5
I--
1 i 9
I e
VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS.
Vindplaats.
1
1
2
1
Totaal
55
176
15
48
Diersoort.
goedgekeurd.
afgekeurd.
b
d
b
b
d
b
d
a
c
c
a
c
c
e
a
c
e
3
3
1
2
9
8
9
8
22
8
2
5
6
5
7
4
2
2
1
1
1 -
2
1
1
5
1
52 55
1
1
13
1
1
1
Runderen.
Graskalveren
Vette kalveren
Nuchtere kalveren
Eenhoevige dieren
Varkens
Schapen
Geiten
89
4
99
15
43
11
13
23
23
4
7
23
86
15
18
59
9
6
1
7
1
30
3
Zooals uit dezen staat blijkt, werden cysticerc!
gevonden bij 231 runderen of 2,46 pCt. van het
aantal geslachte runderen (vorig jaar 1,64 pCt.)
en bij 63 graskalveren of 2,29 pCt. van het aantal
geslachte graskalveren (vorig jaar 1,36 pCt).
Levende cysticerci werden gevonden bij 55 run
deren of 0,58 pCt. van het aantal geslachte runde
ren (vorig jaar 0,31 pCt.) en bij 15 graskalveren of
0,51 pCt. van het aantal geslachte graskalveren
(vorig jaar 0,25 pCt.).
Distomatose. Deze afwijking was reden tot afkeu
ring van de levers van 3 432 runderen, 78 graskal
veren, 9 varkens, 154 schapen en 5 geiten. Uit de
levers van 2 753 runderen, 77 graskalveren, 103
schapen en 1 geit werden de galgangen verwijderd.
Strongylose leidde tot afkeuring van 4 eenhoe
vige dieren en de longen van 61 schapen en 3 gei
ten.
(In deze staten beteekent a: normale slachting,
b: noodslachting wegens ongeval, c: slachting zon
der dat levende keuring heeft plaats gehad; d:
ziek of wrak dier, e: gestorven dier).
Para tuberculose
Miltvuur
Schapenschurft
2
4
1
8
3
6 10
2 1
7
5 25
2
Aantal
positieve
gevallen van
bacteriologisch
onderzoek.
1
1
1
4
2
1
2
43
2
3
5
103
42
8
18
29
2
1
7
25
15
26
20
2
Uit dezen staat blijkt een belangrijke toeneming
van het aantal gevallen van tbc. bij volwassen
runderen t.o.v. 1943. De oorzaak is, dat bij de ver
plichte veelevering steeds de dieren, die het in
het bedrijf minder goed doen, het eerst worden
aangeboden.
Houtvuur kwam eenmaal voor.
Actinomycose werd geconstateerd bjj 1 rund.
Echinococcose. De parasiet werd gevonden bij
153 runderen (1,63 pCt. van het aantal geslachte
runderen), bij 25 paarden (4,79 pCt. van het aantal
geslachte paarden) en bij 1 geit (0,14 pCt. van het
aantal geslachte geiten). Vorig jaar waren deze
cijfers onderscheidenlijk 80 (0,62), 78 (11,4) en 1 (0,03).
Cysticercose. (Het voorkomen van blaaswormen
van den bij den mensch parasiteerenden lintworm
taenia saginata). Het hieronder volgende staatje
verschaft gegevens over het aantal en de plaats
van de gevonden parasieten.
Rund. j Graskalf.
(Levend.Dood.j Levend. Dood.
a j b
22
5 j 40
55
46
Laboratoriumonderzoeklngen,
In het verslagjaar vonden laboratoriumonder-
zoekingen plaats t.a.v. 1 675 dieren (vorig jaar t.a.v.
1 806 dieren).
Bacteriologisch onderzoek werd 799 maal toege
past (vorig jaar 897 maal) en gaf in 39 gevallen
positief resultaat (vorig jaar 52).
Hierna volgt een tweetal staten, welke op dit
onderzoek betrekking hebben.
7
J,
1 rund.
11 schapen.
e a b
voorwaardelijk
goedgekeurd
(vrjjbank).
c d j
d e
Gevallen, waarin
bacteriologisch
onderzoek werd
verricht.
Na bacteriologisch onderzoek werden
voorwaardelijk
goedgekeurd
(sterilisatie).
d e j a
62 28 42
10 3
19i 5 21
2941 61
2920 11
31 4 14
7' 7 52
Besmettelüke veeziekten.
Aangetroffen werden:
Mond- en klauwzeer bij 37 runderen en 36 gras
kalveren,
Geheel» dier
Uitwendige kauwspier
Hart
Inwendige kauwspier
Oesophagus
In- en uitwendige kauw
spier
Uitwendige kauwspier en
hart
Uitwendige kauwspier en
oesophagus
Hart, oesophagus en
diaphragm a
Tong
Musculus supraspinatus