5
'J
VERSLAG DER DUINWATERLEIDING.
JAAR.
Toeneming.
d. Gebouwen
in de stad.
Scheveningen.
Zuid-Binnensingel en Binckhorstlaan.
e. Luchtbescherming.
Aan deze gebouwen had het meest noodige onder
houd plaats. Eenige ruiten, die door bominslag
waren gebroken, werden vernieuwd.
1900
1905
1910
1915
1920
1925
1926
1927
1928
1929
1930
1931
1932
1933
1934
1935
1936
1937
1938
1939
1940
1941
1942
1943
1944
1945
Opgevoerde
hoeveelheid
water naar de
filters.
7 922
8 353
9 108
10 027
10 786
10 969
11 205
11 222
11 664
12 105
12 307
12 535
13 084
13 076
13 055
12 884
12 850
12 931
13 190
13 438
13 431
13 730
14 660
13 307
12 733
11 948
7 073
7 458
8 132
8 953
9 631
9 971
10 280
10 295
10 701
11 105
11 291
11 500
12 059
12 052
12 032
11 875
11 844
12 029
12 270
12 501
12 493
12 832
13 574
12 379
11 473
10 776
309
15
406
404
186
209
559
7
20
157
31
185
241
231
8
339
742
1 195
896
697
In het verslagjaar werd het leidingnet op 39
plaatsen beschadigd door luohtbombardementen en
op 6 plaatsen door ontploffingen van neergestorte
V2-projectielen. De beschadigde leidinggedeelten
konden vrijwel steeds binnen een redelijken tijds
duur buiten dienst worden gesteld.
Op 10 Mei 1945 werd de luchtbeschermingsdienst
van het Bbdrijf opgeheven.
Het overgroote gedeelte van het mannelijke per
soneel, zoowel ambtenaren als werklieden, heeft
Het voormalige hulpbureau in de Doornstraat,
hetwelk tot aan de evacuatie in begin 1943 was
verhuurd aan den Gemeentelijken Dienst voor
Maatschappelijk Hulpbetoon, was nadien gevorderd
en in gebruik genomen door de bezettende macht.
Na den oorlog bleek, dat het gebouw ernstig had
geleden. De schade is, voor zoover materialen be
schikbaar waren, zoo goed mogelijk hersteld. Het
gebouw is wederom door bovenvermelden Dienst
in gebruik genomen.
Opbrengst in duizendtallen m3.
Gezuiverd water.
Geleverde
hoeveelheid.
gepompt. Deze pompen brengen het ruwe water,
buiten de voorfilters om, op de nafilters. Om de
nafilters zooveel mogelijk te ontlasten werd de
normale levering van ruw water door de stoom
pompen tot ongeveer 60 pCt. beperkt, terwijl de
resteerende hoeveelheid ruw water door een door
een Dieselmotor gedreven pomp naar de voor
filters werd geleid. Na 10 April 1945 was er geen
stroomlevering door het Gemeentelijk Electrici-
teits-Bedrjjf meer. De Diesel-generator van het
Pompstation was door de Duitschers ingeschakeld
in de electriciteitsvoorziening van bunkers langs
de kust. De oorspronkelijke voorraad Dieselolie
was reeds in vorige jaren grootendeels door de
Duitschers gevorderd. Om bovendien van de over
gebleven hoeveelheid nog zooveel mogelijk profijt
te kunnen trekken, werd het gebruik van den
generator ten behoeve van de watervoorziening
door hen verboden. Dezerzijds werd getracht van
den laatsten voorraad olie nog zooveel te gebrui
ken, als met het oog op het behouden van een
reserve voor de eerste noodvoorziening na de
spoedig te verwachten bevrijding verantwoord
was. In verband daarmede werden, niet geheel
overeenkomstig de waarheid, de betreffende Duit-
sche instanties er op gewezen, dat de voorziening
van het hooge-drukgebied-Seheveningen, waarin
vele Duitsche eenheden waren gelegerd, slechts
kon geschieden met een electrische pomp, welke
den hoogen bak in den toren vult. Ten behoeve
van die voorziening werd zooveel mogelijk van
den Diesel-generator gebruik gemaakt. Tegelijker
tijd werden daarmee pompen voor het normale
lage-druk-voorzieningsgebied en ruw-waterpompen
gedreven.
Na de bevrijding bleek een hervatting van de
electriciteitslevering spoedig te mogen worden ver-
wacht. Het stoom bedrijf bleef echter voorloopig
in werking, doch met behulp van suppletie door
de electrische pompen, gekoppeld aan den Diesel-
generator, werd een hoogere druk dan voorheen
gehandhaafd.
Op 19 Mei 1945 werd de stroomlevering door het
Gemeentelijk Electriciteits-Bedrijf op beperkte
schaal hervat. Op 23 Mei 1945 kon de stoominstal-
latie buiten dienst worden gesteld.
Door de stoompompen werd in het verslagjaar
een hoeveelheid van 1091 640 m3 rein water en van
rond 687 000 m3 ruw water opgepompt. Door de
Dieselpomp werd rond 427 000 m3 ruw water opge
bracht. De overige 9 684 684 m3 rein water en rond
10 834 000 m3 ruw water werden door middel van
de electrische pompen verkregen. Daartoe werd aan
het Pompstation aan electrische energie betrok
ken 1 575157 kWh, -waarvan 78 920 kWh in de zg.
speruren. Bovendien werd 23 995 kWh opgewekt
door den Diesel-generator, waartoe 8 356 1 Diesel
olie werd verbruikt. Voor het oppompen van ruw
water door de Dieselpomp werd 8 223 1 Dieselolie
gebruikt. Door het stoombedrjjf werd 219 ton steen
kolen verstookt.
Voor het electrisch oppompen van het water naar
de voorfilters en het vervoeren naar de stad werd
Per 1000 m3 165,1 kWh verbruikt.
De volgende staat geeft een overzicht van de
totale hoeveelheid water, die in de jaren na 1900
naar de filters en uit de rein-waterkelders werd
gepompt.