2 VERSLAG van de Stichting „Centraal Badbeheer” te ’s-Gravenhage over het jaar 1945. gemeester en Wethouders ter goedkeuring voorge legd. Aan het einde van het verslagjaar was deze goedkeuring nog niet verleend. De strekking van de nieuwe regeling was in hoofdzaak om het ge- heele badhuispersoneel met de badvrouwen was zulks reeds het geval overeenkomstig de Ge meentelijke loon- en salarisregeling te bezoldigen en voorts om' door het instellen van de rangen van hadman-stpker le kl. en badvrouw-hulpbureauliste de bevorderingskansen voor het lagere personeel te vergrooten. b. Zeebaden. Helaas konden de zeebaden nog niet in exploi tatie worden genomen. Inrichtingen. a. Volks- en schoolbaden. In een der laatste oorlogsmaanden werd het badhuis aan de Harstenhoekstraat ten gevolge van oorlogshandelingen dermate beschadigd, dat het na de bevrijding niet in gebruik kon worden ge nomen. Het is de bedoeling deze inrichting te her stellen en van deze gelegenheid gebruik te maken de capaciteit van de stortbadafdeeling er is meer vraag naar stortbaden dan naar kuipbaden te vergrooten. Thans telde dit badhuis 4 douehe- en 5 kuipbadeellen, welk aantal na de restauratie onderscheidenlijk 10 en 1 zal bedragen. Het badhuis aan de Hemsterhuisstraat werd in gebruik gegeven aan den Town-Major t.b.v. het baden van de hier ter stede gelegerde geallieerde militairen. Overigens bleef het aantal onder het beheer der Stichting gestelde badhuizen onveranderd. Deze konden echter na de bevrijding wegens gebrek aan brandstof niet terstond in bedrijf worden gesteld. Eerst eind Juni werd hiermede, hoewel zeer be perkt, een begin gemaakt. Zoo werden aanvankelijk, en dan nog wel op de laatste dagen der week ge durende slechts enkele uren, uitsluitend stortbaden verstrekt. Geleidelijk aan kwam hierin verbetering en in September kon tot uitbreiding van de ope ningstijden worden overgegaan. In October werden de schoolbaden in klasseverband weer ingesehakeld, terwijl in November en December ook weer kuip baden konden worden verstrekt. Niettemin bleef het noodzakelük de inrichtingen gedurende de eerste helft der week voor het publiek gesloten te houden. A c. Zwembad-Zuiderpark. Het zwembad-Zuiderpark had, doordat de Duit- schèrs het bad in beslag hadden genomen, zoodanig geleden, dat het na beëindiging van den oorlog grondig schoongemaakt en hersteld moest worden, waarmede geruime tijd gemoeid was. Niettemin werden alle krachten ingespannen om het zoo spoedig mogelijk weder in bedrijf te kunnen stellen. Daarvoor was o.a. noodig de chloorgasinstallatie Bestuur. Tot 6 Mei kwam in de samenstelling van het Bestuur geen verandering. Met ingang van 6 Mei trad het door den bezetter ontslagen College van Burgemeester en Wethou ders weer in functie met den heer Mr. Dr. S. de Vries Czn. als Wethouder voor de Bedrijven, te vens voorzitter van de Stichting „Centraal Bad beheer”. Deze werd opgevolgd door den heer Dr. B. v. d. Tempel, die bij Raadsbesluit van 19 November 1945 tot Wethouder werd benoemd. Als vertegenwoordigers(ster) van den Gemeente raad kregen in het Bestuur zitting mevrouw W. P. A. Reitsma-Valstar en de heeren J. Moeskops en E. Polak. De tijdens het N.S_B.-bewind benoemde N.S.B.-ers H. Boelens, voorzitter, en H. Sartorius en L. H. E. Hylckama Vlieg, bestuursleden, keerden na de be vrijding van ons land niet terug. Door deze wijzigingen bestond op 31 December het Bestuur uit de volgende leden: Dr. B. v. d. Tempel, voorzitter; J. J. van Langen, onder-voorzitter; Mr. W. F. K. Cost Budde, secre taris; H. C. M. van Benthem, boekhouder-kassier; mevrouw W. P. A. Reitsma-Valstar en de heeren J. P. E. van Ameijde, W. P. Blokpoel, Ir. A. J. Gurck, J. J. Th. de Kok, J. Moeskops, E. Polak en B. Verwaal, leden. De heeren van Benthem, Blokpoel en Verwaal bleven als gedelegeerden belast met de dagelijksche leiding van onderscheidenlijk de volkszeebaden, de schoolbaden en het zwembad-Zuiderpark, terwijl in de plaats van den heer Van Ameijde, die wegens het bereiken van de in art. 13a van het Huishou delijk Réglement vastgestelde leeftijdsgrens als gedelegeerde voor de badhuizen aftrad, Mr. W. F. K. Cost Budde tot gedelegeerde werd benoemd. In de bestuursvergadering van 31 Juli werd den heer Van Ameijde bjj monde van den voorzitter warme dank gebracht voor het vele en verdienste lijke werk, dat hij van de geboorte der Stichting af eerst als inspecteur en daarna als gedelegeerde heeft verricht. Personeel. In twee‘gevallen moest straf worden opgelegd; overigens verrichtte het personeel zijn dienst met ijver en toewijding. De sterkte van het badhuis personeel werd met ongeveer 20 pCt. ingekrompen, zoodat aan het einde van het verslagjaar 24 man nen en 24 vrouwen bij de badhuizen in dienst waren. Een badman-stoker kon elders tijdelijk te werk worden gesteld, terwijl een badmeester, die wegens zijn N.S.B.-gezindheid, in afwachting van zijn „zuivering” geschorst was, door een overcom pleet geworden collega kon worden vervangen. Loon- en salarisregeling. In het najaar werd door het Bestuur een nieuwe loon- fen salarisregeling vastgesteld en ingevolge het daaromtrent in de Statuten bepaalde aan Bur-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1945 | | pagina 126