415 gram) alsmede op de aanwezigheid van kunstmatige kleurstof in enkele producten. Nagegaan werd, of in de soepen in tablet- en anderen vorm leguminosenmeel was verwerkt, c.q. of dit voldoende was verhit voor de ver nietiging van het phasine. reiding van dergelijke waar bleek 20 tot 25 pCt. water toegevoegd te zijn. Ter verkrijging van de gewenschte consistentie werd dan bovendien veelal gekookte aardappelpap toegevoegd. Vele worst soorten bleken dan ook zeer slap, waterig en smakeloos te zijn. Rookworst, waarin geen zetmeelhoudende grond stof mag worden verwerkt, bleek daarmede in verschillende gevallen toch rijkelijk bedeeld te zijn. De waarde van dergelijke met water en meel vervalschte worst als bron van dierlijk eiwit werd door deze vervalschingen uiteraard sterk vermin derd, zooals uit het volgende tweetal voorbeelden genoegzaam blijkt. Een smeerleverworst bevatte 8,7 pCt. zetmeel, 76,3 pCt. water, 2,5 pCt. zout, 10 pCt. eiwit en 2,5 pCt. vet; een ander monster bestond uit 87,8 pCt. water, 2 pCt. zout, 7,8 pCt. eiwit en 2,4 pCt. vet. Een deugdelijk product bevat aan eiwit en vet te zamen meer dan 30 pCt. Ook verschillende monsters van bloedworst, welke „zonder bon” werd verkocht, bleken van zeer minderwaardige samenstelling te zijn. De kroon spande een monster, dat uit 85,9 pCt. water, 9 pCt. zetmeel, 1,7 pCt. zout, 3,4 pCt. eiwit en 0,03 pCt. vet bleek te bestaan. Deugdelijke bloedworst bevat omstreeks 20 pCt. eiwit. In slagerskringen gingen er stemmen op om den eisch aan de verhouding water/eiwit gesteld, gewijzigd te krijgen en het zoogenaamde Feder- getal van 4 op 6 te brengen. Bij inwilliging van dit verzoek zouden zeer sterke watertoevoegingen, tot 20 pCt. en meer, straffeloos hebben kunnen geschieden. Door de groote bedrijven werd echter aan dezen aandrang geen steun verleend. Het beroep op overmacht van eenige bereiders van worst met een hoog watergehalte had bij den Rechter geen gevolg. Bjj gehakt al dan niet toebereid werden dezelfde vervalschingen met water en vooral met gekookte aardappelbrij aangetroffen als bij worst; in den regel bleek 20 a 25 pCt. te zijn toegevoegd. Bij worst en gehakt werd verschillende malen de toevoeging van natrium sulfiet in te groote dos'is vastgesteld, terwijl ■eveneens aanmerking moest worden gemaakt op het gebruik van veel te groote hoeveelheden boorzuur voor de con- serveering van leverworst. Slechts eenmaal werd nog kunstmatig gekleurde worst aangetroffen. Wegens bereiding van ondeugdelijke worst soorten zijn 94 waarschuwingen uitgereikt; ook zijn waarschuwingen aan bereiders van ondeugde lijk gehakt gegeven. In totaal zijn 75 proeessen-verbaal opgemaakt. Vleeschextracten; extract-, jus-, saus-, soep- blokjes e.d. Producten uit of met vleeschextracten bereid, werden niet meer in den handel aangetroffen. De samenstelling van de talrijke surrogaten voor dergelijke producten beantwoordde over het al gemeen aan de daaraan in het Aroma-, jus- en soepbesluit gestelde eischen. Enkele zeer groote partijen juspoeder, practisch geheel uit keuken zout bestaande, werden afgekeurd. Aanmerking werd gemaakt op liet gebruik van namen, welke misleidend waren (b.v. Biefextract-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1944 | | pagina 67